DE WERELD NU

De illusie van steun en verantwoording

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Bij elke ramp die ons overkomt, vinden we als bevolking tegenwoordig dat we de steun van de boven ons gestelden niet kunnen ontberen. Hoe groter die ramp, hoe hoger de gezagsdragers die dienen op te draven. Dat is niet altijd zo geweest.

Het curieuze is ook, dat er een element van verantwoording is binnengeslopen in de manier waarop we onze gezagsdragers feitelijk dwingen hun neus – liefst natbetraand – te laten zien op de rampplek. Zelf was ik het na de tsunami in Zuid-Oost Azië vijf (of zes?) jaar geleden dan ook volmondig eens met de toenmalige minister Remkes – die toevallig in Thailand op vakantie was – toen hij verklaarde niet naar de rampplek te zijn gegaan, omdat hij dan redders voor de voeten had gelopen, en toch niets nuttigs kon doen. Volledig terecht, maar zo werkt de moderne wereld niet meer. De moderne wijsheid betoogt dat de minister zijn collegae in Thailand van zijn aanwezigheid op de hoogte had moeten stellen, teneinde de lijken van enige verzopen landgenoten in ogenschouw te nemen. De toegevoegde waarde ontgaat me.

Mij mag die toegevoegde waarde dan ontgaan, maar ik lijk daarmee alleen te staan. De herdenking van het neergehaalde vliegtuig MH17 was niet compleet zonder een bezoek van koning Willy en zijn vrouw aan de rampplek. Bij de herdenking. Herdenkingen zijn de nieuwe manier van linten knippen,en het geeft ons staatshoofd de extra reden die hij nodig heeft zijn baantje te rechtvaardigen, dus hij doet het graag.

Het is een extra illustratie van de evolutie in ons staatsbestel, waarin het staatshoofd van uitvoerende macht degenereerde naar de functie van bindende macht.

Dat is geen ontwikkeling van vandaag of gisteren. In de jaren vijftig vertrok koningin Juliana op stel en sprong naar Zeeland toen de ramp van ´53 plaatsvond. Iets daarna deed de Britse koningin Elizabeth II iets vergelijkbaars bij een ramp in een dorpje in Wales, wat haar extreem veel goodwill opleverde. Zij werden daarin voorgegaan door de monarchen die zich tijdens WW II zeer begaan toonden met het lijden van hun bevolkingen, en daaraan vervolgens weer een grote populariteit ontleenden. Sindsdien kan ook een burgemeester zich niet veroorloven buiten beeld te blijven al er iets is gebeurd – terwijl daarvoor objectief geen goede reden te geven valt. Coördinatie van hulp vanaf de achtergrond immers veel belangrijker.

De Nederlandse koning Lodewijk Napoleon (Koninkrijk Holland 1806-1810) was wellicht de eerste die de publicitaire waarde van zijn rol als vorst wist te combineren met een zekere bindende rol. Dat hij dat belangrijk vond was niet voor niets. Als geboren Fransman en overduidelijke zetbaas van zijn broer keizer Napoleon I had hij veel moeite in Holland te worden geaccepteerd. Maar toen hij zich na de ramp met het kruitschip in Leiden persoonlijk op de hoogte ging stellen, werd hij door het volk van Leiden uitzinnig toegejuicht. Het was een les die hij niet vergat, en vele vorsten na hem raakten zich hiervan vervolgens ook bewust.

Het gaat hand in hand met de ontwikkeling waarin de rol van het staatshoofd als absolute macht werd teruggedrongen, en zij meer en meer moest vertrouwen op de rol die aan de bevolking werd ontleend. De Franse Revolutie is hiervoor ook daarom een goed startpunt. Want niet alleen het verval van het absolutisme als belangrijke machtsfactor is hiervan een onderdeel: ook de ontkerkelijking en een veranderend godsbeeld schemeren door veel van deze evolutie heen.

Daarin ligt dan misschien de oorzaak dat monarchen zich tijdens de Middeleeuwen niet vertoonden bij een natuurramp, tenzij om de versterking van aangetaste posities te helpen verbeteren. Het leed van het volk kwam er niet op aan. Niet alleen was dat een kwestie tussen hen en god, maar aangezien god als de eerstverantwoordelijke voor rampen werd beschouwd, had de vorst er ook niets mee te maken, en handelde daar naar.

Terzijde: van de vorst als aanvoerder van zijn soldaten zijn wel goede voorbeelden bekend. Vorsten die zich encanailleerden met de soldaten was logisch, want niet zelden waren zij van hen persoonlijk afhankelijk in tijden dat ze hun legers nog zelf aanvoerden.

Als we verder teruggaan, zien we dat dit geen ander beeld levert dan het middeleeuwse. De documentatie is vaak veel armzaliger, zodat dit als tegenargument hout lijkt te snijden. Maar ik vond er toch één die alle twijfel uitsluit: Pompeii, en de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus. De toenmalige Romeinse keizer Vespasianus, noch zijn zoon en directe opvolger Titus, kwamen naar Pompeii of Herculaneum om de getroffenen een hart onder de riem te steken. Niet alleen was de baai van Napels eenvoudig te bereiken vanuit het keizerlijk paleis in Rome, maar diezelfde baai was ook een geliefd vakantieoord voor de Romeinse elite. Toch is er niets, maar dan ook helemaal niets, dat wijst op een bezoek van het topgezag aan Napels. Hoogstens werd er een gezagsdrager afgevaardigd om te zorgen dat de afwikkeling ordelijk verliep, maar met een hart onder de riem steken had zoiets niets van doen.

Niet dat dat in de moderne tijd wèl iets te doen heeft met medeleven. It’s part of the job. Moderne staatshoofden zouden een dergelijke omissie publicitair niet overleven, maar in de Oudheid keek men er dus niet van op.