Immigratie vanuit Mexico naar USA droogt op
Het is een opmerkelijk fenomeen. De Amerikaanse politiek is momenteel met weinig anders bezig, zo lijkt het. Maar de cijfers geven aan dat per saldo meer Mexicanen de USA verlaten dan er binnenkomen. Beide zaken hangen echter samen.
Het is een fenomeen dat ver teruggaat, die immigratie vanuit Mexico naar de USA. Niet in het minst was de oorzaak dat een groot deel van de huidige USA ooit deel uitmaakte van Mexico. Dus de noordwaartse trek van Mexicanen die werk zochten was om veel redenen (behalve economische, bijvoorbeeld taal en oude familiebanden) een logische. Dat de USA het economisch altijd beter heeft gedaan dan Mexico, maakte het logisch dat al in tijden dat grenzen niet meer waren dan lijntjes op de kaarten in hoofdsteden, het land aantrekkelijk was voor economische migranten.
Vanaf de jaren vijftig werd er aan die grenzen in toenemende mate gecontroleerd, en begon illegale immigratie te ontstaan. Diverse Amerikaanse presidenten hebben zich daarover zorgen gemaakt, maar veel verder dan het bouwen van een immens hekwerk langs de grens en het terugkiepen van immigranten over die grens kwam men nauwelijks. Ook niet, omdat de Mexicaanse overheid er niet erg happig op was: het geld dat migranten hun familie stuurde was veel te nuttig. Pas sinds een jaar of twintig maakt de USA er meer werk van, iets dat samenhangt met de krimpende arbeidsmarkt.
En dat blijkt nu ook de reden van het opdrogen van de stroom migrerende Mexicanen.
Volgens de Wall Street Journal zijn er een paar redenen voor deze ontwikkeling:
Mexican families have fewer mouths to feed as the country’s birthrate has declined to near replacement level, similar to that of the U.S., relieving economic pressure that motivated migrants to go north to find higher-paying jobs than are available in Mexico. Meanwhile, Mexico’s economy improved.
“The days of mass immigration from Mexico are over,” said Pia Orrenius, senior economist at the Federal Reserve Bank of Dallas who studies migration. “Slower population growth in Mexico along with a stable economy and an expanded public-safety net are developments that have trimmed the ‘push factor.'”
Minder grote families in Mexico en grotere problemen in de USA een redelijk betaalde baan te vinden zouden de oorzaken zijn. Dat is slecht nieuws voor Republikeinse presidentskandidaten als Donald Trump, die dit hoog op de agenda hebben gezet voor de presidentsverkiezingen in 2016. Zou je zeggen.
Maar dat is te vroeg gejuicht voor fans van de Democraten. Want hoewel de aanleiding minder acuut blijkt te zijn, is het gesignaleerde probleem er niet minder om: het aantal banen voor Amerikanen vermindert. Nog steeds. En ook al zijn de Mexicanen dan niet de oorzaak, het uitzetten van de illegalen onder hen zal wel degelijk meer ruimte scheppen voor de laagste Amerikaanse klassen, die het steeds zwaarder beginnen te krijgen.
Er is nog een additioneel punt: hoewel het aantal immigrerende Mexicanen daalt, stijgen de aantallen Indiërs, Chinezen en andere Aziaten. Deze mensen komen vaak binnen als student en high-tech-arbeiders. En anders dan bij de immigratie van laagopgeleiden, is van hen intussen onomstotelijk vastgesteld dat zij wel degelijk bijdragen aan een verdringingseffect.
Dit zet de Amerikaanse middleclass sterker onder druk. En daar ging het al niet heel goed mee. Maar aangezien juist dit de groep is die de beslissende stem heeft tijdens verkiezingen, is het aankaarten van immigratie door lieden als Donald Trump nog slechts een eerste stap in een debat dat zich de komende jaren zal verbreden.