In Brussel
Met enige regelmaat vraag je je als gemiddeld mens af, in welke wereld sommige beleidsmakers en wetenschappers leven. En heel soms krijg je daar antwoord op. Maar dat antwoord blijkt vervolgens nog minder geruststellend dan het opwerpen van de vraag.
Aangezien ik zelf in een redelijk grijs verleden enige ervaring heb opgedaan met de werking van politieke en ambtelijke molens, kijk ik niet snel meer ergens van op, al hoort u mij geregeld diep zuchten. Desalniettemin hoop je toch dat ‘de boven ons gestelden’ de wereld met meer kennis van zaken bezien. Al geeft het luisteren naar diverse gezagsdragers daartoe weinig aanleiding. Ze proberen zich weliswaar groot te houden, maar het overtuigt me niet (langer).
Een fraai voorbeeld kwam gisteravond via twitter tot mij. Op economie.nl, een blog waarop diverse Nederlandse economen bij tijd en wijle hun licht over de dagelijkse economische malaise laten schijnen, was een artikeltje verschenen van de econoom Pieter Gautier – hoogleraar aan de VU – over het begrotingstekort. Het was leesbaar (sla de formules gewoon over, die voegen niets toe aan wat ik er mee wil) en leerzaam: want in een bijzin vermeldde Gautier dat economen (ik neem aan dat hij econometristen bedoelde) tegenwoordig werken met de ‘political economy’, die sinds de jaren 80 opgang maakt.
Kort gezegd komt het er op neer, dat men politici niet langer als externe factoren beschouwt, maar als onlosmakelijk onderdeel van het proces dat tot tekorten leidt. Ik moet u zeggen: ik stond paf. Want wie iets van de loop der geschiedenis af weet, beseft dat dit niet alleen geheel waar is, maar tevens dat elke andere gedachte in dit verband de schroothoop niet ontsnappen mag. Want wie er vanuit gaat dat politici iets anders zijn dan de ooit absoluut regerende vorsten, begrijpt niets van de maatschappij als ordeningssysteem.
Staten en hun elites hebben de onweerstaanbare drang de grenzen van hun mogelijkheden op te zoeken, zodat evenzeer onvermijdelijk is dat ze bij het zoeken van die grenzen er ook overheen gaan. Met alle gevolgen van dien. Zoals ook de historicus Paul Kennedy al ietwat verbaasd constateerde in zijn als baanbrekend beschouwde boek “The rise and fall of the great Powers’. Hoogmoed, ja overmoed, is de essentie van regeren. Op een bepaald moment verliest men het zicht op de realiteit, gaat luchtkastelen bouwen, en komt uiteindelijk voor de val.
Met bovenstaande in gedachten is het niet moeilijk te beseffen wat thans in Brussel plaatsvindt, alsmede de verwarring en verwilderdheid die de Eurocraten bevangt als ze de plotselinge weerstand van de Europese naties tegen hun verenigingsdrang bezien. Ze begrijpen het niet, en als de absolute heersers die ze zijn, durven hun onderhorigen in het Berlaymont hen ook niet altijd te vertellen hoe zaken echt zitten (hiervan heb ik uit de eerste hand schitterende anekdotes gehoord die ik u helaas niet kan doorgeven vanwege gevraagde vertrouwelijkheid). De EU-machine geeft nog slechts door wat de top horen wil, en alle onwelgevallige feiten worden weggeredeneerd alsof ze door de duivel zijn ingefluisterd.
Dat iemand als Nigel Farage dat met satanisch genoegen doet staat vast. Dat hij niet fluistert eveneens.
De ontkenning van de realiteit, in het afgeschermde wereldje van federalistisch gelovigen, wordt steeds moeilijker. De afgelopen drie jaar is het aantal gelovigen afgenomen, zeer sterk afgenomen zelfs. De basis van het federale geloof wordt ook steeds verder ondergraven, en de opmerking dat de keizer geen kleren draagt is al zo afgesleten dat velen zich schamen die metafoor nog te gebruiken. De vergelijkingen met de oude USSR beginnen pijnlijk moeilijk te ontkennen te worden. Niet voor niets was de hilariteit vorige week enorm toen juist de Russische premier die vergelijking trok.
De EU is inderdaad het hoogtepunt – de kroon – geworden van een ontwikkeling. Maar niet die van de onvermijdelijke samensmelting die de federalisten verkondigen. Het is vooral het bewijs van het feit, dat wat geen samenhang vertoont, niet aaneen kan worden gesmeed zonder al snel fatale scheuren te gaan vertonen.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.