Koning van Katoren
Bij het opruimen van de zolder kwam ik het weer tegen: Koning van Katoren, van Jan Terlouw, de eerste effectieve machtspoliticus van D66.
Niet alleen was Koning van Katoren een knap geschreven kinderboek, het bevatte ook tamelijk schokkende beelden voor jonge kinderen. Bovendien was het doordrenkt met een gedachtegoed dat we nu direct herkennen als linksig D66. Een generatie groeide er mee op, en heeft zich er ongetwijfeld door laten beïnvloeden. Dat ik op mijn 9e niet bijzonder onder de indruk was van de vrij heftige situaties in het boek was ongetwijfeld te danken aan dat ik het jaar daarvoor de geschiedenis van het Romeinse Rijk verslonden had, inclusief moord en doodslag onder de regerende families. Moderne kinderen schrikken nog wel eens terug voor de gebeurtenissen die beschreven worden.
Waarom dit bovengehaald? De recente optredens van Alexander Pechtold riepen de herinnering boven aan het verhaal van de één na laatste opdracht die in het boek moet worden vervuld. Voor het gemak hier de beschrijving uit Wikipedia:
Ekilibrië
De tovenaar, Pantaar, komt iedere avond bij iemand aan de deur om een geliefd object te vragen (een aalmoes). Wie een voorwerp geeft dat hem niet van waarde is, stopt hij in zijn zakken en gaat zelf een voorwerp van waarde halen. Wie hem probeert aan te vallen verandert hij in een staklok. Stach vindt onderdak bij de burgemeester, en wordt door Pantaar meegenomen omdat hij het meest geliefde object van de burgemeester is. In het hol van de leeuw ontdekt Stach dat Pantaar de voorwerpen in een magisch vuur moet gooien om de stad te behoeden voor vernietiging. Maar als iemand zich vrijwillig in het vuur stort zal het vuur 100 keer 1000 jaar branden. Als Stach beslist om er in te springen wil de tovenaar dat niet, omdat hij immers gedwongen is. Stach belooft de volgende dag vrijwillig terug te komen, en doet dat ook. Maar dan weigert Pantaar het offer te aanvaarden, omdat Stach nog een heel leven voor zich heeft. Uiteindelijk springt de tovenaar zelf in het vuur waardoor de stad gered is.Dit verwijst naar de moeilijkheid een keuze te maken tussen voordeel op korte en voordeel op langere termijn, en het egoïsme en de gemakzucht. Dit is het centrale verhaal in het boek, en het meest filosofische. Wie weet nu wat hij diep in zijn hart het meest liefheeft? Maar juist dat vraagt Pantaar, en hij kan nooit worden bedrogen. Zeg je het verkeerde, dan neemt hij allebei.
Beklemmend.
Als je dit hierboven zo bekijkt, is het moeilijk de gedachte af te schudden dat Jongetje Pechtold dit deel van het boek niet bepaald begrepen heeft. In zijn hijgerigheid te kunnen gaan regeren, heeft hij de langere termijn-belangen van het land uit het oog verloren. Het eigen gelijk kunnen offeren op het altaar van het landsbelang is jammer genoeg niet de sterkste eigenschap van de politicus Alexander Pechtold.
Uiterst betreurenswaardig.
Tovenaar Wilders zal het hem af komen nemen, en het gelijk van AP zal door het spreekwoordelijke vuur vergaan.