Onderwijs – beleid met een omweg
Staatssecretaris Dekker wil gaan rotzooien aan de overgang van groep twee naar groep drie in het basisonderwijs. Daarvoor zijn uitstekende redenen, maar die noemt hij niet.
Kleuters moeten op een bepaald moment worden gelijkgeschakeld van een systeem waarin ze zich autonoom in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen naar een systeem waarin hun ontwikkeling met de groep meegaat. Vanaf groep drie is het op de basisschool in principe nu zo, dat alle kinderen ongeveer dezelfde stof in hetzelfde tempo moeten verwerken. De kinderen die vroeger niet mee konden komen gingen toentertijd naar het bijzonder onderwijs. Nu bestaat dat nog wel, maar in principe geldt hiervoor het beleid “Samen naar school”, het onzalige beleid dat de PvdA moeilijk lerende kinderen heeft aangedaan in de ongefundeerde hoop dat ze zo meer op zullen pikken dan op een school waar anders, langzamer en gerichter les gegeven wordt.
Maar goed.
Omdat de overgang tussen groep twee en drie mede afhankelijk is van leeftijd en ontwikkeling, zit hier een flessenhals. En zoals elke flessenhals biedt deze gelegenheid tot flessentrekkerij. Waarvan managers van scholen in krimpgebieden dan ook vlot gebruik maken. Als men namelijk laat oordelen dat een kind nog een jaartje langer in groep twee dient te bivakkeren, zit het een jaartje langer op zo’n basisschool. Dat levert extra financiering op die een krimpende school goed gebruiken kan. En waar basisscholen worden afgestraft voor het laten zitten van kinderen – dat om die reden ook vrijwel nooit meer voorkomt – geldt dat niet voor de directe doorstroming van groep twee naar drie. Dat is ter beoordeling van de school, en daarop heeft de stas dus geen invloed.
Kleuters schieten er niets mee op als ze zich een half jaar zitten te vervelen. Dat is doodzonde”, zegt de staatssecretaris in een interview met het NOS Radio.
Afgelopen jaar werd bij ruim 18.000 kleuters ingeschat dat ze nog niet klaar waren voor het ‘echte’ onderwijs met lezen en schrijven waarmee in groep 3 wordt begonnen. Een op de tien kleuters blijft zitten in groep 2, blijkt uit cijfers. Dekker is bezorgd over deze stagnatie, omdat onderzoek aantoont dat een derde jaar ‘kleuteren’ geen blijvend voordeel biedt voor de leerlingen.
Dat Dekker nu met het verhaal komt dat kleuters die zich een half jaar vervelen in groep twee een slechte zaak zijn: eens. Maar dat is het verhaal niet. En daarom is de oplossing die Dekker nu voorstelt weinig meer dan een verschuiving van een probleem dat eigenlijk niet bestaat. Want wat wil Dekker nu als oplossing introduceren? Een vloeiende groep 2/3. Alleen een zwakzinnige ziet niet dat dat het probleem een jaartje opschuift, en niets anders. Want èrgens moet die overgang van persoonlijke ontwikkeling naar groepsgewijs gestuurde ontwikkeling worden toegepast. Of dat in groep een/twee of in groep twee/drie plaatsvindt doet nauwelijks ter zake. Behalve dan dat het de docenten in groep twee/drie voor grotere problemen stellen zal dan in groep een/twee omdat de kleintjes gezeglijker zijn.
Dat leidt tot de vraag: is dit gedoe met krimpende scholen structureel? In zekere zin wel, omdat het zich het sterkst voordoet bij zwarte scholen. Scholen die de omslag van ‘wit’ naar ‘zwart’ maken, bemerken dat de ouders van veel witte kinderen en hun kroost de benen nemen naar ‘wittere’ oorden. Dan zit men met een meute docenten die doorbetaald moet worden, en die men liever niet ontslaat, want collega’s en zo. Dergelijke scholen neigen er toe hun witte kindertjes uit groep twee een jaar later te laten doorstromen naar groep drie, want de ‘zwarte kindertjes’ hebben dat extra jaartje toch al nodig, en dat het basisonderwijs daarin voorziet is goed en niet zelden ook heel erg nodig. De groeiende bevolking van allochtone herkomst in de grotere steden garandeert dat dit probleem voorlopig nog niet is opgelost.
Doen alle krimpende scholen dit? Ik heb er geen gegevens van, en ik maak me sterk dat Dekker die niet zien wil, want dan krijgt men bij de PvdA een stuip. Dekkers politieke baas is niet voor niets van die partij.
Verzin ik dit? Nee, ik heb het meegemaakt. Met mijn stiefdochter op een krimpende school tussen groep twee en drie, en later in het schoolbestuur van een groeischool die de kinderen komen zag. Dat dat de laatste tien jaar verbeterd is gaat u me niet wijsmaken. Dat de maatregel van Dekker helpen gaat evenmin, of ten hoogste voor een paar jaar met een minimaal effect. Ondertussen gaat het basisonderwijs weer een stukje verder naar de ratsmodee, want die kleuters die zich vervelen en daardoor kleine bullies worden zijn helaas een realiteit.
Erg genoeg neemt de bevolking van Nederland de komende twaalf, dertien jaar met 1 miljoen toe (Hans Janmaat en de stichters van de Club van Tien Miljoen draaien zich om in hun graf) en die aanwas daalt allemaal neer in de grote steden in de Randstad.
Het is de verscherping van een tweedeling die al langer bestaat. Mijn oudste zoon (geboren in de winter) mocht een jaar eerder naar groep 3, met als resultaat dat-ie op z’n 17e op de universiteit zat. Ik probeer me nu af te vragen hoe het nu zou zijn, maar ik kom er niet goed uit. We woonden toen elders, in een klein dorp. Dat dorp is niet veel groter geworden, en de betreffende school minder dan 2% “zwarter”. (Er staat bij mijn weten geen AZC in de buurt)
Wel erg kort door de bocht dit artikel. Ook doet het geen recht aan de stand van zaken in het primair onderwijs met het statement: van persoonlijke ontwikkeling naar groepsgewijs gestuurde ontwikkeling. Ik zie trouwens niet voor me wat ik me daarbij voor moet stellen. Alsof kinderen in groep 1 en 2 niet aan een groepsproces deelnemen en alsof kinderen in groep 3-8 elke dag en elk moment precies doen wat ieder lid van de groep doet.
Er is niets fundamenteels tegen welke combinatie van groepen ook. Dat zien we als we naar het onderwijs in het buitenland kijken of dat op zeer kleine scholen.
Alles hangt af van de professionaliteit en inzet van de leerkracht en daar valt – de goeden niet te na gesproken – een wereld te winnen. Als gevolg van de feminisering in het onderwijs en de daarmee samenhangende fragmentatie van de banen is het onderwijs niet alleen te soft met een specifieke aversie tegen presteren en uitblinken, maar moet het ook voor te velen (voornamelijk dames met een baan van een of twee dagen) vooral een leuke baan zijn met dito sociale contacten, prettig te combineren met een gezin, en met een niet te versmaden (bij) verdienste. Dat leidt tot denken vanuit het persoonlijk belang en niet vanuit het met de mond veelvuldig beleden belang van het kind.