Mark Rutte als premier een eerste tussenstand
Het VVD/CDA-kabinet zit nu 10 maanden, de voorbereidingen voor haar eerste echt eigen begroting zijn in volle gang, en de samenwerking in de gedoogcoalitie verloopt, op de punten waarop in het gedoogakkoord overeenkomsten zijn gesloten, voorbeeldig. Het is nog een beetje vroeg voor een eerste evaluatie van het premierschap van Mark Rutte tot nog toe, maar de politieke evenementen van deze zomer, en zijn aanpak er van nopen mij er toch toe.
Alom wordt de premier geprezen om zijn verfrissende aanpak. Dat is zeker waar, en even zeker waar is dat het een groot pluspunt is. Desalniettemin, het is een kwalificatie die in de eerste plaats wordt gegeven vanwege het contrast met zijn voorganger, J.P. Balkenende. En dan is de prestatie al wat minder groot – heel moeilijk was het niet, om na bijna tien jaar Balkenende als verfrissend te worden ervaren.
Het minderheidskabinet
De wijze waarop een minderheidskabinet politiek moet manoeuvreren is geen probleem waar in geen vijftig jaar ook maar iemand zich het hoofd gebroken had – wellicht met de als eeuwige optimist beschouwde Geert Wilders als uitzondering – zodat een vergelijking van zijn politieke vaardigheden met die van voorgaande premiers niet gemakkelijk is. De politieke aanpak rond de politiemissie naar Kunduz, die in januari met behulp van D66 en GroenLinks door de Kamer werd geloodst, heeft hij keurig en kundig behandeld, en de hoop op een lang en veelbelovend premierschap leek gerechtvaardigd.
Daarna kwam de klad er ietwat in. De Statenverkiezingen leverden een nog benauwder meerderheid in de Senaat dan in de Tweede Kamer op, en daar was ineens een rel om een helikopter, die zich plotseling met bemanning en al in handen van de Libische leider Ghadaffi bevond, met alle problemen van dien. Daarna brak de Europese kredietcrisis, na de ouverture vorig jaar van de eerste Griekse bail-out, in volle hevigheid los.
Oppositionele inertie
De enige reden dat er op dit moment geen groot politiek tumult gaande is over de Europese kredietcrisis, is de volslagen inertie van de belangrijkste oppositiepartijen. Dat er tegelijkertijd een onderhuidse verschuiving tussen de politieke hoofdstromen gaande is, is daar zeker mede schuldig aan. De grote partijen verkeren vrijwel allen in een identiteitscrisis van heb ik jou daar, met uitzondering van SP en PVV. Binnen D66 lijkt op het moment overigens evenmin veel over de eigen identiteit te worden geprakkezeerd, maar dat lijkt eerder te wijten aan een radiostilte om partijleider Pechtold niet voor de voeten te lopen, die het zoals gewoonlijk in de peilingen goed doet, dan dat de noodzaak er niet zou zijn.
De leiding van de reguliere oppositie is zelfs zó zwak, dat je met recht kunt zeggen dat Rutte daardoor een deel van zijn scherpte lijkt te hebben verloren. Als Europa ter sprake komt is gedoogpartij PVV weliswaar niet bereid steun te verlenen, maar de ideologische knoop waarin in de eerste plaats de PvdA zit, maakt het die partij zo goed als onmogelijk zich tegen dat EU-beleid van het kabinet te verzetten. Telkenmale als financieel woordvoerder Plasterk in beeld verschijnt om zijn visie op de kredietcrisis toe te lichten wordt dat opnieuw pijnlijk duidelijk. Plasterks instincten als oppositioneel Kamerlid schreeuwen om verzet tegen deze maatregelen, omdat het het kabinet in moeilijkheden zou brengen, terwijl hij tegelijk beseft dat het kabinet hierin niet steunen in gaat tegen zijn programmatisch eigenbelang.
De kredietcrisis
De financiële en buitenlandse activiteiten van Rutte zijn deze zomer naar een dramatisch dieptepunt gezakt. Als hij al werd uitgenodigd voor het spoedoverleg dat met enige regelmaat werd gevoerd rondom de Europese kredietcrisis, wekte hij na afloop de indruk vooral als ornament te zijn gevraagd. Het aanvankelijke dieptepunt, de uitglijder rond het pakket maatregelen rond de tweede Griekse bail-out waar hij er vijftig miljard naast zat in zijn perceptie van het benodigde bedrag om de Grieken afdoende te helpen, werd vorige week moeiteloos overtroffen door de knullige en ongeloofwaardige wijze waarop hij deze uitglijder probeerde goed te praten.
Het meest pijnlijke aan de uitglijder van vijftig miljard was natuurlijk, dat het de illusie dat de premier goed op de cijfers zat in één klap om zeep hielp. Of hij werkelijk heeft zitten slapen, of dat zijn adviseurs hun werk niet goed deden in de manier waarop het naar de pers toe zou worden uitgelegd doet eigenlijk niet ter zake, want het kwaad was geschied.
