Meritocratie en elites die zich afsluiten
Dat meritocratie als woord een vrij recente uitvinding is, was interessant om te weten te komen. Toch beschrijft het in feite een bekend sociaal proces, dat samenhangt met elites die zich afsluiten om sociale stijgers te blokkeren.
Mijn aandacht werd getrokken door een artikel over meritocratie als doemscenario dat ik een paar maanden geleden op Twitter langs zag komen. Het werd op de bekende moderne raillerende toon aangeprezen, met een inleiding die stelde:
Modern social critics really shouldn’t read the Michael Young’s 1958 book, The Rise of the Meritocracy. Yes, it’s the book that coined the word. But Young, a veteran British Labour activist, wrote it as a satirical work of fiction, told in the form of bureaucratic memos — witty enough if you can penetrate the verbiage, but almost unreadable by today’s standards. Little plot. No sex.
De auteur vervolgt met de constatering dat veel van de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen vijftig jaar door Young correct werden voorzien. Dat onderwijs steeds belangrijker werd als toegangsbewijs voor lidmaatschap van de elites, een ontwikkeling die thans het punt heeft bereikt dat het er nauwelijks nog toe doet wat je kunt, mits je maar aan de juiste instituten hebt gestudeerd. En ja, dat heeft ook te maken met het leggen van de juiste contacten, maar dat is het enige niet . En ook het de onvermijdelijke maatschappelijke onrust die hier van het gevolg weer is.
Young foresees practially everything. I mean everything. The hiving off of the credentialed, the inevitable SAT-selected snobbery, the rise of Trump-like populists, Herrnstein-Murray genetics, the push for a guaranteed income (UBI), even a Silicon-Valley style elite.
Het is een op zichzelf interessant genoeg artikel, maar de auteur is van huis uit econoom of socioloog was mijn conclusie. Geen historicus, zo op het oog. Historici zijn beter gewend aan het idee dat vergelijkbare processen vele malen in diverse vormen opnieuw optreden. Het is de ironie met de sociale wetenschappen dat deze zich daar over het algemeen blind voor houden. De moderne sociologie heeft vaak dan ook meer weg van een vorm van antropologie, dan van een zoektocht naar algemene sociale processen die als zodanig herkenbaar zijn.
Terzijde: het verschil tussen historici en antropologen wordt wel ietwat grof gekenschetst door de eersten toe te schrijven in diverse maatschappelijke processen de bijzonderheden te zoeken en beschrijven, terwijl antropologen uit bijzondere gebeurtenissen proberen algemene wetmatigheden te destilleren. Wie dit overdenkt moet concluderen dat hier sprake is van een wereld van verschil. Het artikel dat ik hier bespreek is er een voorbeeld bij uitnemendheid van.
Dat betekent echter niet dat de observaties niet heel interessant zijn. Maar kennis die ontbreekt is dat korte periodes van maatschappelijke ophef op sociaal gebied altijd worden gevolgd door langer periodes van herstel. Ook het huidige links redenerende elitevolk is daarvan niet vrij van, hoezeer ze het desgevraagd ook zouden proberen te ontkennen.
Het meest schitterende voorbeeld dat beschikbaar is, is Guusje ter Horst (toen PvdA-minister van Binnenlandse Zaken), die een jaar of tien geleden op riep tot een opstand tegen de elites. Hilarisch, het idee dat zijzelf al tot de nieuwe elite behoort was haar volledig vreemd – zijzelf leek in haar hoofd nog steeds te strijden tegen elites die een jaar of veertig geleden al ten grave zijn gedragen. Nadat die zich eerst heel schappelijk hadden laten infiltreren door de aanstormende revolutionairen van ’68.
Dat dat zonder bloedvergieten plaatsvond maakte het proces niet minder revolutionair.
Om via deze uitweidingen weer op meritocratie terug te komen: hoewel bijzonder is het proces dus niet ongekend. Na relatief korte revolutionaire periodes volgt immer een langzaam herstel, en voor dat langzame herstel is nu juist kenmerkend dat het het herstel van een zich afsluitende elite is. Maar al te vaak ook nog een elite die erg met zichzelf bezig is, en haar eigen doelen bijzonder belangrijk vindt. Nieuwe aanmeldingen worden slecht mondjesmaat toegelaten, en dan pas slechts na langdurige selectie en onderzoek naar de juiste morele instellingen. Die harmoniseren met die van de zittende groep leiderstypes.
Een volgend stadium zal zijn dat deze elites niets en niemand meer toe zullen laten. De door Michael Young beschreven meritocratische criteria zijn als onderscheidend element even geschikt als landbezit, oude adellijke titels of het fysieke vermogen voorop te gaan in oorlogen en andere malheur. Het is de wijze waarop die worden verworven wat het criterium wordt, hoe nieuwe leden van een maatschappelijke elite zich onderscheiden. En dan zien we dat ook meritocratie altijd een sterke erfelijke component kent, ook al is dat via een goede – betere – opleiding van het eigen nageslacht.
Want dat is blijkbaar altijd opnieuw het eindpunt van zich afsluitende elites: erfelijkheid. De nestgeur van elites verspreidt voor buitenstaanders een ondraaglijke stank, maar is de zoetst bestaande geur voor wie er toe behoort. Grappig genoeg zien we dat ook met het integreren van elites uit andere culturen in onze maatschappij.
Neem bijvoorbeeld eens in ogenschouw hoe in het UK bepaalde groepen van Pakistaanse oorsprong onder de Britse elites zijn opgenomen. Huidskleur is echt geen criterium bij buitensluiting, al wordt het maar al te vaak als argument gehanteerd. Ons kent ons is gebaseerd op het soort gedrag, en de omgang met anderen. Dat zal deze nieuwe leden van een zich al afsluitende elite beslist niet verhinderen ook anderen van dezelfde afkomst maar met de verkeerde status rücksichtlos buiten de deur te houden als de gelegenheid dat vereist.
Meritocratie is derhalve weinig anders dan een speciale manier waarop nieuwe elites zich vormen. Hoewel: speciaal, nieuw? Het zijn de criteria die anders of nieuw zijn, maar het proces is altijd weer hetzelfde.
Meer van Juvenalis op Veren of Lood vindt u hier.
Guusje ter Dorst riep juist op tot een opstand van de elite: https://www.vn.nl/guusje-ter-horst-een-opstand-van-de-elite-is-hard-nodig/
Interessant artikel.
Het verschijnsel : elites. Door de hele geschiedenis heen, zijn er elites geweest.
Als die gebaseerd zijn op talent en prestaties, en maatschappelijk sociaal en cultureel opbouwend gericht zijn, is het positief.
Maar als elites zich afsluiten, a-sociaal zijn, uitvreten, totalitair zijn, onderdrukken – moeten ze verjaagd worden; want dit soort, minacht de gewone mensen en veroorzaakt het grootste onrecht en de grootste rampen.
Begrijp me goed : ik ben voor :
regering van het volk, voor het volk, door het volk : We, The People.