Historici met praktijkervaring
Het is geen discussie die in ooit Nederland sterk heeft gespeeld, maar dat praktijkervaring voor geschiedschrijvers van eminent belang is heeft zijn eigen logica.
In Frankrijk bestaat de traditie dat politici er erudiet zijn en dat zij beschikken over intellectuele vaardigheden. In de negentiende eeuw werd de bekende dichter en schrijver Alphonse de Lamartine minister en in de twintigste onder De Gaulle de niet minder bekende André Malraux.
De Gaulle zelf heeft werk geschreven dat voor dat van Churchill niet onderdoet en ook François Mitterrand en Giscard d’Estaing hebben boeken op hun naam staan. Die laatste vooral stelden weinig voor, maar zij deden het toch maar. Den Uijl zou het niet gepresteerd hebben, terwijl die toch geldt als de meest intellectuele Nederlandse politicus van na de oorlog. De boeken van Bolkestein zijn aardig en niet veel meer dan dat, maar de VVD geldt dan ook niet als een intellectuele partij.
Helemaal eerlijk tegenover de PvdA was mijn opmerking van daarnet misschien niet, want de oude Drees, die helemaal geen intellectuele pretenties had, heeft een aantal voortreffelijke publicaties op zijn naam staan. Of iemands ervaring als politicus hem een betere dichter maakt weet ik niet en evenmin of dichterlijk talent helpt in het politieke métier, maar voor historici lijkt de combinatie vruchtbaar.
De beste geschiedenisboeken worden geschreven door mensen die zelf geschiedenis hebben gemaakt. Churchill, De Gaulle en Henry Kissinger zijn recente vertegenwoordigers van die school, Macaulay en Gibbon de Angelsaksische tegenhangers van Lamartine uit de negentiende eeuw; Thucydides de oudste en de allerbeste.
Je hoeft niet noodzakelijk een minister president of de rechterhand van de president van de VS te zijn geweest om een goed historicus te zijn. George F. Kennan was ambassadeur in Moskou aan het begin van de koude oorlog en ook Gibbon had geen absolute topfunctie, maar wel politieke verantwoordelijkheid en toegang tot het proces waarmee uit rauwe waarnemingen historische feiten worden gecreëerd. En dat is een ervaring die de historicus nodig heeft.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Fijn artikel.
Als historici, ook politicus zijn geweest, en aldus ervaring met / inzicht in
de praktijk hebben [ gehad ] , is dat een voordeel , voor een grondige oordeels-vorming.
Toch lijkt mij de persoonlijkheid van een historicus, nog belangrijker :
allround zijn, inzicht hebben, en bovenal : gezond gevoel en menselijk verstand.