DE WERELD NU

Het strafrecht, zijn bedienaren en het 2e Wildersproces

Artikel 140, strafrecht, schizofreen beleid

Toon Kasdorp legt uit hoe restricties aan het strafrecht ook de vervolging van Wilders aan grenzen moet binden, maar dat progressieven daarmee marchanderen.

Drie linkse partijen wilden hoerenlopen strafbaar maken met maximaal vier jaar gevangenisstraf of twintig duizend euro boete als de man in kwestie redelijkerwijs had kunnen weten dat de vrouw gedwongen werd tot prostitutie. Je mag aannemen dat de deskundigen van deze drie partijen voor ze dit idee lanceerden overleg hebben gepleegd met het college van Procureurs Generaal.

Hoe dan ook, een kind in het strafrecht kon hun hebben uitgelegd dat dit niet gaat werken. Bewijzen dat iemand redelijkerwijs had kunnen weten dat een prostituee gedwongen aan het werk is zal alleen in uitzonderingsgevallen mogelijk zijn. Wanneer men vrouwenhandel en gedwongen prostitutie via de weg van het strafrecht af wil schaffen dan moet alle prostitutie worden verboden en dan moet die wet vervolgens streng worden gehandhaafd.

Daar wil kennelijk ook de ChristenUnie niet aan. Maar wat we dan overhouden is een dreigement in de vorm van een strafbepaling, waardoor een categorie potentiële hoerenlopers zich laat afschrikken en de meer geharde figuren niet. Daardoor zal het doel, het uitbannen van de gedwongen prostitutie van vaak jeugdige slachtoffers, niet worden bereikt.

Deskundigen hadden de politici kunnen vertellen dat het veel effectiever zou zijn om een speciale prostitutiebelasting in te stellen, te heffen van de exploitanten van sekshuizen en andere werkgevers in de branche, als die niet zouden kunnen aantonen dat de door hun geprostitueerde vrouwen meerderjarig waren en uit eigen vrije wil het vak beoefenden. Het strafrecht dient om de ernstigste normschendingen in de samenleving aan te pakken.

Wie strafrechtelijk wordt vervolgd wordt in de ogen van zijn medemensen onteerd. Daar hoort een hele strenge vorm van bewijs bij, wat in de praktijk betekent dat in het strafrecht niet met vage normen kan worden gewerkt zoals ‘je had wel kunnen weten dat’ of ‘wat je daar zegt zet aan tot haat. Daarom is het ook zo verkeerd om het strafrecht te misbruiken om politieke desiderata te bereiken of straffen alleen maar hoog vast te stellen omdat dit het opsporingsonderzoek voor de politie vereenvoudigd.

Een maximum van vier jaar gevangenisstraf of meer geldt alleen voor heel ernstige misdrijven. Alleen voor dat soort ernstige misdrijven staat de wet huiszoeking en voorlopige hechtenis toe. Dat is als zo sinds de Franse revolutie.

Wanneer je nu bang bent dat je zaken niet rond krijgt als je de verdachte niet op kunt sluiten en zo onder druk zetten of zonder zijn administratie in beslag te nemen, dan dring je er als strafrechtwereld bij de politiek op aan dat van een overtreding een misdrijf wordt gemaakt waar vier jaar op staat. Dan span je dus het paard achter de wagen.

Vervolging van Wilders
Wat met gedwongen prostitutie werd geprobeerd is misschien minder erg maar toch in wezen soortgelijk als wat Bolhaar voor had met zijn vervolging van Wilders. Het strafrecht wordt misbruikt voor het handhaven van vage normen van progressieve politici. Dat gebeurt dan met schending van de veiligheidsmarges die de strafwet altijd in acht genomen heeft en alles wijst erop dat we nu iets aan dit soort misbruik moeten gaan doen . Om te beginnen aan de ChristenUnie vertellen dat het belastingrecht een veel beter instrument is om illegale prostitutie te bestrijden dan het strafrecht.

Het belastingrecht heeft een ander soort bewijsrecht en verschaft de nodige onderzoek methoden aan de opsporing zonder dat zaken erger hoeven te worden gemaakt dan ze zijn.

Verder zou ik er voor pleiten om Bolhaar als voorzitter van het college van PG’ s te ontslaan omdat hij kennelijk niet weet waar het in het strafrecht om gaat en hij dus op die plek een gevaar voor de samenleving vormt.

