Krijgt de euro het heen-en-weer?
Er is weer paniek rond de euro. Nog steeds, beter gezegd. Hoewel het even ontbreekt aan een overduidelijke kandidaat voor de eerstvolgende ronde diepe ellende, is evenzeer duidelijk dat Europese hotemetoten zich nu al in het zweet werken teneinde de impact zo klein mogelijk te maken. Met – niet te vergeten – in het achterhoofd, dat Duitsland tot en met september nergens nog een cent aan zal bijdragen.
Dagelijks worden er nieuwe kandidaten aangedragen als eerstvolgende land dat de vuurlinie in gaat: Slovenië, Malta, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk zijn de nieuwste landen waarover geruchten gaan. Griekenland is nooit weg geweest, Cyprus moet morgen nog een cruciale stemming rond zien te krijgen die toegang geeft tot ten minste een decade diepe armoede, en de echte grote klap zal naar het zich laat aanzien komen van Spanje of Italië. Maar tot de volgende kandidaat zich meldt, zal Duitsland middels bezwerende woorden het idee gaande houden dat het allemaal goed gaat.
Maar nu er niet even concreet nieuws is om achterheen te rennen, stort het journaille zich op de ‘experts’. Daarvan zijn er een heleboel, en vanzelfsprekend hebben die allemaal een subtiel verschillende mening. Je wordt nu eenmaal geen expert door het voortdurend met anderen eens te zijn.
Vorige week verscheen er van de Duitse econoom Prof. Hans-Werner Sinn, een belangrijk adviseur van het Duitse ministerie van Economische Zaken, een opinieartikel als reactie op wat een paar dagen daarvoor was gezegd door Georg Soros. Soros had gezegd dat Duitsland de euro moest verlaten (overigens: eens!). Maar omdat Sinn zich via de Duitse regering heeft gecommitteerd aan de euro en haar voortbestaan, voelt hij zich verplicht met een andere oplossing te komen dan door Soros aangedragen (feitelijk: voorspeld). En hiermee gaat hij gruwelijk onderuit, tevens illustrerend hoe moeilijk de positie van de eenheidsmunt al geworden is.
Sinn stelt voor, dat landen die de EU tijdelijk niet langer kunnen bijbenen, de muntunie tijdelijk maar moeten verlaten, enige tijd zullen moeten rommelen met een eigen munt, om bij herstel van hun competitiviteit weer een glorieuze comeback te kunnen maken. Zoals ik het hier opschrijf heeft het inderdaad iets lachwekkends, maar het is dom, zo niet erger.
In de eerste plaats veronderstelt dit, dat landen die de Eurozone verlaten op een dag weer voldoende stoom hebben gekregen om weer aan de unie deel te kunnen nemen. Waarbij hij de vraag of het waarschijnlijk is ze dat nog willen, tactvol vermijdt. Ten tweede impliceert het voorstel een niet al te lange termijn, laten we zeggen: ten hoogste vijf jaar. Een langere afwezigheid kan mijns inziens niet anders dan als volledig vertrek worden gekarakteriseerd. Maar of een land als Spanje binnen vijf jaar zijn economie weer voldoende op orde heeft om opnieuw het risico van een hernieuwd lidmaatschap aan te gaan? Economen zijn er hoogst pessimistisch over.
En dat brengt ons op een derde punt: ontdaan van de allerzwaksten is de muntunie weliswaar een stabieler bouwsel, maar daarmee nog niet stabiel. Er is altijd een zwakste land in de groep van landen die gezamenlijk die muntunie zijn aangegaan. Na een vertrek van Griekenland en Cyprus (landen waaraan Sinn expliciet refereert), komt de Siamese tweeling Spanje en Italië ongetwijfeld in beeld. Portugal heeft evenmin veel perspectief om een hogere versnelling bij te kunnen benen. Met de meeste landen zal het eenvoudig zo zijn, dat vroeg of laat de Duitse diesel hen kapotdendert. Al dan niet tijdelijk terugkerende landen helpen daaraan geen moedertjelief.
Want aangezien ook Sinn onderschrijft dat de grootste problemen een gevolg zijn van de economische verschillen tussen de lidstaten, kan er slechts iets worden bereikt dat stabiliteit verschaft door middel van een fiscale transferunie. Die in de rijke landen niemand die zijn verstand gebruikt wil. Ook Sinn niet. Het is trouwens wel grappig dat hij expliciet refereert aan het verbod daarop in het Treaty on the Functioning of the European Union. Art 125, voor de liefhebbers.
Jammer genoeg zijn de meeste van dit type artikelen, die ons moesten beschermen tegen de geldhonger van de parasitaire klasse in Zuid-Europa, intussen royaal verkracht. En al bijna vergeten.
Bovenstaande laat nog onverlet, dat een feitelijke ontmanteling van een deel van de Eurozone die het gevolg zou zijn van het idee van Sinn, tevens tot een behoorlijke paniek zou leiden aangaande de staatsschulden van de landen die ik hierboven al noemde als mogelijk eerstvolgende kandidaten voor een vertrek. Het komt aardig overeen met een georganiseerde afbouw van de Eurozone, waarvan juist (vermoedelijk geheel terecht) wordt gezegd dat die tot chaos leiden moet. Ook wat dat betreft is een Duits vertrek sterk aan te bevelen ten opzichte van dit idee van Sinn. De paniek in Duitse regeringskringen moet wel erg hoog gestegen zijn om met dergelijke publicaties op de proppen te komen.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.