Jeugdzorg – marineman aan minister Hugo de Jonge: “Ga met ouders in gesprek”
Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 is de positie van zowel ouders als kinderen er in het nieuwe stelsel op achteruitgegaan.
Minister De Jonge heeft in het jeugdjournaal van 23 mei 2018 gezegd dat kinderen die knel raken in de jeugdzorg, vanwege de wachtlijsten voor specialistische hulp, hem een e-mail konden sturen en dan zou hij persoonlijk ouders in de verschillende gemeenten waar de kinderen woonachtig zijn bellen, om na te gaan waar de knelpunten zaten.
De minister was er van overtuigd dat er in iedere gemeente een oplossing mogelijk was en dat wachtlijsten in principe niet hoefden te bestaan. Afgelopen maandag demonstreerden 2500 jeugdzorgmedewerkers in Den Haag die de minister duidelijk wilden maken dat sinds de Decentralisatie van 2015 de gemeenten in Nederland structureel 750 miljoen tekort komen voor de jeugdhulp. Van de minister kwam er geen cent extra bij… Ook voor de veel gehoorde klacht van ouders dat de cliëntvriendelijkheid in het nieuwe jeugdzorgstelsel ver te zoeken is, blijft de minister Oost-Indisch doof. Dit is vooral storend als men bedenkt dat er een directe relatie bestaat tussen inefficiënt en niet-integer handelen door jeugdbeschermers en de nog altijd uitblijvende kostenvermindering die met de Transitie beoogd werd. Ouders juridisch tegen de haren instrijken en niet -of te laat deskundige hulp inschakelen voor het kind kost op termijn meer geld dan tijdig professioneel handelen.
Hieronder een brief van een vader die sinds november 2017 zijn kind niet meer ziet, gericht aan de minister:
Woensdag, 5 september 2018
Ik ben vader van een lief klein jongetje van 5 jaar. Daarnaast ben ik militair en heb mij sinds 1995 ingezet voor mijn vaderland. Het land waarvoor ik mijn leven zou geven vanwege de normen en waarden die wij hier hoog houden. Het land dat overal en altijd de democratie diende. Het land waarvan gedacht wordt dat het een rechtsstaat is, waarin burgers er vanuit kunnen gaan dat er recht wordt gesproken op basis van feiten en dat instanties en zeker ‘zorg’instanties open, eerlijk en integer zijn. Dat is het land waar ik mij jaren voor wilde inzetten en waarvoor ik mijn leven zou geven. In reactie op het zwijgen van de minister, waar het gaat om misstanden in de jeugdzorg, laat ik op deze plaats als vader van me horen.Begin april presenteerde u meneer De Jonge, als minister van Volksgezondheid samen met minister Sander Dekker van Rechtsbescherming het actieprogramma ‘Zorg voor de Jeugd’ met als doel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen. Als ouder en ervaringsdeskundige stel ik echter tot mijn teleurstelling vast dat ik op geen enkele wijze structureel betrokken ben bij het gezinsplan rond mijn kind en ook niet bij andere plannen en uitwerkingen ondanks herhaaldelijke verzoeken aan de Gecertificeerde Instelling.
De nieuwe Jeugdwet en de overheveling van de jeugdhulp naar de gemeenten heeft volgens mij niet geleid tot een effectiever jeugdzorgstelsel. Er wordt nog steeds niet naar ouders geluisterd. Ouders hebben sinds de transitie te maken met een toename van drang en dwang. In plaats van inspanningen om kinderen zoveel mogelijk thuis te laten opgroeien in het gezin, met liefdevolle zorg en waar nodig respectvolle ondersteuning, is het aantal uithuisplaatsingen juist toegenomen. Uw actieprogramma minister de Jonge, zou hier oplossingen voor moeten bieden. Er zitten wel goede uitgangspunten in het plan, maar er is veel dat aangevuld kan worden of verdere uitwerking nodig heeft.