Hoe spreken we strafrechtwereld aan? Als ik op mijn site over Peter Tak spreek dan bedoel ik niet alleen de man in kwestie maar iedereen die zich als criminoloog of ‘strafrechtgeleerde’ – bijna een contradictio in terminis – aan dit onderdeel van het recht wijdt en op die grond meent dat hij beoordelen kan wanneer iemand een bevolkingsgroep discrimineert, beledigt of er haat tegen zaait.

Wanneer de strafrecht wereld, in conclaaf bijeen, Tak afvaardigt om het Nederlands publiek mee te delen dat zij, de Nederlandse procureurs generaal en de officieren, besloten hebben de politicus Wilders te gaan vervolgen, nadat vanuit hun wereld eerst bevorderd was dat zesduizend mensen aangifte deden tegen die man, dan voel ik mij vrij die wereld voor deze gelegenheid aan te spreken als Meester Peter Tak. Als hij dat niet wil kan hij afstand nemen van wat hij op de TV beweerde en zal ik voortaan de naam mr. H.J. (Herman) Bolhaar gebruiken als ik mijn ongenoegen[1] over dat wereldje wil uiten.

We hebben met zijn allen de verantwoordelijkheid om onze samenleving zo in te richten dat de kans op etnische conflicten zo klein mogelijk wordt. Dat houdt in dat als vreemden zich hier vestigen, dat we ze zo snel mogelijk moeten zien te integreren in onze samenleving en dat we niet kunnen tolereren dat hun jongeren een criminaliteitscijfer vertonen dat boven de vijftig procent ligt. Als dat gebeurt dan kun je spreken van een failliet van het Nederlandse strafrecht systeem. Voor dat systeem is in eerste instantie Mr. Bolhaar aanspreekbaar en als hij dan niet de criminelen maar de boodschapper gaat vervolgen dan weten we dat we in hem met een hoogst onverantwoordelijk persoon te maken hebben.

Drie jaar geleden stond de uitslag van een enquête in de krant, waaruit bleek dat jonge Marokkanen zich happy-er voelen als Marokkaan dan als Nederlander. Dat is goed nieuws. Dat betekent dat ze er geen bezwaar tegen zullen hebben als we ze terug sturen naar hun land van herkomst: zij blij en wij ook.

Ook zag ik in een reactie op mijn site dat de wens van Spekman om Marokkaanse delinquenten te vernederen begrijpelijk wordt gevonden, omdat de jeugdige uitheemse delinquenten Nederlandse straffen als een lachertje opvatten. Iets waar je trots op kunt zijn in plaats van je voor te schamen. Ik heb respect voor het begrip voor Spekman dat hier opgebracht wordt, maar misschien dat mijn lezer nog eens uiteen wil zetten welke vernederende straffen hem of Spekman dan voor ogen staan en mij wil vertellen of die wel in overeenstemming zijn te brengen met de geldende wetten en verdragen?

De gotspe waar ik me nu al een tijd aan erger is dat de Nederlandse strafrechtwereld de schuld voor haar eigen debacle, waardoor een absurd hoog percentage neo-Nederlanders crimineel is geworden, op het bordje legt van de enige politicus die het überhaupt een item lijkt te vinden. Ik ben van mening dat Bolhaar ontslagen hoort te worden en dat wil ik voorlopig blijven herhalen..

Ik heb de neiging te denken dat de twee voorgangers van Bolhaar, Joan de Wijkerslooth en Harm Brouwer te verstandig waren om een politicus te gaan vervolgen voor wat hij in het kader van zijn beroep beweerde, maar dat is meer een gevoel dan een zekerheid. In elk geval had Bolhaar deze onzin moeten stoppen en heeft het ministerie dus een fout begaan om hem voor een tweede termijn te laten benoemen.

Het is het kenmerk van een goed jurist dat die, als hij de keuze heeft, niet kiest voor het strafrecht en dat er dus in dat vak meer halfbakken juristen rondlopen dan in de rest van de juridische wereld. Moet iemand uit een andere rechtsgebied, die nooit een studie van het vak gemaakt heeft dan iets zeggen over een strafrechtelijk onderwerp dan is het al vlug verstandiger dan de uitspraken van iemand die er zijn carrière aan besteed heeft. Een jonge promovendus octrooirecht legde haarscherp uit waarom de artikelen 137 e. v. in hun bestaande vorm aanleiding geven tot willekeur en een wapen kunnen vormen in de handen van de ideologisch begeesterden.

