Identificatie
Als de politie mij laat stoppen en mijn rijbewijs wil zien of een andere vorm van identificatie, dan zit ik daar niet mee.
Ik heb zo’n ding altijd bij me. Dat een Ghanees of Somaliër die hier legaal verblijft daar wel moeite mee zou hebben, kan ik me moeilijk voorstellen. Dat de discriminatie autoriteiten eisen dat er eerst een overtreding gemaakt wordt voor dat bij vreemden de identiteit wordt gecontroleerd, vind ik vreemd. Legale vreemden hebben die identificatie om hem te kunnen te tonen en illegale vreemden moeten uitgezet kunnen worden en daarvoor moeten ze eerst worden geïdentificeerd.
Al dat gedoe over discriminatie in dit verband vind ik vreemd. Ik vind dat de discriminatie wetgeving en al die organisaties die zich met het onderwerp bezig houden beter kunnen worden afgeschaft. We hebben een grondwet en een aantal direct werkende verdragen die discriminatie verbieden en we hebben rechters in Nederland om de wet te handhaven. Tenslotte hebben sociale rechtshulp. Dat zou alles bij elkaar genoeg moeten zijn.
Als rechters onvoldoende toegankelijk zijn of sociale advocaten te duur, dan hebben we een veel groter probleem dan met de bevoegdheden van de politie tegenover mensen die we toch al van plan waren uit te gaan zetten. Een probleem waar dan dringend wat aan gedaan zou moeten worden.
De ontoegankelijkheid en trage werking van het justitiële systeem is niet pas iets van de laatste tijd. Een eeuw geleden ging het proefschrift van E.M. Meijers al over dit onderwerp. En ook toen al constateerde hij dat het een probleem van alle tijden is. Je doet er wat aan, bijvoorbeeld door een nieuw soort toegankelijke rechter te benoemen. Zo hebben we de president in kort geding gekregen, die vroeger, als het nodig was, binnen 24 uur een voorlopige voorziening gaf. Voor je het in de gaten hebt worden de termijnen weer langer en de voorwaarden weer ingewikkelder.
Je hebt pro deo advocatuur georganiseerd, maar de kantoren sturen hun jongste stagiaires, die er weinig van bakken. Het systeem voldoet niet. Je hebt niet zo lang geleden als overheid het ontstaan van een sociale advocatuur bevorderd en nu al rijzen de kosten ervan weer de pan uit.
Er zitten kennelijk automatismen in het disfunctioneren van de wetgeving en van het justitiële systeem die meebrengen dat er continu aan geknutseld moet worden.
Een praktische manier om daar wat aan te doen zou zijn om een rem te zetten op het maken van nieuwe wetten. Bijvoorbeeld door in de grondwet een bovengrens te stellen aan hun aantal. Als je dan een nieuwe wet wilt invoeren zul je als wetgever eerst een bestaande moeten afschaffen.
Of probeer het eens met lekenrechters die bij simpele zaken niet gebonden hoeven te zijn aan het toepassen van dikke wetboeken. Stel een deskundige aan die beslist welke zaken voor zo’n simpele procedure geschikt zijn en die de andere kan doorsturen naar de gewone rechter.
Maar om terug te komen op het probleem van de illegalen. Als je die arme mensen strafbaar wil maken als ze in Nederland verblijven, maak het de politie dan in elk geval gemakkelijk om ze op te sporen en aan te houden. Als je bang bent voor misdragingen door de politie, leid ze dan beter op of geef ze behoorlijke officieren die beter toezicht houden.
We zaten met het probleem dat we moesten bezuinigen in een periode dat het slecht ging met de economie. Schaf dan om te beginnen allerlei onnodige bureaucratie af die alleen maar veel kost en geen toegevoegde waarde heeft. Daar is iedereen mee gebaat. Vooral de overheid zelf, die met overbodige regelgeving meer ergernis opwekt bij iedereen dan nodig is.
Dit artikel verscheen eerder vandaag ook op het Blog van Toon Kasdorp