Kuddedenken bij EU-gelovigen – collectieve cognitieve dissonantie
Kuddedenken bij EU-gelovigen laat zich veronderstellen als je hun gedrag beziet. Keihard bewijs vinden was tot op heden een stuk moeilijker.
De cognitieve dissonantie van EU-gelovigen wordt door de lijders doorgaans in alle toonaarden ontkend, over het algemeen direct gevolgd door de beschuldiging van het tegengestelde: dat de mensen met een kritische blik op het EU-gebeuren zo sterk bevooroordeeld zijn, dat zij moeite hebben de realiteit te scheiden van hun bezwaren.
Zelf kwam ik vanmorgen een pronkstuk van die collectieve cognitieve dissonantie tegen, laten we er eens naar kijken.
Aan de UvA wordt voor maandag een college aangekondigd over hoe populistische regeringen binnen de EU de onderhandelingen over politieke programma’s vast laten lopen (zoals u hopelijk weet is voor veel binnen de EU unanimiteit vereist), en zo het functioneren van Brussels beleid weten te frustreren. Het vastlopen van nieuw beleid wordt nu aan deze populisten geweten – het is althans waar de onderzoeksters die het college geven op aan sturen.
Although deadlock is becoming more recurrent in European Union decision-making, we do not yet know whether the presence of populist governments makes deadlock more likely. Dr Natascha Zaun and Professor Ariadna Ripoll Servent will discuss their research on this topic on 13 September.
Het college wordt al vast samengevat met:
The Dublin IV negotiations are a crucial case of deadlock, since they allow us to explain the linkage between mass attitudes and the behaviour of populist parties in the Council of the EU. With the use of Game Theory, we argue that, while mainstream Member States could be convinced to accept a stronger solidarity instrument with the help of package deals, populist governments – whether beneficiaries (Italy) or donors (Visegrad) – would not. We explain how populist governments do not only oppose cooperation at EU level as a matter of principle, but also pursue a strategy of assertive politicisation by inciting conflict and questioning core values. Thereby, they profit from the EU’s perceived policy failure by feeding a populist feedback loop that enhances their electoral success.
De tegenstelling tussen populisten en mainstream Member States [that] could be convinced to accept a stronger solidarity instrument with the help of package deals, dat hier wordt vastgesteld is een schitterend voorbeeld van kromdenken. Deze mainstream Member States zijn bevattelijker voor package deals, en dat is een punt waarmee een strategische aanpak door die vermaledijde populisten wordt vermoed.
Wat het de onderzoekster blijkbaar onmogelijk maakt te veronderstellen dat voor een betreffende regering principes zo zwaar zouden kunnen wegen, dat ze zich er niet over laat omkopen. Want dat is in de praktijk hoe de EU intern werkt, en ze geven het zelf impliciet toe: package deals worden uiteindelijk zo zwaar opgetuigd, dat mainstream landen met concrete bezwaren zich uiteindelijk gewonnen geven, want er is ook veel goeds in het pakket dat men ‘thuis’ in eigen land kan verdedigen. En men weet dat het gedram zal aanhouden.
Dat de zwakte van dergelijke package deals is dat ze in een later stadium opnieuw aan de orde kunnen komen – zo kreeg Nederland ooit om min of meer objectieve redenen korting op de jaarlijkse EU-bijdrage. Het ging om een aanzienlijk bedrag, iets van een miljard jaarlijks. Maar recent had de EU geld nodig, en kwam een pakket ter tafel waaruit die ooit overeengekomen uitzondering was gewist. Rutte ging uiteindelijk akkoord, en dat was dat. Op een dag begint het gedram eenvoudig opnieuw, en in Brussel geldt: eens gecapituleerd blijft gecapituleerd.
Wat in dit onderzoek kennelijk niet erkend mag worden is dat de populisten binnen de EU zich eenvoudig niet laten afkopen, en eenvoudig met hun kont voor de desbetreffende kribbe blijven liggen. Dat dat principieel is, wil er bij de onderzoekers niet in – principes worden populisten niet geacht te hebben, zodat zelfs het idee dat dat een argument kan zijn al op voorhand wordt genegeerd, en de problematiek terugvalt op de samenvatting “obstructie door EU-vijandige populisten”, die zich niet bevattelijk tonen voor aangeboden package deals.
We zien hier niet alleen slecht onderzoek bij de UvA, en de verkondiging van agitprop als onderzoeksresultaat, maar tevens wordt de EU meer morele kwaliteiten toegedicht dan ze heeft. Hoe bewust dit gebeurt? Daartoe zou een psycholoog een diepgravend onderzoek met deze wetenschappers dienen te hebben. Dat gaat er nooit komen, kan ik u nu al voorspellen. Op zijn best gaat dit geval de categorie Foutje, bedankt bevolken.
Meer over hoe het werkt in Brussel en de EU vindt u hier.
Vaak denk ik dat de uitkomst van een “wetenschappelijk onderzoek” evenredig met de kleur van de bril van de onderzoeker of met wat de prof en de goegemeente deugdzaam vindt.
De UVA heeft rich al LANG afgedaan.
Bolwerk van Links – indoctrinatie sedert de ’70’s.
Niet serieus te nemen. Kwamen Vonk en Stapel daar ook niet vandaan?
Dat vrouwen en (softe) wetenschap een slechte combi is hoeft nauwelijks betoog. Ze zijn doorgaans vooringenomen, voorbeelden te over. Prof. Gloria Wekker is wel het meest opvallende voorbeeld, pleitbezorger van zgn. sturend onderzoek wat natuurlijk geen wetenschappelijk onderzoek kan zijn.