Vooral het voorbeeld dat hij gaf van een uitspraak van Diederik Samsom over Marokkaanse jongeren die een ‘etnisch monopolie’ op straatoverlast hadden vond ik terecht. Die uitspraak legde hij naast de meer of minder vraag van Wilders en liet zien dat de vraag of er van belediging sprake is all in the eye of the beholder ligt.

Van Samsom verwacht links Nederland niet dat hij Marokkanen beledigt en van Wilders wel, daar komt het op neer. Maar dat objectief gezien de roep om minder Marokkanen meer beledigend is dan het verwijt van een etnisch monopolie op straatoverlast, valt moeilijk voor te stellen. Bovendien is wat Wilders zegt waar en wat Samson zegt niet. We zouden daadwerkelijk beter af zijn met minder Marokkanen en de jeugdige Marokkanen hebben helaas geen monopolie op criminaliteit en straatoverlast. Antillianen zijn even erg. Turken en bewoners van de Bijlmer gemiddeld wat minder maar ook ruimschoots meer dan autochtone Nederlanders. Ik vind het moeilijk te ontkennen dat we met zijn allen beter af zouden zijn met minder criminaliteit en straatoverlast.

Ook het voornemen van Spekman, de eerttijdse voorzitter van de PvdA om Marokkanen die niet willen deugen te vernederen voor de ogen van hun eigen mensen, lijkt me eerder aan te zetten tot haat dan de constatering van Wilders dat we beter af zouden zijn met minder dan met meer Marokkanen, zolang zestig procent van hun jongeren niet wil deugen.

Dat links Nederland zich nu met gebruikmaking van haar quasi monopolie in overheidsfuncties richt tegen het deel van de Nederlandse bevolking dat zich door Wilders vertegenwoordigd voelt, is niet iets waar de Nederlandse bevolking zich zo maar bij neer moet leggen. Van nu af aan moeten we de strijd aanbinden met een totalitaire elite in Nederland en er voor zorgen dat ze uit hun machtsposities worden verdreven. Iemand die links stemt in dit land moet ik voortaan als mijn tegenstander beschouwen. Als Wilders voor een tweede keer en in hoger beroep vervolgd en veroordeeld wordt, zal ook mijn vertrouwen in de rechtsstaat een flinke deuk hebben opgelopen.

Toen in 2014 voorgedrukte formulieren werden uitgedeeld om aangifte te doen tegen Wilders heb ik dat –ten onrechte- met een schouderophalen afgedaan. En toen een Nijmeegse burgemeester, die afkomstig was uit een dorpje in Limburg daar aan mee deed, dacht ik: typisch Nijmegen, tant de bruit pour une omelette. Maar ik had me moeten realiseren dat tegenwoordig leden van de Hoge Raad uit Nijmegen komen en strafrechtmensen daadwerkelijk voorzitter kunnen worden van dat hoge college. We doen potdomme met zijn allen of strafrechtjuristen verstand van recht hebben en je ziet nu wat daar van komt.

Herman Vuijsje is geen domme man. Daarom is het zo opmerkelijk en verontrustend wanneer zo iemand in de NRC schrijft ‘Waarom je Wilders dus niet kunt laten lopen’. U vindt die bijdrage op pagina 2 van Opinie en Debat

Over de meer of minder Marokkanen uitspraken van Wilders valt een ding met zekerheid te zeggen’, meende hij, ‘ze zijn verdacht’…’Wat hij er precies mee bedoelde valt te bezien, maar verdacht is het’ Vuijsje zegt daarmee, zou je denken, dat de uitspraak van Wilders vaag en onduidelijk is, maar dat die best eens beledigend bedoeld zou kunnen zijn.. Dat is een vorm van volksverlakkerij. Dat een uitspraak niet duidelijk is betekent niet dat iemand op grond ervan veroordeeld zou kunnen worden, integendeel zou je zeggen.
Vervolgens zegt hij met wat omhaal van woorden dat het vreemd is dat Wilders niet meteen als verdachte is aangemerkt. Koudwatervrees van het OM, oppert hij.

