Immigratieland?
Nederland is geen immigratieland, of het zou het in elk geval niet horen te zijn. 17.000.000 inwoners op minder dan 40.000 vierkante kilometer bewoonbaar landoppervlak is te veel. Dat is 417 mensen per km2.
Twee miljoen vreemdelingen is meer dan in redelijkheid van ons kan worden gevraagd.
Immigratie zou in principe beperkt moeten blijven tot degenen die werk kunnen doen dat anders ongedaan zou blijven, omdat uitkeringstrekkers het niet aan kunnen. Tot dit soort welkome immigranten behoort de meerderheid van de Poolse en Baltische gastarbeiders tegen wie, behalve Wilders, niemand in Nederland bezwaren lijkt te hebben. Dat er uit die groepen overlast veroorzaakt wordt en er ooit in een paar dagen tijd 40.000 klachten over zijn geregistreerd, doet daar niet aan toe of af. Dat betekent alleen dat de Nederlandse overheid het weer eens heeft laten liggen en dat een politieke partij een gat zag in de politieke markt. Dat dit soort klachten toen werden geïnterpreteerd als een Nederlandse aversie tegen Polen is een van die hysterische politieke acties, die een normaal mens schouderophalend naast zich neer legt, in de hoop dat dit wel weer over zal waaien.
Aan de immigranten die we hier toelaten moeten we strengere eisen stellen dan we tot nu toe doen. De zekerheid bijvoorbeeld dat ze voor zich zelf kunnen zorgen en niet ten laste van de gemeenschap komen. Net als de oudere immigratielanden zouden we borgtochten moeten eisen voor we ze binnen laten. Het CDA en andere christenen die menen dat de immigratie een wens is van de Heer zouden van hun geloof kunnen laten blijken door zelf zo’n borgtocht te storten.
Voor zover aan een dergelijk beleid wetten in de weg staan of internationale verdragen horen de regels te worden aangepast.
Of Nederland mensen asiel moet geven blijft de vraag. In het algemeen niet, meen ik, maar er kunnen gevallen zijn waarin de acute nood zo hoog is dat er uitzonderingen worden gemaakt. Een land als Frankrijk dat vijftien keer zo groot is als Nederland en krap vier keer zoveel inwoners heeft, zou eerder in aanmerking komen. Dat geldt ook voor Scandinavische landen als Noorwegen, Zweden en Finland.
Wanneer kinderen van immigranten Nederlandse scholen bezoeken en de taal niet beheersen zijn ze zich zelf en anderen tot last. Voor iedere school behoort een aangepaste taaltest te worden afgelegd en alleen wie slaagt moet worden toegelaten. Omdat iedere inwoner gelijk behandeld hoort te worden betekent dit dat de leerplichtwet gewijzigd moet worden en we in plaats van een leerplicht een leerrecht moeten krijgen. Dat recht is voorwaardelijk. Men moet om het te kunnen krijgen het Nederlands beheersen en zich gedragen.
Dat stelt de overheid in de verplichting adequate taalcursussen te geven aan degene die willen worden toegelaten, want onderwijs is en blijft een voorwerp van haar bijzondere zorg. Adequaat wil zeggen dat uitsluitend mensen met een vergelijkbare aanleg en ervaring samen les kunnen krijgen. Wie eenmaal aan een cursus begonnen is, zal zich aan de voor de cursus te stellen regels moeten houden of anders dulden dat hij wordt weggestuurd. Wie wil weten wat de problemen zijn bij taalcursussen aan allochtonen, die moet lezen wat Roos Friesland daar over schreef op de site Keizers en Kleren, of anders haar haar boek Inburgeren in de Praktijk.
Wie voldoende taalbeheersing heeft en wordt toegelaten, maar eenmaal toegelaten toch de lessen verstoort of de leraar en andere leerlingen hindert moet van de school verwijderd kunnen worden, na eerst een of twee duidelijke waarschuwingen te hebben gehad. Voor dit soort leerlingen moet dan weer een adequate opvang komen, maar andere scholen kunnen niet verplicht worden ze op te nemen. Het verwijderen of toelaten van leerlingen hoort geen financiële gevolgen te hebben voor een school. Financiële prikkels moeten uitsluitend worden verbonden aan de resultaten van examens die niet door de school zelf worden afgenomen of aan een andere meetbare toegevoegde waarde van een school.
Tot het einde van de leerplichtige leeftijd moet de overheid zorgen voor onderwijsmogelijkheden, maar de leerplicht als zodanig wordt afgeschaft en vervangen door een leerrecht. Wie van dat recht zonder gegronde reden geen gebruik maakt verspeelt zijn aanspraken op de wettelijke faciliteiten van de overheid.
Een dergelijke aanpassing van ons onderwijssysteem zou al lang door de rijksoverheid moeten zijn doorgevoerd. Dat men daar niet toe komt en meer dan een generatie lang Gods water over Gods akker heeft laten lopen wijst erop dat een grootscheepse reorganisatie van onze overheid eigenlijk onze grootste prioriteit zou moeten zijn.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Gelukkig zijn de Syriërs die hier naar toe zijn gekomen om dat apenland en de oorlog te ontvluchten (evenals de Irakezen, Iraniërs, Afghanen enz.enz.) allemaal goed opgeleide mensen. Moet ook wel natuurlijk anders hadden ze geen duizenden dollars aan smokkelaars bendes kunnen betalen toch?!? Tenminste, ik kan me niet herinneren dat ik er één aan heb komen zien lopen, berooid en wel.
Het is feitelijk heel simpel, immigranten hebben we geen plaats voor, en (kleine aantallen) vluchtelingen vangen we op tot dat hun land van herkomst weer veilig is en ze huiswaarts kunnen keren.
Deze mensen hoeven dus helemaal onze taal niet te leren, en ze hoeven ook niet te integreren, het zijn gasten, en gasten zullen vroeg of laat weer een keertje naar huis moeten.
Het probleem zijn de Eurofiele politici die immigranten onterecht als vluchtelingen classificeren om ze het land binnen te kunnen loodsen en deze zogenaamde vluchtelingen dan vervolgens wel als immigranten behandelen.
“……maar andere scholen kunnen niet verplicht worden ze op te nemen. ” Het probleem is dat scholen nu juist wel verplicht zijn ( leerplicht, zorgplicht) voor een leerling die niet te handhaven is een alternatief te zoeken. Soms komt het dan tot een uitruil: wij hebben er ook zo één, als jullie die nou van ons overnemen, nemen wij die van jullie. In een nieuwe omgeving gaat het misschien wel goed, hoopt men dan. Een collega van me betitelde dat treffend als “het rondpompen der klootzakjes”. Ik moet er wel bij zeggen dat tot die laatste categorie niet alleen allochtoontjes behoorden.