Kabinetsformatie – overlevingskansen en bedreigingen
De kabinetsformatie van Rutte3 is voltooid, alle ministers zijn aangezocht, en er is beleid afgesproken. Tijd om naar de toekomst te kijken: wat zijn de overlevingskansen voor deze ploeg?
Een langere formatieduur garandeert uit de aard der zaak in de politiek niet automatisch een steviger bouwsel, hoogstens dat het leggen van de fundamenten lastiger was dan voorheen. De kans is dus dat de lengte van een kabinetsformatie omgekeerd evenredig is met de soliditeit van het resultaat. Anderzijds is daar de angst voor de kiezer: als het resultaat maatschappijbrede onrust doet ontstaan zal het kabinet geneigd zijn vast te houden aan het pluche en er onderling proberen uit te komen. Kabinetscrises zul je zich dus het snelst zien ontwikkelen indien de onrust eenzijdig is, dat een achterban zich onevenredig voelt benadeeld door kabinetsbeleid. Zoals Rutte2 in het begin van haar bestaan bijna overkwam.
Met dat in het achterhoofd ga je anders kijken naar de analyse waar hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans (Leiden) eerder mee kwam. Voermans schatte de overlevingskansen voor een vierpartijenkabinet op ruwweg 2,6 jaar, vooral op basis van historisch gegevens. Voermans is wel zo netjes om te waarschuwen voor al te serieus nemen van dit getal: resultaten behaald in het verleden geven geen garantie voor de toekomst.
Voermans laat zien dat Nederland 9 vierpartijenkabinetten heeft gekend, waarvan het laatste in 1971 ten einde kwam. Dat is bijna vijftig jaar geleden, dus politieke ervaring is er niet werkelijk mee. Ook dat is vanzelfsprekend een factor, maar enfin. Want het hebben van een meerderheid in de Kamer is een moderne fixatie, zo leer je als je de samenstelling van het kabinet-Den Uyl bekijkt. Niet alleen bestond dat in linkse kringen fameuze kabinet uit 5 partijen, maar twee daarvan (PPR en D66) waren rekenkundig niet noodzakelijk. Hun aanwezigheid had als belangrijkste reden om binnen het kabinet de christendemocraten te kunnen overstemmen.
Een dergelijke constructie om die reden is niet langer goed denkbaar: daarvoor is een partij noodzakelijk die onbetwist het leiderschap op een politieke vleugel heeft.
Voor Rutte3 geldt die overweging in nog sterkere mate. Ondanks de verwantschap tussen CU en CDA is de tijd dat het CDA de kleinere coalitiepartner onder de arm zou kunnen nemen lang voorbij. Desondanks, als we kijken naar de toekomstige stabiliteit van Rutte3 dan zijn de risico;s het kleinst bij de christelijke partijen. Dat heeft alles te maken met het politieke landschap van dit moment. Ook al is Rutte3 een typisch middenkabinet, meer dan wie ook hebben middenkabinetten rechtse en linkse vleugels. Het is op de vleugels waar de kwetsbaarheid voor politieke onrust het grootste is – zeker nu de levensbeschouwelijke punten door de CU op de lange termijn zijn geparkeerd.
Gisteren liet ik in een korte SWOT-analyse al zien waarde kracht en zwaktes van Rutte3 liggen. Vandaag wil ik graag benadrukken dat de risico’s voor Rutte3 liggen in de electoraal onafgedekte flanken van deze politieke formatie. Het CDA zit politiek veilig aan de binnenkant van dit kabinet, en zal in de toekomst alleen zetels verliezen aan coalitiegenoten als het heel goed gaat. Omgekeerd zal het vooral zetels kunnen winnen als het kabinet niet goed ‘draait’. De ChristenUnie is electoraal de meest stabiele partner in Rutte3 – schommelingen voor die partij worden geteld in een enkele zetel. Electoraal hoeven de christendemocratische partijen zich waarschijnlijk weinig zorgen te maken, en dat maakt hun positie binnen het kabinet ijzersterk.
Dat laat VVD en D66 over als de meest kwetsbare partijen in de peilingen. Impopulaire economische maatregelen zullen D66 onevenredig zwaar treffen, maatschappelijk falen is levensbedreigend voor de VVD, te meer daar deze laatste partij het na deze periode op ziek zal gaan naar een nieuwe leider die mogelijk het politieke aanzien van de partij zal willen veranderen.
Het is ironisch dat juist de twee liberaal genoemde partijen de flanken van dit kabinet gaan vormen. Over hun beider liberalisme valt veel te zeggen, maar niet dat het een kenmerk voor stabiliteit zal zijn. Juist omdat het in de eerste plaats een verstandshuwelijk is binnen hetzelfde spectrum, zullen deze beide partijen het het zwaarst hebben op moeilijke dossiers. Ook het (verwachte) vertrek van Alexander Pechtold naar een bestuurlijke functie elders in het land zal de stabiliteit niet ten goede komen.
De eventuele val van Rutte3 zal ontstaan door conflicten tussen en met deze partijen, zeer vermoedelijk als gevolg van electorale druk vanuit het gepeilde electoraat. Gisteren werd bekend dat de peilingen een te sterke ‘linkse’ ruis hadden in de aanloop naar maart 2017. Hoe dat gecompenseerd wordt moeten we afwachten, maar te weinig compensatie zal D66 onderdruk zetten, teveel de VVD. Dat kan dus nog leuk worden.
Mooie analyse .
Dit crooked kabinetje heeft z’n wanhopig samengeraapt clubje geheel gebaseerd op het cordon sanitair rondom fvd en pvv, met als resultaat een duivels dilemma tussen cu en d666.De judas loopt er al rond , maar wie en wanneer.Met Pasen weten we het.
Voor mij was atijd de vraag:
Hoe is het mogelijk dat PvdA/VVD 4 jaar stand heeft gehouden.
Ik kan maar 2 dingen bedenken:
* Behoud van fuctie Dijsselbloem
* Een agreement tussen de partijen dat hoe dan ook.. de steun voor elkaar zal blijven.
In het laatste geval kan dit ook afgesproken zijn tussen de huidige 4 partijen. Een breuk betekend gezichtsverlies, is onprofessioneel en Brussel zal ook niet blij zijn met nieuwe verkiezingen. Wat Brussel wenst is uiteraard het belangrijkst.
Voor een breuk van dit kabinet is wachten op een dissident.