Hoe een strafrechtelijk onderzoek stuk kan lopen
Van alle hoge ambtenaren de ik in mijn werkzame leven heb ontmoet was Joris Demmink in mijn ogen degene die de meest intelligente en alerte indruk maakte. Afstandelijk, dat wel, maar dat is wat je van ambtenaren in zijn positie verwacht.
Er was in zijn gedrag niets dat wees op een geheim tweede leven. Dat verklaart misschien ten dele waarom zijn ambtelijke omgeving zo’n moeite had om de beschuldigingen te geloven die tegen hem werden ingebracht. Toch kan het niet anders dan dat de pogingen om de zaak in de doofpot te stoppen onrechtmatig zijn geweest. Waarschijnlijk had men zich op een gegeven moment al te veel gecommitteerd in eigen ogen om nog met goed fatsoen terug te kunnen keren op de ingeslagen weg.
De zaak Demmink is met dat al een goed voorbeeld van het tekort schieten van het bestaande strafrecht. Er is geen twijfel over mogelijk dat Joris Demmink, de ambtelijke leider van het ministerie van justitie, een actieve pedofiel was. Hij maakte gebruik van de diensten van pooiers. Er zijn te veel getuigenverklaringen van mensen die zeggen als kind door Demmink te zijn misbruikt en van onderzoeksambtenaren dat hij deel uit maakte van een netwerk van pedofielen, om in zijn onschuld te kunnen blijven geloven. Hij is nooit veroordeeld omdat, voor zover bekend, nooit in één enkele zaak wettig en overtuigend bewijs is aangevoerd. Ook in de gevallen waar er meer getuigen waren bleek het steeds weer te gaan om verschillende incidenten, zodat de unus testis nullus testis-regel gelden kon. Van een incident dat in het buitenland plaats vond werd aangenomen dat hij er niet bij betrokken kon zijn geweest omdat hij dan in één dag op en neer zou moeten zijn gevlogen.
Vanuit het ministerie werd informatie achter gehouden en op een zo gunstig mogelijke manier gepresenteerd als achterhouden niet langer mogelijk bleek. Aan alle kanten is door het ministerie geprobeerd om Demmink uit de wind te houden. Volgens het OM, dat onder het ministerie ressorteert, is er geen enkel belastend materiaal gevonden voor de betrokkenheid van Demmink. Rechercheurs hebben niettemin onder ede verklaard dat Demmink verdachte was, hij zou worden geobserveerd en getapt, maar het OM heeft dat deel van het onderzoek afgeblazen.
“Demmink was een van de subjecten”, stelde rechercheur De Graauw volgens het AD tijdens het verhoor. “We kregen informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) dat hij betrokken was bij pedoseksuele contacten.” Ook was een officier van justitie in beeld als verdachte. Maar het onderzoek werd gestopt voordat het team iets met die informatie kon doen. De Graauw snapte niet waarom dat gebeurde. “Bij een dergelijk zwaar opgetuigd onderzoek heb ik het halverwege stoppen nooit meegemaakt.”
Het verhaal van De Graauw werd voor de rechtbank bevestigd door oud-agent Emile Broersma. Hij stelde dat hij zich vier verdachten kon herinneren in de misbruikzaak: Demmink en drie hoofdofficieren van justitie. ”Ik mocht mijn mensen niet vertellen om wie het precies ging. Het waren NN-verdachten”.
De enige seksuele relatie die Demmink tijdens zijn verhoor erkende was die met een meerderjarige Hongaarse porno-acteur. Het onderzoek tegen Demmink en de andere verdachten in het netwerk liep uiteindelijk op niets uit: diverse huiszoekingen bij betrokkenen leverden niets op. Dat kwam onder andere doordat informatie over het onderzoek op straat kwam te liggen en de betrokkenen alle tijd hadden gehad eventuele belastende informatie zoek te maken.. Toch hebben zes getuigen onafhankelijk van elkaar verklaard dat Demmink in de jaren tachtig omgang had met een beruchte jongenspooier in Den Haag. Twee getuigen hebben hun verklaring onder ede herhaald bij een notaris. Het AD dat deze berichten publiceerde hoeft zijn artikelen over Demmink niet te rectificeren. Ook hoeft de krant geen schadevergoeding te betalen. De rechtbank Rotterdam heeft dat bepaald in een civiele bodemprocedure.
Er is door het ministerie tussen de ton en de twee ton aan advocatenkosten betaald voor iets dat per definitie in de privésfeer van de ambtenaar Demmink lag. Toen hij onder druk van alle beschuldigingen uiteindelijk van het ministerie vertrok werden er voor dertig à veertig duizend euro aan afscheidsfeestjes voor hem georganiseerd. Het ministerie heeft met andere woorden tegen beter weten in volgehouden dat er niets aan de hand was met haar ambtelijke hoofd. Hoe kan zoiets?
Duidelijk om twee redenen. Het ministerie dat het heel justitiële apparaat in Nederland beheerst, heeft zijn best gedaan het onderzoek te frustreren. Maar daarnaast speelt een belangrijke rol dat bewijs dat iemand een pedofiel leven leidt en met minderjarige jongens, volgens hun zeggen, tegen hun zin seksuele contacten heeft gehad niet voldoende is voor een veroordeling. Nergens is men daar zo goed van op de hoogte als op het betrokken ministerie en dat heeft zeker geholpen bij het frustreren van alle pogingen om Demmink achter de tralies te krijgen. Iets wat hij in alle opzichten zou hebben verdiend op basis van de informatie die over hem naar buiten is gekomen.
Dit artikel verscheen eerder vandaag op het Blog van Toon Kasdorp
Het is een zieke wereld waar wij in leven.
Een man zoals Demmink wordt ondanks al zijn verkrachtingen vrijgesproken.
Een man als Wilders wordt alleen om woorden al veroordeeld.
Het rechtssysteem is dood.
De beerputzaak demmink heeft de omvang van een moeras waarin alle riolen van de justitie paleizen de laatste 40 jaar zijn samen gekomen. Daar valt geen recht pad meer over te bewandelen. Failed state nederigland.
Justitie is een criminele organisatie, Rechtvaardigheid op dat ministerie een Fata Morgana.