Actieplan feitenonderzoek
Graag wil ik u voorstellen om ouders uit te nodigen om met u mee te denken en mee te praten en dit niet te beperken tot een groep ouders die van tevoren geselecteerd is op weinig mondigheid en kritische vermogen, zoals gebeurde tijdens de rondetafelgesprekken voorafgaand aan het ‘Actieplan Verbetering feitenonderzoek in de jeugdbeschermingsketen’. Het plan waarin belangrijke aanbevelingen van ouders en kritische wetenschappers niet werden opgenomen, waardoor de verkeerde indruk is ontstaan dat er enkel met gesprekken een mentaliteitsverandering teweeg kan worden gebracht. Maar de jeugdzorg heeft al zo vaak beterschap beloofd, zonder juridische hervorming van het stelsel. Ouders lijken juist minder zeggenschap te hebben dan ooit.[1]Ik mis als ouder vakmanschap, professionaliteit, erkenning en respect van de kant van de hulpverleners richting hun cliënten. Ouders worden niet gehoord, kinderen worden niet gehoord, er wordt over hun hoofden heen beslist. De jeugdzorgketen handelt niet op basis van feiten. De stelling van Veilig Thuis is tekenend voor de sector: “Een vermoeden is voldoende” om een kind zijn ouders en gehele familie af te nemen. Sterker nog, jeugdzorgwerkers stellen zich boven de wet en misleiden politie, KMar.[2] OM en zelfs de rechtbank met aantoonbare onwaarheden. De voorgaande partijen toetsen niets en blijven nadat onwaarheden zijn aangetoond bij hun standpunt, zonder te erkennen dat er op basis van ongegronde en verzonnen ‘feiten’ is gehandeld. Dit is blijkbaar ‘in het belang van het kind’?
Kinderen worden op een onwettige manier, tegen rechtelijke beschikkingen en zonder feitelijke gronden uit huis gehaald met medewerking van ‘de sterke arm’ (politie, KMar en OM). Zowel politie als KMar stellen geen kennis te hebben van de wetgeving betreffende dit onderwerp, al handelen ze er wel naar. Zij volgen ‘blind’ een ongetoetst verhaal, dat achteraf bewezen onwaar blijkt te zijn. De jeugdwerkers stellen zich boven de feitelijke waarheid en laten hun aanvankelijke vermoedens prevaleren. De rechten van kinderen worden door hen niet gerespecteerd en zelfs geweld aangedaan, want een kind heeft recht op beide ouders. De tunnelvisie van de jeugdbeschermers werkt het belang van het kind tegen.
Keteninfantiliteit
Men stelt dat er een Inspectie Jeugdzorg is om zaken te toetsen. Dit is echter te vaak een ‘papieren tijger’ gebleken. De inspectie zegt geen individuele zaken te behandelen en enkel op papier (procedures) te toetsen en niet te kijken naar de uitvoering. De ketenpartners toetsen elkaar niet en stellen elkaar te moeten kunnen vertrouwen. Ondanks dat ze aangeven dat zaken niet juist zijn en ‘niet in het belang van het kind’ stellen ze tevens niets voor het kind te kunnen doen. De ketenpartners blijven trouw aan de keten. De satellieten waaronder politie, KMar en OM blijven eveneens de keten beschermen. Aangiftes tegen strafbare feiten door jeugdzorgwerkers worden simpelweg niet in behandeling genomen en klachten niet gehoord. Ketenpartners blijven aan de leiband van jeugdzorg lopen. Een onderzoeker die maar liefst 189 fouten in acht jeugdzorgdossiers had gevonden noemde het heel toepasselijk ‘keteninfantiliteit’.Ik heb jaren mijn vaderland gediend waarbij normen en waarden hoog in het vaandel stonden, de veiligheid bewaard bleef en de belangen van Nederland overal ter wereld werden gediend. Hiervoor heb ik zelfs een eed gezworen. Ditzelfde land heeft mij op basis van leugens, bedrog en misleiding mijn zoontje zijn vader en hele familie afgenomen. Er wordt gesproken over rechtspraak, maar in de civiele rechtspraak waar de jeugdzorg onder valt is men niet geïnteresseerd in de waarheidsvraag, materiële toetsing of deskundigenrapportages. De belangen van het kind, waar iedereen zo de mond van vol heeft, worden niet gediend. Kinderlevens worden verwoest en families verscheurd, omdat iedereen zich in deze sector voor ‘deskundige’ mag uitgeven.
