Minister Grapperhaus gaat over lijken
De doorbraak in het onderzoek naar de dood van Nicky Verstappen werd door minister Grapperhaus direct aangegrepen om te beginnen over een verplichting mee te werken aan DNA-onderzoek.
Dat de minister die discussie graag wil is nog tot daar aan toe, maar dat hij deze gelegenheid overduidelijk belangrijker vindt dan de doorbraak die hem zijn kans geeft is stuitend. Dinsdagavond maakte de politie haar doorbraak bekend, en het eerste wat we woensdag (al om 13:47) van de minister hoorden was: ‘discussie over verplicht dna-onderzoek na doorbraak zaak-Nicky’. De poging net te doen alsof de minister het zelf niet heel graag zou willen wordt gelogenstraft door tijdstip en zijn gebrek aan consideratie waarmee de boodschap wordt gebracht;
Wat Grapperhaus betreft staat nog niet vast dat die verplichting er moet komen. Wel wil de minister dat er serieus door politie, justitie, de politiek en andere betrokken partijen over wordt gediscussieerd.
Wat verwacht je van een minister in een situatie als deze?
- Enige terughoudendheid – zolang de gezochte man niet is gevonden en gehoord is de zaak nooit 100% rond, al denkt men dat in de media altijd direct als een zekerheid van 99% wordt gegarandeerd. Maar de minister dient daarvan op de hoogte te zijn gesteld, en zich dienovereenkomstig te gedragen.
- Wellicht eerst een woord over het einde van de onzekerheid van de familie Verstappen? De menselijke maat zou niet uit het oog verloren hoeven te worden als iets je politiek goed uitkomt. Door je eigen obsessie met de wenselijkheid van DNA-onderzoek een dagje uit te stellen – desnoods een paar uur – kom je al een heel eind.
Maar CDA-bok Grapperhaus klom direct op zijn haverkist teneinde de discussie over de verplichting tot deelname aan een DNA-onderzoek aan te zwengelen. Dat is lomp, ongevoelig en wekt de verdenking dat ‘NIcky’ voor de minister vooral politiek relevant is. Als handvat. ‘NIcky’ is een zaak, en een zaak die hem uitermate goed uitkomt.
Die discussie over het DNA-onderzoek over een verplichting DNA af te staan? Die zit me inderdaad niet lekker, want dat de minister het concreet houdt op het vage ‘bepaalde omstandigheden is weinig geruststellend. Hoe er met vrijwillig afgestaan DNA wordt omgegaan is ook een puntje waarvan ik graag wat weten zou, Want de opbouw van een nationale DNA-databank van vrijwillig afgestane monsters? Om te begrijpen waar zoiets eindigt hoef je niet veel ervaring met de Haagse ambtenarij te hebben.
Worden al die vrijwillig afgestane monsters nu vernietigd? Ik zou er niets voor voelen als men DNA dat aldus verkregen is apart en oneindig gaat opslaan. En de verzekering dat V&J vanzelfsprekend zorg draagt voor vernietiging na een aantal jaren stelt mij al evenmin gerust. Van een Ministerie waar uit afgedankte computers in de kelder zelfs nog politiek ongewenste bonnetjes te voorschijn worden getoverd vind ik het moeilijk te verwachten dat begerenswaardige data ooit echt volledig zullen worden vernietigd. V&J heeft de schijn tegen op een manier die zij nooit voldoende teniet kan doen.
Had de minister na deze warme zomer niet een beschaafder proefballonnetje kunnen bedenken?