Niet alle meningsuitingen hebben een gelijke vrijheid
Zojuist zag ik een bericht van de NOS, waarin wordt bericht dat Pegida geen mars door Rotterdam mag houden omdat de overheid de veiligheid niet garanderen kan.
Deprimerend. De gemeente stelt:
Een optocht heeft volgens de gemeente te veel gevolgen voor de veiligheid. De gemeente gaat samen met Pegida op zoek naar een geschikte plek. Over passende veiligheidsmaatregelen wordt later gesproken.
Dat zal best zo zijn. Het is niet eens dat ik de gemeente Rotterdam aanwrijf dat ze de veiligheid van deze demonstranten niet garanderen kan. Wat me het meest tegenstaat in een bericht als dit, is dat blijkt dat de overheid niet in staat is de tegenkrachten effectief te beteugelen. Dat een demonstratie waarvan tegenkrachten hebben besloten dat die niet door kan gaan, in ieder geval sterk wordt beperkt. Dat lijkt me in te gaan tegen de intentie van het recht op demonstratie.
En hier komt dus het echte punt: als de overheid niet in staat is de spelregels van het afgesproken democratische proces af te dwingen, raakt dat democratische proces gemankeerd. Het zou van inzicht getuigen als de demonstranten op 29 november hinkend rond zouden bewegen op de plek waarover de organisatie het met de gemeente eens zal worden. Maar dat is weer al te ludiek, wellicht.
Vorige week las ik een artikel waarin werd betoogd, dat de vrijheid van meningsuiting een uitstekende lakmoesproef was voor de waarden van een maatschappij. Waarvoor de minste ruimte is, kan als politiek-incorrect wordt beschouwd. Was dat vroeger in een conservatiever tijdperk de progressieve mening, tegenwoordig is dat omgekeerd. Dat de mensen die ooit streden voor een ruimhartige uitoefening van de vrijheid van meningsuiting, nu vaak bedenkingen hebben bij de uitingen die bij de uitoefening van dat democratische grondrecht worden geuit – direct of indirect door over de toon te gaan zeiken – tonen dat zij geen democraten zijn. Dat is heel pijnlijk.
Ik ga niet Voltaire citeren, iedereen kan die obligate woorden dromen die die oude Fransoos nooit uitsprak. Maar wat gezegd moet zijn is, dat mensen die ooit tegen de verdrukking in de ruimte kregen hun mening te ventileren, zich diep zouden moeten schamen. Al is het maar omdat ze bewijzen van lager allooi te zijn dan de mensen die zij uit de macht verdrongen.
QED.