Ik probeer mijn land te dienen en te blijven geloven in rechtvaardigheid, integriteit, transparantie en vooral eerlijkheid en gelijkwaardigheid. Van mij wordt verwacht dat ik de wet volg en de grondwet dien. Dit is voor mij als vader en dienaar van mijn land enkel mogelijk als er dringend zaken gaan veranderen in de jeugdzorg en kinderen en ouders in Nederland ook daadwerkelijk worden beschermd. Als normen en waarden een meer prominente plaats krijgen in de hulpverlening. Als de wetten worden nageleefd en rechtspraak ook daadwerkelijk op basis van feiten en toetsing zal geschieden. Geen leugens, geen misleiding, geen machtsmisbruik, maar een rechtspositie als ouder die net zo goed in het belang van het kind is. (EVRM art.8 – Recht van het kind op gezinsleven)
Ouderverstoting
Oudervervreemding/verstoting (PAS) wordt in de Verenigde Staten al erkend als kindermishandeling,[3] maar hier kijken instanties vaak nog weg, terwijl het op grote schaal gebeurt. Levens van kinderen, die onze toekomst zijn, worden verwoest door mensen die feitelijk ‘zorg’ en ‘bescherming’ moeten leveren aan het hele gezin. Ik heb een Eed van Trouw gezworen op basis van de grondwet van een land dat de Internationale Rechten van het Kind (IVRK) en de Europese Rechten van de Mens (EVRM) heeft ondertekend. Mijn trouw wankelt, aangezien die grondrechten en wetten niet blijken te gelden voor iedereen. Als degenen die net als ik deze grondrechten zouden moeten waarborgen, zoals de politie, het OM en zelfs de rechtbank overduidelijk falen is dat zorgelijk voor alle burgers, die net als ik, hierin hun vertrouwen hebben gesteld.Ik pleit voor een grootschalig tevredenheidsonderzoek onder ouders, om het effect van de aanpak door jeugdzorgwerkers inzichtelijk te maken. Ik verzoek u om de trots die ik voel voor mijn vaderland niet beschaamd te zien worden door aanhoudende ontkenning van de problemen in deze sector door de regering. Laat mij achter mijn Eed van trouw kunnen blijven staan en een land dienen dat kinderen en ouders beschermt tegen het onrecht dat wordt veroorzaakt door ondeskundigheid, machtsmisbruik en structurele tekortkomingen bij de rechtspleging. Als militair en burger zie ik met lede ogen aan hoe er met gezinnen in dit land wordt omgesprongen en ik vraag u hier serieus naar te kijken.
Ik ben een ouder die graag met u in gesprek gaat,
Hoogachtend,
SMJR ODOPS H-J (Hendrik-Jan) Oussoren BBA
Senior Instructor GBW (Fighter Control – Kokkie)
Koninklijke Marine
“Fiat justitia, ruat caelum.” (“Laat rechtvaardigheid geschieden, zelfs als de hemel valt.”)
- Beleidsbrief Sander Dekker
- KMar – Koninklijke Marechaussee
- Richard A. Gardners volledige omschrijving luidt als volgt:
“Het ouderverstotingssyndroom is een afwijking die zich bijna uitsluitend voordoet bij conflicten rond ouderlijk gezag. Primair kenmerk is de lastercampagne die het kind voert tegen een ouder, een campagne waar geen geldige reden voor is. Het is het resultaat van de combinatie van de indoctrinatie door een programmerende (hersenspoelende) ouder en de eigen bijdragen van het kind aan de verkettering van de ouder die het doelwit is. Als er daadwerkelijk sprake is van mishandeling en/of verwaarlozing door een ouder, kan de vijandschap van het kind terecht zijn, waardoor een categorisering onder ouderverstotingssyndroom niet van toepassing is.”
Kenmerken van het ouderverstotingssyndroom:
- regelmatige minachtende uitingen tegen de ouder waar het kind niet (dagelijks) verblijft
- zwakke of onzinnige redenen voor deze minachting
- het ontbreken van ambivalente gevoelens (de ene ouder is louter goed, de andere louter slecht)
- een nageprate ‘geheel eigen mening‘ van het kind
- reflexmatige steun aan de verzorgende ouder in het ouderconflict
- afwezigheid van schuldgevoelens over het gedrag en de houding ten opzichte van de afgewezen ouder
- citeren van onbegrepen woorden
- uitbreiding van de vijandschap tot de familie van de afgewezen ouder.
Vooral in de Verenigde Staten wordt het begrip door veel rechtbanken erkend, maar is het ook bij veel rechtbanken omstreden. Gardner stelt voor om in ernstige gevallen van ouderverstoting het eenhoofdige gezag over het kind in het belang van dat kind toe te wijzen aan de verstoten ouder. Het gaat dan om gevallen waar niets anders mogelijk is. (Red: In Nederland wordt dit soms ook toegepast en staat bekend als ‘paradoxale toewijzing’)
Dit essay verscheen eerder op Jeugdzorg– Dark Horse