Hoofdluis niet uit te roeien?
Ik lees een berichtje over hoofdluis, en krab automatisch op mijn hoofd. Om meerdere redenen overigens.
Ook als het om zoiets ordinairs als hoofdluis gaat, draait de firma leugen & bedrog overuren in Nederland:
Het aantal gevallen van hoofdluis lijkt niet af te nemen in Nederland, ondanks dat er betere bestrijdingsmiddelen op de markt komen. ,,Wij zien geen duidelijke teruggang van het aantal besmettingen”, zegt Ingrid Ligthart van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis (LSH).
Niet dat wat hierboven staat niet klopt – het is echter niet meer dan een begin van het verhaal, in plaats van het gehele probleem. Om hoofdluis effectief te bestrijden zijn eigenlijk maar twee zaken vereist:
- De wil van de gehele bevolking ervan verlost te raken.
- Geen nieuwe invoer van luizen.
Ingewikkelder is het niet. Met nieuwe bestrijdingsmiddelen heeft dat niets te maken. Want oorspronkelijk werd de luis uit Nederland verdreven met gewoon water en zeep. En inzet.
Wat die mevrouw van het LSH kennelijk niet weet of niet weten wil, is dat hoofdluis circa 45 jaar geleden in Nederland zo goed als uitgestorven was. In ieder geval in het westen van het land waar ik toen woonde. Ook al waren er wellicht een paar achterbuurten waar de uitroeiing wat meer voeten in aarde had, zo tussen 1970 en 1975 werd de strijd tegen de hoofdluis in heel Nederland als gewonnen beschouwd.
Zelf werd ik na een verhuizing op mijn nieuwe school eenmaal onderzocht (op mijn oude school, die niet in een achterbuurt lag, bestond het probleem al niet meer). Dat was voor het laatst – het instituut luizenmoeder werd officieel opgeheven, en als er in Nederland sindsdien nog eens luizen werden ontdekt, kwam dat door import vanuit het buitenland. Na de vlo was de luis het tweede type ongedierte dat dankzij de inzet van de gehele bevolking uitgedreven werd.
Tot mijn verbijstering merkte ik tien jaar terug dat de luis weer geheel terug was op lagere scholen. Het fenomeen luizenmoeder bestond ook weer, en door een kennis die op een opvang werkte werd me uitgelegd dat speciaal na de zomer de luizen altijd weer op volle kracht aanwezig waren. Als de allochtone bevolking terug kwam van vakantie in het land van herkomst was het alle hens aan dek om de epidemie binnen de perken te houden. Ieder jaar weer. Ieder jaar ook hetzelfde liedje: luizenzakken, nieuwe bestrijdingsmiddelen en steeds het probleem de mensen die ze hadden meegebracht er van te overtuigen dat er wat aan moest worden gedaan, en dat dat met voldoende inzet ook kòn.
Het luizenprobleem is heel illustratief voor het algemene probleem met dit soort zaken: je moet het op willen lossen, en je moet beseffen dat insecten die standaard over je hoofd en andere lichaamsdelen krioelen ongewenst zijn. En dat die beesten zo besmettelijk zijn als de neten. Een kwestie van opvoeding, dus.
Ondertussen heeft 17% van de kinderen op scholen dus hoofdluis. En als andere ouders ze niet effectief bestrijden kunt u doen wat u wilt, maar op een dag komt u er achter dat ook uw kleuter er mee rondloopt. Het is me gebeurd, en ik word nog steeds razend als ik er aan terugdenk.
Zijn luizen ook koeltoer? We mogen het niet hopen, maar de labbekakkerige aanpak er van lijkt er op te wijzen dat veel mensen er op voorhand van uit gaan dat je er uit respect maar niets aan moet willen doen. Dat mensen je geen hand willen geven wordt zo dan ook iets om blij van te worden. O tempora, o mores.
Uitstekend wetenschappelijk bewijs dat we met het toelaten van koppensnellers uit de van origine pislam landen er volslagen ingeluisd worden.Het plaatsen in quarantaine van zwarte scholen wordt zodoende een harde noodzaak en een opluchting voor de autochtone weldoeners.