Additionele ellende was, dat de indruk ontstond dat de communicatieve afstemming met Minister van Financiën De Jager op zijn minst gebrekkig was. Latere onthullingen, zoals het Finse onderpand-artikel, wekten de indruk dat de heren in het geheel geen greep hebben op de materie, zomin als op hun onderhandelingspartners. De glijdende schaal van uitspraken door minister De Jager sinds april zorgen er voor dat vrijwel niemand nog vertrouwen heeft in de EU-politiek van dit kabinet.
Regie
Dat er regie ontbreekt wat betreft de strategie die de premier volgt in zijn contacten met de media wordt overigens uit meer duidelijk. Een paar weken geleden verscheen Rutte tijdens zijn vakantie onaangekondigd een middagje op een dance-festival. Heeft hij dat wel eens eerder gedaan? Mij niets van bekend, zodat het in de eerste plaats overkwam als een knullige poging een Driesje te doen, naar de premier die voorwendde een liefhebber van wielrennen te zijn, omdat een groot deel van Nederland dat toen was.
Jammer genoeg kwam deze actie juist op het moment dat de Europese kredietcrisis een voorlopig hoogtepunt bereikte, zodat per saldo de Nederlandse premier te kijk kwam te staan als een ietwat onverantwoordelijk jongmens, dat zich liever dansend vermaakte met leeftijdgenoten, dan zijn ambt serieus te nemen bij het oplossen van deze Europese crisis. Vanzelfsprekend doet dat beeld Rutte geen recht, maar indrukken zijn in de politiek essentieel, zeker op momenten dat er weinig ander nieuws is.
Totaalplaatje
Is dan alles kommer en kwel met Rutte? Geenszins. Dat het kabinet in de eerste drie maanden van haar bestaan veel kleinere programmapunten via Maatregelen van Bestuur regelde leverde veel goodwill op, en was voor de waardering van dit kabinet onevenredig belangrijk in positieve zin. Rutte zelf is immens populair, ook bij veel linkse partijen wordt hij gewaardeerd. De bezuinigingsmaatregelen die het kabinet wil nemen lijken op koers te liggen, en de debatten daarover zullen bij de Algemene Beschouwingen in september en oktober beslist spannend worden, zonder dat het kabinet hoeft te vrezen dat de gedoogpartner opstandig zal worden.
De vooruitzichten voor het kabinet lijken op zich nog steeds prima. Maar aan de wortels dienen zich nu de eerste fundamentele problemen aan. De Nederlandse EU-politiek is aan een stevige herijking toe, iets wat Rutte tegen de borst lijkt te stuiten, en wat ook de verhouding met oppositiepartij PvdA langdurig kan verstoren. De laatste ontwikkelingen rond de kredietcrisis, speciaal met de Finse clausule, laten echter geen andere conclusie toe.
De toekomst
Als gevolg van die kredietcrisis kun je nu al voorspellen, dat na het pakket bezuinigingsmaatregelen dat voor deze regeerperiode is afgesproken, voor een volgend kabinet moet worden gerekend op nieuwe bezuinigingsrondes. Niet in het minst, doordat de gevolgen van de kredietcrisis, en de dreigende double-dip in de economie, ten laste zullen komen van het huishoudboekje van de Nederlandse staat. Rutte zal in de eerstvolgende algemene verkiezingen het een en ander uit te leggen hebben, zeker als hij wordt geconfronteerd met een vergelijking van zijn uitspraken uit de campagne van 2010 en de manier waarop hij dat, eenmaal aan het bewind, vorm gaf.
Bovenstaande punten zijn allemaal autonome bedreigingen, waar bovenop dan ook nog de algemene politieke valkuilen komen, die deel uitmaken van het dagelijkse politieke bedrijf. De oppositie zal handiger worden in het hanteren van de constructie van een minderheidskabinet. Tegen dat nieuwe verkiezingen naderen, welk jaar dat dan ook zal blijken te zijn, zullen de andere politieke partijen nieuwe leiders in het veld gaan brengen, allen happig zichten koste van de premier te profileren. Rutte zal meer tegengas krijgen, en hoe hij daar mee om zal gaan is eigenlijk onbekend. Maar het staat vast dat hij mensen niet kan blìjven vragen, hem op zijn blauwe ogen te vertrouwen, zoals hij afgelopen week eigenlijk deed in het Kamerdebat over de kredietcrisis.
Rutte zal gaandeweg deze periode meer aandacht moeten besteden aan zijn omgang met, en benadering van de media. Dat zal ten koste gaan van zijn frisheid, maar de uitglijders van deze zomer laten zien dat dat een prijs is die betaald zal moeten worden. Als hij werkelijk stevig tegengas zou krijgen is helemaal niet zeker dat hij goed overeind zou blijven, en dat kan niet voor een premier. In hetverlengde daarvan zou een wat strakkere regie op kabinetsniveau ook geen kwaad kunnen. De vertoning die het duo Rutte/De Jager deze zomer opvoerde mag geen gewoonte worden, dus ook op dit gebied heeft mark Rutte nog het een en ander te doen.
Gemiddeld cijfer: 6,5 maar met afglijdende repetitiecijfers.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.