Jeugdzorg wordt een drama
Het wordt ietwat bedekt gemeld, maar wie tussen de regels doorleest heeft weinig moeite om te beseffen dat de decentralisatie van de jeugdzorg niet alleen slecht voorbereid was, maar bovendien weinig meer dan een ordinaire bezuinigingsmaatregel die slecht werd voorbereid.
Het artikel op de site van de NOS windt er al minder doekjes om heen:
De problemen in de jeugdzorg dreigen structureel te worden, zegt de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) in een onderzoeksrapport. Door de nieuwe Jeugdwet is er veel meer administratief werk en verkeren veel instellingen in financiële problemen. “Dat zou grote gevolgen kunnen hebben voor beschikbaarheid en kwaliteit van de jeugdzorg”, constateert de TAJ.
De Jeugdwet is in 2015 aangepast. Sindsdien ligt de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeenten.
Ook speelt er nog iets anders. De wijdverbreide bezuinigingen van afgelopen jaren werden geregeld uitgevoerd met de ‘kasschuif’. Die werd populair in de jaren tachtig om daadwerkelijke bezuinigingen te omzeilen. Dit houdt in dat gemeenten hun rekeningen eenvoudig een maand later betalen. Dat lijkt geen bezuiniging, maar is dat in de praktijk wel. Stel het u zo voor: één maand per jaar hoeft u plotseling niets te betalen, geen rekeningen, nada. Komt later wel weer eens. Dat houdt in dat uw koopkracht dat jaar met ruim 8% omhoog gaat. Want ook al moet u ooit betalen, alles is een maand opgeschoven, zodat sommige rekeningen wellicht na uw dood moeten worden voldaan. Voor uw leveranciers geldt echter het omgekeerde. En inderdaad:
Zorginstellingen moeten kosten zelf voorschieten en vervolgens declareren bij de gemeente waar de ouders van het kind in kwestie wonen. Sommige instellingen hebben facturen uitstaan bij tientallen gemeenten, die soms niet of laat betalen.
Dus komt de zorg nu tussen wal en schip. Aangezien de gemeenten verantwoordelijk zijn, kunt u er van op aan dat u later betaalt wordt dan u willen zou. Deze te voorziene problemen schoffelen en passant ook de ideologische verantwoording onder de decentralisatie weg:
Volgens de TAJ ligt de nadruk nu te veel op de financiën en niet op de manier waarop kinderen het best geholpen kunnen worden. Daardoor hebben veel gezinnen nog steeds te maken met meerdere instanties die langs elkaar heen werken. De bedoeling was juist dat de jeugdzorg zich zou vernieuwen en gezinnen een duidelijk zorgplan zouden krijgen.
Hoopvol bleef men het houden op ‘opstartproblemen, terwijl je zoals ik hierboven liet zien eenvoudig voorspellen kon wat er te gebeuren stond. En inderdaad:
De autoriteit sprak de afgelopen jaren nog van opstartproblemen. Uit het rapport blijkt echter dat de problemen nog steeds niet of nauwelijks zijn aangepakt. In sommige opzichten is de situatie zelfs verslechterd, zegt de TAJ.
De autoriteit maakt zich vooral zorgen over instellingen die gespecialiseerde hulp bieden aan kinderen. Ook instellingen die voor meerdere gemeenten werken, hebben het moeilijk. De vrees is dat een op de vijf gespecialiseerde instellingen nog dit jaar in grote financiële problemen komt.
Dat de zorginstellingen nu met hun boodschap naar buiten komen verbaast niet. Veel van wat er in het management van deze sector omgaat is te herleiden tot mensen van PvdA-huize. Het laatste kabinet had het al moeilijk genoeg, dus werd er discreet gezwegen. Nu de PvdA als machtsfactor van belang dreigt te verdwijnen, moeten al deze instanties voor zichzelf opkomen. En daardoor dus óók voor hun cliënten.
Zowel de kasschuif als het relatieve zwijgen zijn ooit ingegeven door PvdA-belangen. Dat dat thans geen belemmering meer is om op te komen voor de belangen van hun patiënten is een positief pluspunt van de ondergang van de PvdA. Dat klinkt allemaal heel cynisch, maar dat is het ook. Bezuinigen door keuzes te maken is nu eenmaal veel moeilijker dan incidenteel de kaasschaaf of de kasschuif te hanteren. Het is het financieel management van lafbekken zonder visie. Ministers die decentraliseren in de hoop zo financieel meer greep op de zaak te krijgen lijden overigens aan hetzelfde euvel. Al kun je dat met evenveel recht wijten aan een parlement dat keuzes maken maar lastig vindt, omdat het alle kiezers zoveel mogelijk te vriend wil houden.
Uitstel betekent geen afstel, en politici die pappen en nathouden als beleidsstijl hanteren richten meer schade aan dan je in eerste instantie vermoeden zou. Maar dat is een probleem voor hun opvolgers, zo wordt immer weer bedacht. Verantwoordelijkheid nemen, maar dan echt, door keuzes te maken, kost nu eenmaal stemmen. Het is één van de ernstigste gebreken van een democratie waar men voortdurend over de schouder kijkt. Dat populisme daar een gevolg van is beseft men vrijwel nergens in Den Haag. Dat is geen roep om een sterke man, maar een diepe afkeer van slappe paspoppen.
Even terzijde:
Zelf werk ik ook in de zorg. Voordat het mes erin ging ergerde ik mij altijd hoe makkelijk de zorg het geld liet rollen. Fooien waren bijna net zo hoog als de rekening zelf. Onbedachtzaam wijzigingen aanbrengen in bijv. inrichting, werkmethode etc. met een behoorlijk financieel plaatje aan verbonden, om vervolgens alles terug te moeten draaien (dit alles trouwens ook vaak gestimuleerd door de regels van overheid. Als je te weinig uitgeeft, wordt het budget aangepast en krijg je het jaar daarop ook minder).
Nu is het knokken voor je eigen budget. Eindelijk gaan ze met de gemeenschap portemonnee net zo om als hun eigen portemonnee. Er is dus iets goed uit gekomen.
Waar wel op een schandalige manier op bezuinigd is, is het personeel. De druk is enorm. Ik hoop dat hier met RutteIII iets aan gedaan wordt.