‘Wilders belangrijkste verdediging is dat het weer een politiek proces is, net als de vorige keer’. Dat noemt Vuijsje dan ’een Pavlov reflex, die je schouderophalend af kunt doen’.
Ook dat is onbegrijpelijk, want als een ding hier duidelijk is, dan is het dat er wel sprake is van een politiek proces. Naar mijn mening maakt iedereen die deze vervolging steunt zich schuldig aan het soort politieke Unfug dat we sinds 1989 in Europa niet meer hebben meegemaakt. Wat Vuijsje ergert is dat zoveel politici menen dat je een verdachte niet vervolgen moet als dat politiek in diens voordeel werkt. Dat vindt hij pas schadelijk voor de rechtsorde. Dat lijkt mij op zich een juiste opmerking. Wilders hoort niet met rust gelaten te worden omdat hij politiek voordeel heeft bij een proces, maar omdat vervolging onrecht zou zijn.

Vuijsje merkt op dat de wetsartikelen op grond waarvan Tak c.s. Wilders willen vervolgen niet gaan over oproepen tot geweld maar over beledigen, discrimineren en haatzaaien. Dat misverstand, dat haatzaaien iets met geweld te maken zou hebben, stamt van Fortuijn, meent Vuijsje. Fortuijn dacht dat discrimineren moest kunnen, maar haatzaaien in de zin van oproepen tot geweld, dat kon volgens hem niet. Maar de socioloog Vuijsje beweert in zijn stukje dat haat en geweld niets met elkaar van doen hebben, volgens de geldende rechtspraktijk.

Dat was het punt waarop ik dacht, wat is er met Vuijsje aan de hand, bij wie heeft hij zijn voorlichting gehaald? En bovendien, is hij zelf niet meer in staat om te bedenken dat haat en geweld broertje en zusje zijn? Wat voor een onzin is dit? Zoek in Google op haat en geweld in onderling verband en in een oogwenk heb je honderd duizenden hits, meer dan je ooit in je eentje kunt verwerken.

Van door Wilders gepleegd geweld of van geweld door zijn aanhang is voor zover ik weet nooit sprake geweest. Het ergste wat je in dit verband kunt zeggen is dat mensen die in staat zouden zijn tot het plegen van geweld tegen moslims eerder op Wilders zouden stemmen dan op Job Cohen of een andere PvdA’er. Maar dat is iets waar je dankbaar voor zou moeten zijn.

Een vreedzaam iemand als Wilders fungeert als bliksemafleider voor dit soort sentimenten. Als hij van het politieke toneel verdween zou er waarschijnlijk iemand komen die wel bereid is zijn volgelingen op te roepen tot geweld. Wilders loopt permanent met bodyguards rond, omdat de overheid goede redenen heeft om aan te nemen dat er geweld tegen hem gepland wordt uit kringen van moslims, waaronder Nederlandse Marokkanen. Bedoelt Vuijsje soms met haatzaaien in dit verband dat Wilders haat tegen zich zelf zaait en dat dit ook de positie van joden in dit land er door de haat van de moslims niet beter op wordt?

Je zou de haatzaaiers naar mijn mening bij de moslims horen te zoeken en dat is ook wat Wilders voortdurend beweert. Zonder het met zoveel woorden te zeggen suggereert Vuijsje dat wie in het openbaar opkomt tegen haat en geweld zelf daardoor schuldig wordt aan haatzaaien, discriminatie en belediging en dat is onzin.

Terecht zegt hij dat parlementariërs alleen immuniteit genieten voor wat ze in het parlement zeggen. Ik betreur dat. Ik vind dat parlementariërs ook vervolgd moeten kunnen worden als ze in het parlement iets zeggen wat bewijsbaar beledigend, haat zaaiend of discriminerend is. Ik vind dat iemand die binnen of buiten het parlement beweert dat Israël een misdadige staat is, als het zich verdedigt tegen Hamas, veroordeeld dient te kunnen worden en dat het recht op vrije meningsuiting ook journalisten niet hoort te beschermen tegen dit soort misdadige praat.

Maar ik weet aan de andere kant vrij zeker dat dit een misdrijf is waar Tak c.s. van vinden dat het niet vervolgd dient te worden, met name omdat zij menen dat iemand in redelijkheid dat standpunt zou kunnen huldigen. Ik vind dus van niet en ik beschouw me zelf als een redelijker mens dan de gemiddelde strafrecht jurist die ik ken[2].

