Integratie en haar mislukkingen – Harriet Duurvoort
Voor een effectieve emancipatie van immigranten bestaat geen betere oplossing dan een goede integratie, betoogt Toon Kasdorp tegen veel zere benen in..
“In naam van Oranje, doe open de poort” heette de column die Duurvoort op 27 oktober 2014 in de Volkskrant publiceerde. Het is een pleidooi voor een voorkeursbehandeling van gekleurde Nederlanders of buitenlanders, termen die we hier in Amsterdam gebruiken sinds men in de gemeente heeft besloten dat niet-westerse allochtonen discriminerend zou zijn.
Duurvoort meende zeker te weten dat bedrijven die meer allochtonen in de directie hebben ook meer winst maken en wijst daarvoor op Amerikaanse publicaties waaruit dat af te leiden zou zijn. Om dat ze niet erg precies was met haar vindplaatsen heb ik haar bronnen niet kunnen raadplegen, maar ik ben zo vrij ondanks dat te twijfelen aan de juistheid van haar stelling.
Het bedrijfsleven kan zich niet permitteren om resources die zich aanbieden ongebruikt te laten. Weigert een bedrijf het soort personeel dat bij de concurrentie de winst vergroot, dan duurt het niet lang of het wordt van de markt geconcurreerd. Er is dus een snel werkend evolutionair mechanisme dat er voor zorgt dat in een open economie gekleurde mensen aan het werk komen als ze inderdaad toegevoegde waarde hebben. Er is trouwens praktisch geen bedrijf meer in de Randstad waar geen nieuwe Nederlanders werken, alleen in de raden van bestuur zijn ze nog zeldzaam. Zeldzamer dan vrouwen. Het aantal vrouwen in hoge functies neemt sneller toe dan het aantal buitenlanders.
Daar is een goede verklaring voor. Meer dan de helft van de hoog opgeleide mensen is vrouw en maar een fractie van dat aantal is buitenlander. Vrouwen hebben voor het doordringen op hoge posten nog steeds een ‘handicap’. Tussen hun vijf en twintigste en vijf en dertigste verdelen ze hun aandacht meestal tussen hun werk en het op de wereld zetten en groot brengen van hun kinderen. Dat is precies de periode waarin beslist wordt wat iemands kansen zijn om door te dringen tot de top. Maar ondanks die handicap neemt het aantal vrouwen in de raden van bestuur toe.
Marokkaanse en Turkse Nederlanders zijn qua aanleg niet minder begaafd dan autochtone Nederlanders. Als ze voor de tweede of derde generatie Nederlands inwoner zijn en ook hun ouders hier op school gezeten hebben en Nederlands spreken, dan zou er eigenlijk geen reden meer moeten zijn waarom ze in het bedrijfsleven minder succesvol zijn.
Harriet Duurvoort meent dat er maar een reden kan zijn waarom dat toch niet lukt en dat is discriminatie. Maar, discriminatie of niet, een bedrijf zou wel gek zijn als het gekleurd talent liet liggen als er altijd wel een concurrent te vinden is die dat niet doet.
De reden is veel meer dat het hebben van twee culturen, wat haar zo aantrekkelijk lijkt, in feite een handicap blijkt te zijn. Wanneer een allochtoon helemaal geïntegreerd is denkt hij als een Nederlander. Dan kan hij voor de folklore thuis nog wel een Turks spreken of Arabisch en zijn Nederlandse vrienden uitnodigen voor een zelf klaargemaakte couscous, maar dan hoort hij erbij.
Wanneer iemand in een Marokkaanse wijk in Amsterdam West of Noord woont en met niemand buiten zijn buurt contact zoekt omdat zijn imam de westerse cultuur verderfelijk vindt, dan moet Duurvoort zich niet verbazen dat werkgevers dat soort vreemdelingen niet willen: ze kunnen er niets mee. Dat geldt in versterkte mate voor mensen met een strafregister en tot die groep hoort een absurd hoog percentage van de jonge allochtonen.
Ik las ergens tot mijn verbazing dat ontwikkelingshulp ook tot ons nationaal inkomen wordt gerekend. In dat verband zou je kunnen overwegen dat het in leven houden in Nederland van een miljoen niet westerse allochtonen de meest effectieve ontwikkelingshulp is die we hebben kunnen bedenken.
Veel van het geld van onze uitkeringen gaat naar de thuislanden van onze nieuwe Nederlanders en wordt daar veel effectiever besteed dan met de officiële ontwikkelingshulp ooit het geval is geweest. Het moeten onderhouden van zoveel uitkeringsgerechtigden dwingt bovendien het Nederlandse bedrijfsleven om meer te presteren en dus zorgt het voor meer autochtone werkgelegenheid.
Maar dat zijn jammer genoeg niet de enige aspecten waar onze overheid rekening mee moet houden. We staan toe dat zich hier etnisch vreemde, niet geïntegreerde, bevolkingsgroepen vestigen en op den duur krijgen we dan hier en in de andere Europese landen met hetzelfde probleem een samenleving die lijkt op het oude Ottomaanse rijk. Dat is geen prettig vooruitzicht, zoals U weet.
Voor een verstandige overheid is er geen alternatief voor integratie. Burgemeester Thomassen van Rotterdam zag dat al heel vroeg in en dat de nationale overheid het hem onmogelijk heeft gemaakt om etnische wijken in Rotterdam te voorkomen kan nog steeds beschouwd worden als de belangrijkste politieke miskleun sinds de Tweede Wereldoorlog.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
?? een (overigens geweldig) artikel van Toon Kasdorp DOOR HANNIBAL ??
Integratie kan alleen werken bij kleine aantallen integreerbare vreemdelingen die de wil en bereidheid hebben de eigen broek op te houden en bij een sterke Leitkultur in het ontvangende land. Deze punten zijn in Nederland niet of nauwelijks praktijk. Nederland en de rest van Europa trekt een type immigrant met andere ‘features’.
Overigens is er wel degelijk een alternatief voor integratie beleid, dat is namelijk remigratie beleid. En daarmee als eerste voorwaarde, een selectieve toegang tot Nederland (en vrijwel alle Europese landen).
Dit zal m.i. de enige sleutel zijn voor waar het Westen voor staat (stond) en waar zij uniek in
gebleken is (was).
Het exporteren van allochtoon “verdiend ” geld is een ramp voor de autochtone economie want noopt de regering tot verhoging van bijvoorbeeld btw wegens verlies van omzetbtw bij de middenstand..Exporteren van outkierieng welvaart heet dat met aanzuigende effect op de vleespotten.M.a.w.gecontroleerd failliet gaan!
@Juanito.👍Meer meer meer remigratie