Media en de feiten
Media horen geen eigen beleid te voeren maar een betrouwbare weergave te geven van de werkelijkheid. Dat doen ze niet. Ze manipuleren het nieuws en geven een versie die past in het beleid dat ze voorstaan.
Neem de berichtgeving over Syrië. Daar steunen de media de opstandelingen voor zover die zich aankondigen als gematigde Soennitische moslims. Die hebben, als ik de kranten goed gevolgd heb, nu al anderhalf jaar de strijd gewonnen tegen Assad, alleen Assad blijkt dat nog niet te beseffen. De journalisten blijven zo veel mogelijk uit de buurt van de plaatsen waar werkelijk zwaar gevochten wordt en geloven dan wat hun zegslieden over de strijd te vertellen hebben. Maar Arabieren kun je niet geloven, of het nu Alawieten, soennieten of christenen zijn. Het zijn allemaal Levantijnen en de fantasie gaat altijd met de feiten aan de haal.
Krantenredacties verdraaien de feiten bij voorbaat door het soort opdrachten dat ze aan hun journalisten meegeven en vaak ook doordat de redacteuren een keuze maken uit het nieuws dat hun door de persbureaus en door hun eigen verslaggevers wordt aangeboden. In principe is dat nog een lichte vorm van manipuleren, waaraan niemand zich helemaal kan onttrekken. Keuzes moeten immers worden gemaakt, dat kan niet worden vermeden. Je kunt alleen je best doen om ze op goede gronden en zonder vooringenomenheid te maken. Toch is het goed om ook daarbij te beseffen dat we niet de werkelijkheid zien zoals die is, of zoals we die zelf zouden kiezen als we daartoe in de gelegenheid waren. We zien de wereld met oogkleppen die ons door de media worden opgezet. Als de keuzes vooringenomen gemaakt worden en passen in een duidelijk patroon, dan is er sprake van bewuste manipulatie. Dat is in Syrië duidelijk het geval.
Kwaadaardiger is de manipulatie die plaatsvindt door de feiten bij te kleuren met bijvoeglijke naamwoorden en bijzinnen of door het plaatsen van de feiten in een gunstige of ongunstige context. De niets ontziende terrorist van de een is dezelfde persoon als de heldhaftige vrijheidsstrijder van de ander en de doden die bij zijn actie vallen zijn in beide gevallen even onschuldig. Het tientallen keren tonen van een gedood jongetje dat in de armen ligt van zijn vader in een straat in Gaza suggereerde dat het kind door een Israëlische bom of raket om het leven was gekomen, maar dat is een leugen. Het was een eigen Palestijnse raket geweest. Maar lang nadat dit vast was komen te staan bleven Nederlandse kranten het over Israëlisch geweld hebben dat kinderen treft.
Liegen is een journalistieke doodzonde en vaak schaamt men zich en doet pogingen om het te verbloemen. Een veel gebruikte methode is de onware uitspraak in de mond te leggen van iemand anders, liefst iemand met gezag, die men vervolgens kan citeren. Vaak gebeurt dat in vraagvorm: vindt U niet dat….? Ontkent de betrokkene niet duidelijk dat hij dat vindt dan wordt de door de journalist geformuleerde uitspraak aan hem toegeschreven en anders gaat men door tot men iemand vindt die zich wel op deze wijze citeren laat.
Het manipuleren van beelden en uitspraken is indringender dan het geven commentaar, maar ook onjuist en bevooroordeeld commentaar kan het publiek een valse mening bijbrengen als het maar vaak genoeg wordt herhaald. De kranten en televisie die voor iedereen bedoeld zijn hebben gezag, juist omdat ze geacht worden onpartijdige voorlichting te geven. De meningen in opiniebladen pretenderen geen onpartijdigheid en hebben dienovereenkomstig minder invloed.
Toen in 2000 de Amerikaanse presidentsverkiezingen in Florida werden beslist, waar een broer van een van de kandidaten gouverneur was, werd in alle Nederlandse commentaren gesuggereerd dat er met de uitslag was geknoeid. Het Nederlandse publiek was in overgrote meerderheid niet staat om de feiten te beoordelen. Wie dat wel was kon constateren dat er niet geknoeid was. De juridische procedure die later gevoerd werd, ging uitsluitend over de vraag of fouten, die bij iedere verkiezing voorkomen en die in Florida betrekking hadden op de kwaliteit van de gebruikte apparatuur en de wijze van stemmen, in dit geval aanleiding moesten zijn tot hertelling of herstemming. Alleen omdat de uitslag zo close was. Noch bij de gouverneur, noch bij het republikeinse hoofd van de kiesraad was er sprake geweest van fraude of ongeoorloofde beïnvloeding, maar dat was wel wat de Nederlandse media vrijwel allemaal suggereerden.