Natuurlijk is de vrijheid van meningsuiting een groot goed en moet je niet te snel zijn met te constateren dat een van de 137 SR artikelen geschonden zijn. Maar die artikelen zijn ooit in de wet gekomen om de joden te beschermen tegen het antisemitisme van de dertiger jaren. Om ze nu te gebruiken voor een aanval op de enige politicus die het moderne antisemitisme in dit land bestrijdt, dat vind ik schandalig. Dat Vuijsje zelf joods is maakt het er niet beter op, integendeel, het getuigt van een akelig soort ondankbaarheid.

Mijn vader is in de oorlog om het leven gekomen, onder andere omdat hij joden geholpen heeft Nederland te ontvluchten. Ik kan nog steeds geen beeld zien van concentratiekampen of andere vormen van Jodenvervolging zonder dat me de tranen in de ogen springen en ik haat de overheid die toelaat dat dit kwaad in Nederland weer de kop opsteekt. Toen Wilders opnieuw vervolgd werd zag ik dit als een misdrijf van de kant van mijn overheid en ik vond dat ik mij moest beraden op wat fatsoenlijke mensen in dat verband te doen staat.

Ik meen niet dat we dat kunnen laten passeren. Het bizarre argument dat je niets mag doen zo lang een zaak ‘onder de rechter is’ zou een stop zetten op politieke activiteit zodra een officier aankondigt iemand een dagvaarding te zullen sturen. Iemand onschuldig vervolgen is hem zwaar onrecht aandoen ook al wordt hij na verloop van tijd vrijgesproken. Als we deze toepassing van het strafrecht kunnen verhinderen moeten we het doen.


  1. 12/10/14
  2. Niet redelijker dan Joost Italianer, om maar een voorbeeld te geven van een strafrechtadvocaat waar ik een hoge pet van op heb. Maar zoals hij zijn er weinig. Het merendeel van de Nederlandse strafrechtadvocaten horen juridisch gesproken niet tot de top van de Nederlandse advocatuur. Als regel zijn het meer sociologen dan juristen. Vandaar dat Vuijsje niet aarzelt om ons te vertellen wat in Nederland geldende rechtspraktijk is.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Over de strapatsen met het strafrecht die sinds het verschijnen van dit essay met Wildersproces2 hebben plaatsgevonden vindt u hier meer.

4 reacties

  1. Grapjas schreef:

    Tja; voor een groot deel van de Hollander is heulen met de vijand een overlevingsstrategie. Direct bukken als iemand harder blaft dan jou. Zelf acht ik een Friexit ( onafhankelijk Friesland samen met Noord- Duitse Friezen, Deense Friezen etc. meer dan wenselijk. De Hollander deelt één ding met de muzelman- beide worden gedreven door een sterke drang tot zelfvernietiging.

  2. Ravian schreef:

    @ Grapjas

    Ik weet niet of je dit zo kunt stellen, dit heeft meer te maken met hoe ver je brein door het socialistische rot is aangetast dan met je etniciteit.
    Laten we het bijvoorbeeld eens over het “rode gehalte” van de Nederlandse provincies hebben.
    Dan komen Friesland, en met name Groningen, er bepaald niet best van af, en dan ziet het er beneden de grote rivieren aanmerkelijk beter uit, met name in “PVV provincie” Limburg.
    Het werkelijke probleem resideert in de achterbuurten en villawijken (of grachtengordels) van de grote steden; asocialen en salonsocialisten, een verrotte aan het uitkeringsinfuus hangende onderklasse gemanipuleerd door een verrotte elite.
    Dat is de vijand, en niet de “Hollander”.
    We moeten ons als Nederlanders niet laten verdelen, ons niet tegen elkaar op laten zetten, we moeten ons verenigen, achter de banieren van PVV en FvD.

  3. Raymond schreef:

    Diep triest dat deze analyse nu in 2020 onverminderd van kracht is. Erger nog: in de loop van de jaren verder is bewaarheid.

  4. Gerrit Joost schreef:

    Toon, een wijs man. Zijn artikelen zijn bijna nog steeds up to date. Fijn om ze te lezen.