DE WERELD NU

Het begrip staat, bij Diderot en d’Alembert

De staat

De staat is de bij uitstek een juridische vormgeving. Voor veel mensen is zij een gegeven. Daar is heel veel op af te dingen, laat Toon Kasdorp zien.

De Encyclopédie[1] definieert het begrip staat (Frans état, Latijn res publica) als volgt: terme générique qui désigne une société d’hommes vivant ensemble sous un gouvernement quelconque, heureux ou malheureux. Zij acht deze definitie gelijkwaardig aan de definitie van Cicero : « multitudo, juris consensu et utilitatis communione sociata « , hetgeen zij vertaalt als « une multitude d’hommes joints ensembles par des intérêts et des lois communes, auxquelles ils se soumettent d’un commun accord », maar wat ik zou willen vertalen als een groep mensen die zich rechtens verbonden hebben met het oog op een gemeenschappelijk nut.

Het (onvolledige) citaat van Cicero is uit De Re Publica, boek I (39). De volledige versie luidt als volgt:

Est igitur, inquit Africanus[2], res publica res populi, populus autem non omnis hominum coetus quoquo modo congregatus, sed coetus multitudinis iuris consensu et utilitatis communione sociatus. (eius autem prima causa coeundi est non tam imbecillitas quam naturalis quaedam hominum quasi congregatio; non est enim singulare nec solivagum genus hoc, sed ita generatum ut ne in omnium quidem rerum affluentia.)

Deze is dus wel wat uitgebreider dan het citaat in de Encyclopédie. Het relevante gedeelte, ruw vertaald, luidt als volgt: “het gemene best (de staat) gaat het volk aan, maar volk hierbij te verstaan niet als iedere willekeurige verzameling van mensen, maar een die zich houdt aan zelf gestelde regels en met een gemeenschappelijk belang. Volk bij Cicero is geen demografisch maar een politiek begrip, ongeveer zo als bij de Nazi’s.

État is afgeleid van het Latijnse status, en dat betekent stand. In de Europese staatkundige context heeft de betekenis van het woord état een uitbreiding ondergaan. Naast stand, in de zin van de stand van de adel of de burgerij, betekent  het ook staat als in de  “staat der Nederlanden”. De uitgebreidere betekenis  had het al in de zeventiende eeuw, toen de Zonnekoning met enig recht kon zeggen l‘ état, c’est moi.

Volgens d’Alembert en Diderot zou de oorspronkelijke betekenis van het woord zijn geweest: “corporatie”, dat wil zeggen: samenwerking van mensen gericht op een gezamenlijk doel, vergelijkbaar dus met res publica in de definitie van Cicero. Etymologisch lijkt die verklaring niet juist. Status in het Latijn is een afleiding van sistere en dat betekent tot stand brengen. Status was oorspronkelijk het tot stand gebrachte en kreeg de bijbetekenis van rijkdom, vermogen en later van maatschappelijke stand.

De algemene betekenis van een georganiseerde groep mensen en met name die van (door morele of door rechtsregels) gebonden doelgemeenschap, die de Ecyclopédie “état” wil geven, lijkt me nieuw. Zij is vergelijkbaar met het begrip populus bij Cicero. Maar nieuw of niet, het neemt niet weg dat die bijzondere doelgemeenschap een begrip is dat om een passende uitdrukking vraagt. Het is in zekere zin jammer dat “status” de door de Encyclopédie gegeven betekenis niet gehouden heeft[3], want er is nog steeds geen goed woord dat de daar gegeven definitie of die van Cicero dekt.

De begrippen samenleving, beschaving, volk en stam hebben elementen gemeen. Ze lijken allemaal een biologische oorsprong ter hebben, biologisch in de zin van voor-juridisch. Dat pré-juridische werd in de achttiende eeuw aangeduid met het latijnse woord naturalis zoals in de uitdrukking ius naturale, natuurrecht. Het natuurrecht is een vorm van recht die niet alleen aan alle mensen gemeen was, maar ook in tijd aan de door de mensen zelf gemaakte vormen van recht vooraf ging.

Staat is de bij uitstek juridische vormgeving van een autonome doelgemeenschap van mensen. Het is geen natuurrechtelijk begrip, in de zin waarin Volk, Reich en Führer dat bij Hitler wel zijn. Sebastian Haffner lijkt zoiets op te merken in zijn Anmerkungen zu Hitler, maar het aspect heeft bij historici in het algemeen niet erg de belangstelling getrokken. Dat is ook daarom jammer omdat daardoor in de publieke opinie de begrippen rechtstaat en democratie door elkaar zijn gaan lopen, wat belangrijke politieke fouten ten gevolge heeft gehad.


  1. De Encyclopedie was het belangrijkste werk van de Verlichting, een deels filosofisch werk onder redactie van Diderot en d’Alembert
  2. Scipio, belangrijkste veldheer aan de Romeinse kant in de tweede Punische oorlog, die de meest beslissende oorlog was uit de Romeinse geschiedenis. Zijn volledige naam was: Publius Cornelius Scipio Africanus maior. Africanus (winnaar in Afrika) was de door zijn prestaties verdiende eervolle bijnaam.
  3. Sinds de Duitse staatsrechtgeleerden uit de negentiende eeuw betekent staat niet meer het juridische aspect van volk of leefgemeenschap maar veel eerder de overheid, bestaande uit een ambtelijke en een politieke component. De staat is niet meer de uitdrukking van het volk maar staat als machthebber tegenover het volk, ongeacht of dat gebeurt in een autocratisch of een democratisch jasje.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Meer over het concept staat vindt u hier.

1 reactie

  1. Youp schreef:

    “De staat is niet meer de uitdrukking van het volk maar staat als machthebber tegenover het volk, ongeacht of dat gebeurt in een autocratisch of een democratisch jasje.”

    Quod erat demonstrandum