Nigel Lawson: groot nieuws of intern gevecht?
Nigel Lawson – veruit de meest bekende minister van Financiën uit de Thatcher-periode – heeft in het VK zijn gewicht gegooid achter het anti-EU-referendum. Lawson kondigde aan vóór een vertrek te zulen stemmen.
Het meest interessant aan de interventie van Lawson is wellicht het moment: Conservatief premier Cameron staat na de recente lokale verkiezingen waarin UKIP een landslide-zege boekte zwakker dan ooit, en in zijn partij voeren dissidenten het hoogste woord.
Dat gaat zo ver, dat in politieke praatprogramma’s de BBC thans zowel Conservatieve voor als tegenstanders uitnodigt om de positie van de Conservatieven te duiden. Iets wat in Nederland bijvoorbeeld onvoorstelbaar is zonder dat de partij in kwestie prompt uiteen zou vallen. Het is een bijzonder gevolg van het Britse districtenkiesstelsel, dat vereist dat op verkiezingsdata er eenheid wordt getoond, maar daarbuiten allerlei interne loopgravenoorlogjes mogelijk maakt. Dat nuanceert het belang van Lawson’s actie.
Het moment van Lawson’s actie daarentegen was bijzonder goed gekozen. Niet alleen is de opflakkerende EU-rebellie binnen de Conservatieven meer en meer centraal komen te staan in de discussies over de politieke toekomst va het VK, maar na de recente lokale verkiezingen is de kwestie brandender dan ooit. Maar bovendien is door het recente overlijden van oud-premier Thatcher haar denkwereld actueler dan ooit. Zelden zal Thatcher vaker geciteerd zijn dan juist afgelopen weken. Dat juist de toenmalige pro-Europese minister van Financiën zich aan de zijde van de eurosceptici in het debat stort is uitgesproken pikant. Thatcher zelf had er beslist de humor van ingezien.
Concreter is de kwestie in hoeverre de positionering van Lawson daadwerkelijk een ‘game-changer’ is. Dat staat namelijk nog te bezien. Dat Lawson meer en meer eurosceptisch was geworden met de jaren was reeds genoegzaam bekend. Dat hij vice-premier Nick Clegg de oren waste over diens waarschuwing dat 3 miljoen banen in het VK direct verbonden aan het lidmaatschap van de EU was amusant, maar nauwelijks spectaculair. Steeds duidelijker wordt, dat wie in dit debat het gelijk aan zijn zijde krijgen wil, toch vooral de voorstanders met hun bizarre waarschuwingen over een toekomst zonder de EU aan het woord moet laten: ze weten vaak van gekkighid niet met welk een vreselijke toekomstscenario’s te schermen nu hun messianistische droom van een verenigd Europa wordt bedreigd.
De waarheid is dat Lawson weinig nieuws in bracht. Het was het getrompetter van een olifant uit een vorig tijdperk, wellicht meerdere tijdperken geleden. Natuurlijk heeft iemand als Lawson gemakkelijker toegang tot de media dan een gemiddelde eurosceptische Brit, maar het belang van zijn stellingname moet niet worden overschat. Lawson is geen formele erfgenaam van Margaret Thatcher, al claimt hij nu impliciet haar erfenis door mee te surfen op de aandacht voor dat tijdsgewricht.
Dat Lawson zoveel los lijkt te maken in de Britse pers, is een signaal dat men zich daar bewust is dat het moment van een beslissing nadert, en niet zal kunnen worden uitgesteld tot de eerstvolgende vekiezingen. Het zou zelfs wel eens het einde van de Lib-Con coalitie kunnen betekenen, met voor Groot-Brittannië het betreden van vrijwel onbekend politiek terrein. Premier Cameron schijnt dat ten koste van alles te willen vermijden, omdat zijn eigen positie op dit moment hangt op het wankele evenwicht dat de Lib-Con-coalitie vereist.
Zolang de verdeeldheid binnen de Conservatieve partij zich niet verder ontwikkelt dan nu, zal dit voor de regering geen consequenties hebben. Dat is waar de grens ligt, en toegegeven: men is die grens dicht genaderd, maar Nigel Lawson heeft niet langer het politieke gewicht daar veel aan te veranderen.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.