De laatste dagen der PvdA -9- Op zoek naar een voorzitter
De PvdA moet op zoek naar weer een voorzitter, al lijkt de partij nog in de ontkenningsfase te zitten. Maar is dat niet eigenlijk al dertig jaar het geval?
Als ik zeg voorzitter, dan bedoel ik voorzitter. Maar voorzitters heb je in maten en soorten. Na 15 maart lijkt er alle reden te zijn partijvoorzitter en campagneleider Hans Spekman fluks te vervangen. Ook, omdat zijn voltijdse baan steeds zwaarder op de partijbegroting zal gaan drukken. Maar dat voorzitterschap was niet waar ik op doelde, voor een regulier partijvoorzitterschap is altijd wel een gek te vinden. Ahum.
Ook een nieuwe fractievoorzitter in de Kamer lijkt nog slechts een kwestie van tijd. Maar tijd is geduldig, en wat gaan Asscher doen als hij wordt gedumpt? Je moet toch wat in het leven, brood op de plank en zo. Maar zou iemand zitten te wachten op een gesjeesde lijsttrekker van de PvdA? Vriendelijk gezegd vermoed ik dat dat tegenvallen gaat. Met als gevolg dat Asscher niet snel de eer aan zichzelf houden zal, maar er zal moeten worden uitgewerkt. Zoiets kost tijd, en wie een alternatief kandidaat beschikbaar heeft maakt een sterkere indruk dan zo’n man als Asscher onceremonieel dumpen. Zo iemand vinden kost tijd, en dus is ook dit voorzitterschap binnen de PvdA geen acuut probleem.
Het fractievoorzitterschap in de Eerste Kamer wellicht? Marleen Barth kan minder dan weinig, maar zo belangrijk is die positie nu ook weer niet. Bovendien houden Kamerfracties, ook in de Senaat, er de gewoonte op na dat zelf uit te maken. Bij voorkeur altijd iemand die er al zit, dus dat vergt ook geen zoektocht.
De voorzitter waar men naar op zoek moet is de voorzitter van de commissie die de partij gaat instellen om de verkiezingsnederlaag te analyseren! Dergelijke commissies zijn een prachtige PvdA-traditie, en helpen doet het toch niks, maar het is een geweldige manier om jezelf in de kijker te spelen en bovendien bijzonder impopulair te worden in eigen kring. In een tijd dat de bedrijfsnaam PvdA genoeg is om het humeur van half Nederland te bederven, kan dat alleen maar een voordeel zijn. Dus het moet een begerenswaardige functie zijn, hetgeen je ook ziet aan de carrières van de mensen die deze positie eerder hebben vervuld.
Het zou jammer zijn als aan zo’n mooie traditie een einde zou komen, bovendien komen er nog meer verkiezingen aan die slecht zullen aflopen – uiteindelijk was het resultaat van de Provinciale Statenverkiezingen niet vreselijk slecht – en minder kan altijd. Al kun je altijd nog een commissie instellen die toekomstige nederlagen alvast analyseren gaat. Sommige grappen van De Speld zijn te profetisch gebleken om achteraf niet nog maar eens te noemen.
Eerdere delen van deze serie vindt u hier.