DE WERELD NU

Onrechtmatig verkregen bewijs

onrechtmatig verkregen bewijs

Aan onrechtmatig verkregen bewijs zitten enige bijzondere kanten. Toon Kasdorp licht nuances toe, die de omgang met onrechtmatig verkregen bewijs verduidelijken.

De Europese Conventie voor de Bescherming van de Rechten van de Mens bevat een artikel[1] dat aan verdachten een eerlijk proces garandeert of liever gezegd een fair trial, wat een wat ruimer begrip is: een eerlijk en fatsoenlijk proces.

Als een verdachte wordt afgeluisterd in strijd met de regels en daarbij komen belastende feiten aan het licht dan is dat niet oneerlijk, maar het overtreden van de regels is unfair, niet fatsoenlijk. Het daarmee verkregen bewijs wordt om die reden door veel rechters ontoelaatbaar geacht. Wat de verdachte vermoedelijk gedaan heeft is doorgaans zeer onfatsoenlijk en het zou evenzeer unfair zijn als de waarheid daarover niet aan het licht zou komen, dus een afweging door de rechter omtrent de toelaatbaarheid in is in voorkomende gevallen een evenwichtiger procedure. Dat is beter dan het bot verwerpen van alle bewijs dat als gevolg van de regelovertreding gevonden is.  Soms – en dat  deugt natuurlijk ook niet – constateert een rechter tegen beter weten in dat het afluisteren er niet toe gedaan heeft voor de bewijsvoering. Waarheidsvinding is een belangrijk rechtsgoed, in belangrijkheid vergelijkbaar met fairness.

Een afweging van de regels en belangen die hier concurreren hoort tot de essenties van het recht. De rechtsleer van het onrechtmatig verkregen bewijs is  daarom in de grond onjuridisch. Daarmee is niet gezegd dat het onrechtmatig verzamelen  van bewijs  nu zo maar zou moeten kunnen. Vandaag hadden we weer een voorbeeld in het Parool. Een politieagent had in zijn getuigenverklaring of in zijn proces verbaal, dat was niet helemaal duidelijk, dingen gezegd die niet konden kloppen. De rechtbankverslaggever suggereerde dat dit er wel eens toe zou kunnen leiden dat de verdachten zouden worden vrij gesproken, terwijl het evident was dat zij drugs verhandeld hadden en het leven van de betrokken politieman in gevaar hadden gebracht. Ridicuul, zo’n beslissing, maar het is heersende leer en niet alleen in Nederland. Als politiemensen knoeien met het bewijs gaan de boeven vrij uit. Je moet criminoloog of jurist zijn om het te kunnen begrijpen en als je een goede jurist bent en daarom uit principe niet aan strafrecht doet begrijp je het ook niet.

Het gaat niet aan dat degenen die zijn aangesteld om de regels te beschermen deze zelf overtreden, ook al doen ze dat in hun ogen met een goed doel. Daar kan iedereen het wel mee eens zijn. Een sanctie op norm overschrijdend gedrag tijdens opsporing en gerechtelijk vooronderzoek is nodig en gerechtvaardigd. Maar de sanctie zou niet de vorm van ontoelaatbaarheid van het bewijs moeten hebben. Die sanctie schrikt de opsporingsambtenaren onvoldoende af,  want de ervaring leert dat het ze niet weerhoudt om de overtreding te herhalen, hoogstens om het voortaan handiger aan te pakken[2]. Het bevoordeelt de verdachte  onevenredig en is dus in meer dan een opzicht een ongeschikte sanctie.

Over recidive bij het onrechtmatig vergaren van bewijs bestaan om begrijpelijke redenen geen cijfers. Begrijpelijk, want de door het Centraal Bureau voor Statistiek gepubliceerde cijfers aangaande criminaliteit zijn van de opsporing afkomstig en van deze vorm van onrechtmatigheid houden zij geen boek, in ieder geval niet op een manier die gemakkelijk tot publicatie  leiden kan.


  1. Artikel 6 – Recht op een eerlijk proces – Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privéleven van procespartijen dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden. – Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan – Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende rechten:
    1. onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;
    2. te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging;
    3. zich zelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen;
    4. de getuigen à charge te ondervragen of doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge;
    5. zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal, die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt.
  2. Een cliënt van me verdiende volgens zijn zeggen ooit een goede boterham aan de levering van een bijzonder soort moeilijk te ontdekken afluisterapparatuur aan de bijzondere opsporingsdiensten. Die leveranties werden betaald op een manier die niet in de administratie van de betrokken diensten was terug te vinden. Dit laatste is trouwens geen uitzondering. ‘Verschrijven’ is in de ambtelijke wereld aan de orde van de dag, terwijl het toch een strafbare vorm van valsheid in geschrift is.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp