Het controleerbaarheidstekort is geen toevalligheid
Gisteren bij Buitenhof vertelde de president van de Algemene Rekenkamer (AR) Arno Visser dat 70% van de uitgaven van het Rijk tegenwoordig oncontroleerbaar zijn. Wat hij er niet bij vertelde was dat dit controleerbaarheidstekort geen ongelukje is dat bij toeval ontstond.
Volgens Visser is het op deze manier vooral moeilijk om te controleren wat het effect is van de bestedingen. Als voorbeeld noemt hij de uitgaven in het onderwijs.
Juist. Om eerst even een stapje terug te doen: waarom is het werk van de AR zo belangrijk? Omdat het de Tweede Kamer de instrumenten aanreikt om de regering politiek ter verantwoording te roepen over ondoelmatige of onterechte uitgaven, en is daarom zelf een zeer belangrijk instrument voor politieke controle in Nederland. Maar controleerbaarheid is eigenlijk best eng: de afgelopen dertig jaar is de politiek er steeds beter van doordrongen geraakt dat je elke euro maar één keer kunt uitgeven (dat was ooit wel anders). En dat als die uitgaven ondoelmatig en slecht waren besteed, er verantwoording zou moeten volgen. Verantwoording die politieke consequenties zou moeten hebben, en ook zou hebben als pers en Tweede Kamer beseften hoezeer diverse mensen de plank mis hadden geslagen.
Daarop zijn politici maar al te vaak niet erg happig, en dat geldt ongelukkig genoeg evenzeer voor Kamerleden van de oppositie als van de regeringspartijen. In zoverre ze als regeringsgeschikt worden beoordeeld tenminste door de leiders van wat we hier geregeld aanduiden als de Regentenpartij. Zij hebben hier een gezamenlijk belang. Want altijd is er de hoop op een dag ook op het pluche in de Trèveszaal te belanden, en dan zijn ineens de rollen omgedraaid. En dan is controleerbaarheid ineens een stuk minder leuk.
Deels vindt dit alles haar oorzaak in de gedachte uit de jaren zeventig dat de samenleving maakbaar is. Een gedachte die haast terloops verward is geraakt met het (neo-Keynesiaanse) axioma, dat als je ergens maar genoeg geld tegen aan gooit, er vanzelf resultaten zullen komen, óók de resultaten die je wenste te bereiken. Laat ik dat illustreren met een voorbeeld:
Een jaar of vijftien terug vertelde een kennis die directeur was op een ministerie waar letterlijk met geld gesmeten werd naar vage doelen, dat hij een paar jaar tevoren van zijn minister opdracht gekregen had een bepaald project voor te bereiden. Het project was voor de minister van zeer groot belang, maar niemand had enig idee wat het zou kunnen gaan kosten. Mijn kennis vertelde dat toen de minister maar lang genoeg aandrong, hij uiteindelijk het bedrag van 700 miljoen had genoemd. Guldens nog weliswaar, maar toch geen kattenpis. Hij haalde zijn schouders op en voegde er aan toe: gelukkig kostte het uiteindelijk 300 miljoen minder, maar als het twee keer zo duur was geweest had het ook niemand hoeven verbazen.
Een gesprek tussen bekenden, dat dan weer wel. Geen enquète zou dit er ooit uitkrijgen.
Dit is een heel illustratief verhaal dat verklaart wat er op volgen moest. Als iets dergelijks toentertijd bij de Kamer bekend geworden was (in het geval het inderdaad twee keer zo duur geworden was), was het land te klein geweest. Maar zoals mijn kennis benadrukte: er waren geen instrumenten beschikbaar om te schatten hoeveel het kosten ging, en letterlijk alles was natte-vinger-werk geweest. Maar men had wel enige middelen om uit te zoeken wat het uiteindelijk had gekost etc. Politiek is dat echter iets waar geen enkele beleidsambtenaar gelukkig van wordt, zodat het niet heel vreemd is dat men niet hard werkt aan het installeren van de instrumenten om daar een oogje op te houden. En zoals gezegd: dat geldt voor iedereen die behoort tot het machtskartel van de Regentenpartij. Zo lang de AR niet de macht krijgt af te dwingen dat ministeries hier beter werk van maken zal er niet veel veranderen. En die dwang zou moeten komen door middel van de Tweede Kamer, waar de Regentenpartij thans 85 a 99 zetels (afhankelijk van hoe je de positie van GL beoordeelt) van de 150 bezet.
President van de @Rekenkamer Arno Visser slaat alarm: 'Van slechts dertig procent van de overheidsuitgaven kunnen we nagaan wat er mee gedaan wordt.' #buitenhof pic.twitter.com/GoZRlJXLDF
— Buitenhof (@Buitenhoftv) December 3, 2017
AR-voorzitter Visser lijkt hoop te hebben dat het goed komt als de Tweede Kamer het belang hiervan in ziet. Ik hoop dat hij gelijk heeft, maar ik zie het somber in. Het voorbeeld dat Visser gaf, van een onvoorstelbaar groot aantal verschillende termen voor wat een zwerfjongere is, geeft al aan dat er ook voor zoiets relatief kleins geen wil is tot een gezamenlijke aanpak die controleerbaar kan zijn. Want hoewel men beseft dat de wereld een stuk minder maakbaar is dan men ooit hoopte (zodat betere controle van beleid weinig betere resultaten zal opleveren), is het geld dat er aan wordt besteed onderdeel van een verdienmodel geworden. Dat maakt mijn somberheid beter onderbouwd (en controleerbaarder) dan de hoop die Arno Visser zo deugdzaam uitsprak. Naar mijn oordeel onderschat hij het probleem.
Dat 70 % van de uitgaven van het Rijk, oncontroleerbaar is,
mogen de Tweede Kamer [ en de Eerste Kamer ] , nooit accepteren.
Het betekent namelijk, dat het Parlement haar werk niet kan doen:
de Overheid controleren !
Aanvulling: dit soort praktijken, gebeurt alleen in een diktatuur !
Oorzaak: die diktatuur van dat “EU”-konstrukt.