Als over precies dezelfde gebeurtenissen in het ene land een heel andere opinie bestaat dan in het andere, dan kunt U er zeker van zijn dat in een van beide of in allebei de publieke opinie is gemanipuleerd. De kans dat mensen in het ene westerse land door opvoeding of door een wat andere genetische aanleg spontaan tot een andere mening komen over dezelfde feiten is verwaarloosbaar. Dat manipulatie voorkomt kan dus niet worden ontkend. Des te wonderlijker is het dat er geen publiek orgaan is dat tegen manipulatie optreedt en ons beschermd tegen onjuiste en partijdige voorlichting.
Men zou verwachten dat de media, die betrouwbaarheid en waarheidsliefde toch in het vaandel hebben staan, zelf een systeem van positieve en negatieve prikkels zouden ontwikkelen die deze centrale kwaliteiten in de berichtgeving zouden borgen, maar dat is niet zo. Er is wel een soort klachtenbureau waar men terecht kan, maar dat blijkt een papieren tijger. In de rubriek ingezonden stukken wordt gepubliceerd wat de redactie uitkomt. Niet dat iedere ingezondenstukkenschrijver het met de krant eens hoeft te zijn, maar de mate waarin de ingezonden stukken afwijken van het redactiestandpunt is meestal omgekeerd evenredig aan de kwaliteit van het geschrevene. Dat kan nauwelijks toeval zijn.
In sommige gevallen kan men onjuiste en schadelijke berichtgeving laten rectificeren door tussenkomst van de rechter. Dat kan alleen als men zelf schade ondervindt want om gehoor te vinden bij de rechter moet men wel een belang hebben, dat kan niet zomaar.
In het verleden is er nogal eens kritiek geweest op de grote eigenaren van kranten, zoals Hearst in Amerika of Beaverbrook in Engeland, die een ongepast grote invloed zouden hebben op de inhoud van hun publicaties. Dat was een gemakkelijk verwijt, want die heren waren zichtbaar en maakten er ook geen geheim van dat zij de kranten als hun spreekbuis beschouwden. Tegenwoordig is de beslissing over het door de krant te voeren beleid niet vaak meer in de handen van één persoon. De redactie is een collectief en vertegenwoordigt de opvattingen van een nog groter collectief. Ieder die bij de meningsvorming in de krant betrokken is dient zich bij de heersende opvattingen aan te sluiten. Wie zich daarbij niet happy voelt vertrekt. Dat leidt tot een vorm van invloed op de berichtgeving waar veel minder gemakkelijk de vinger op te leggen is, maar de manipulatie van de feiten is in feite des te groter. Journalisten wilden zich nog wel eens verzetten tegen opdrachten van Hearst, maar tegen het collectief komt niemand met succes in opstand.
De krant is er niet om vooroordelen te creëren of bestaande vooroordelen te bevestigen. De krant en de televisie horen hun publiek de feiten verstrekken op grond waarvan de mensen zich zelf een oordeel kunnen vormen. Ook al zal volledige objectiviteit niet bereikt kunnen worden, het zou het professionele streven dienen te blijven en dat is het niet.
Niet de feitelijke waarheid, maar het goede en juiste, zoals zij dat zien, een vorm van Hogere Waarheid dus, is waar de media naar streven. Dat is een vorm van ‘manifeste waarheid’, zoals die door Karl Popper werd getypeerd en aan de kaak gesteld. De manifeste waarheid, dat zijn niet de controleerbare feiten, maar dat is het geheel van gezaghebbende opvattingen en waardeoordelen dat door Marx of door God of een andere autoriteit is gegeven en dat op enig moment wordt aangehangen in de media. Als de feiten daar van afwijken, dan tant pis voor de feiten.
——————————————————————————-
Dit stuk verscheen vandaag op het Blog van Toon Kasdorp
Goed artikel.
In Nederland is , sinds de omroep-bijdragen in de algemene belastingheffing is ondergebracht, het begin van de afschaffing van de vrije nieuwsgaring en de
vrijheid van meningsuiting, structureel vastgelegd.
De overheids-bijdragen aan alle media, veroorzaken hetzelde.
Mijns inziens is dit besluit strijdig met de Grondwet en andere wetgeving.
Dit roep ik al jaren: ik ben verbijsterd dat geen jurist hier in stapt.
Verder is het ons allen bekend dat vooral quasi- “linkse”-, quasi- “moraal”-betweters en
manipuleerders ,de media bevolken , en elkaar napraten, en elke afwijkende mening verdacht maken: ……………………. geestelijke incest in z’n puurste vorm …………………………
vele dictators hebben hier altijd van gedroomd ………………………………………………………………
Toevoeging op mijn reactie hierboven:
Verplichte betaling = via belasting-heffing, aan een paar televisie-kanalen, is als het verplicht geabonneerd zijn op een paar kranten/bladen /enz.
Het is en blijft JURIDISCH ONHOUDBAAR.
Daarom ben ik jaren geleden al begonnen om het nieuws vanuit andere landen te volgen om mijn eigen mening te kunnen vormen. Het is inderdaad heel verhelderend om te horen hoe bijvoorbeeld enerzijds CNN en anderzijds Russia Today verslag doen van hetzelfde incident maar waarbij de helden in het ene verhaal de terroristen in het andere verhaal zijn