Herfederalisering? Wat we zelf doen…
Naar jaarlijkse gewoonte maak ik dit blog ter ere van de Vlaamse feestdag op 11 juli. Maar de geluiden van herfederalisering maken dat er dit jaar minder te vieren is. De Vlaamse regering ligt op apegapen en wat ze doet, doet ze niet altijd beter. Tijd voor introspectie.
Inleiding: Vlaamse blokkering
Laat ik het zacht uitdrukken: ik ben misnoegd over de manoeuvre van Vlaams formateur De Wever. Hij drukt de pauzeknop op Vlaams niveau in. Hiermee regionaliseert hij de politieke problemen van België.
Hij doet dit naar eigen zeggen om potentiële coalitiepartners onder druk te zetten om niet in een Vlaamse minderheidsregering te stappen. Ik kan begrijpen dat dit het beste is vanuit tactisch oogpunt is, maar is de uitvoerende macht enkel maar de speelbal van Machiavelliaanse partijvoorzitters?
Dit voedt alleen maar de anti-politiek. Erger, ik ben het zelfs eens met notoir belgicist Sinardet dat dit een vreemde beslissing is voor een Vlaams-nationalistische partij als N-VA. Ongeacht wat er federaal uit de bus komt, Vlaanderen moet verder kunnen gaan. Dit gaat niet zonder een Vlaamse regering.
Wat we zelf doen…
De geparafraseerde quote van Gaston Geens, “wat we zelf doen, doen we beter”, ook al heeft hij dat nooit zo letterlijk gezegd, is al heel lang het motto van Vlaams-nationalisten geweest. Maar is dat ook zo?
Het boek ‘De Vlaamse ziekte’ van voormalig Vlaams LDD-parlementslid Peter Reekmans stelt het tegendeel. Hij zegt dat het Vlaamse niveau aan dezelfde ziekte lijdt als het federale niveau: verstikkende particratie, schaamteloze graaicultuur, geheimzinnige ons-kent-onscultuur,… Hendrik Vuye en Veerle Wouters kunnen ervan spreken. Zowel Reekmans als ik hebben geschreven over de stinkende kant van de intercommunales, waar lustig allerlei politici zitpenningen opstrijken bovenop hun al riante wedde als burgemeester/schepen, parlementslid of beiden.
Deze intercommunales moeten niet onderdoen voor hun Waalse collega’s annex een vehikel als mandatenmachines voor het PS-cliëntelisme. Als alternatief stel ik al jaren een interne Vlaamse staatshervorming voor: de creatie van Vlaamse regio’s geijkt op historische en geografische regio’s ter vervanging van de Napoleonistische provincies en intercommunales. Als er dan toch een intercommunaal niveau noodzakelijk is, dan blijft dit best beperkt tot een vijftal gemeenten met een duidelijke samenhang (wat ik streken noem).
Helaas vallen zulke oproepen op koude steen bij de “conservatieven” van N-VA. Zij gaan volledig mee in het Franse staatscentralistisch model, waarbij het Vlaamse niveau steeds meer de touwtjes naar zich toe trekt. Als er dan met mondjesmaat wordt afgeven aan een bovenlokale vorm van samenwerking, dan is dit op een ad hoc basis. Wat leidt tot de politieke verrommeling van Vlaanderen.
Wat ook de Vlaamse ziekte is, is de in leven roepen van allerlei coördinator, adviseur of coachjobs. Wouter Duyck stelde het pertinent: “550 kinderen (vooral bijzonder onderwijs) zitten élke dag drie uur op de bus, terwijl de hamster- en everzwijncoördinatoren hen zouden kunnen ophalen”.
Misschien leveren al die coördinatoren en hun aanhang wel degelijk een waardevolle bijdrage aan de maatschappij. Ik vrees ervoor. Zij bestaan alleen omdat we hun taken niet meer zelf kunnen doen. Mensen praten niet meer met elkaar, dus heb je een coördinator nodig. Mensen kunnen zichzelf niet meer opbrengen iets te doen, dus heb je een coach nodig.
Tegelijkertijd zijn er reële noden: het onderwijs, de zorg, het milieu, de infrastructuur, de economie,… De Vlaamse overheid gaat hierdoor niet spaarzaam om met het belastinggeld dat haar wordt gegeven. Ook dit kan beter.
…doen we anders
Zulke cases zouden de belgicist doen bewegen tot een triomfantelijk ‘zie je wel’ moment: Vlaanderen doet het helemaal niet beter, waarom niet dit of dat herfederaliseren? Zij missen het punt van regionalisering: regionalisering hoeft niet noodzakelijk tot een beter, maar moet tot een ander beleid leiden. Ongeacht wat de Vlaamse overheid beslist, het zal anders zijn en meer gepast voor de Vlaamse context dan de Waalse overheid.
Ik heb ook de indruk dat de overwegend linkse oppositie het meest voor de herfederalisering is uit lijfsbehoud. Momenteel is er voor links niets te rapen op het Vlaamse niveau, terwijl op federaal niveau ze zich kunnen vastklikken aan de veel sterkere zuiderbroeders- en zusters. Dit is zeer kortzichtig. Het Vlaamse niveau zal niet voor eeuwig gedomineerd worden door centrumrechts. Mensen raken het beleid ooit beu. Er is altijd een linkse case te maken. Politiek heeft meer weg van een jojo. De linkse partijen plaatsen hiermee duidelijk het partijbelang voor het algemeen belang.
Het is bevreemdend hoe radicaal mijn pleidooi gaat klinken: het recht van volkeren om anders te zijn. In deze tijden waarin efficiëntie het ordewoord is, is er de tendens om autonomie af te nemen als je het ‘beter’ kan. Dat is de rode draad voor het pleidooi van de neo-herfederalisten: het federale niveau zou ‘beter’ zijn geplaatst voor bepaalde bevoegdheden.
Als Vlaams-nationalist gruwel ik van deze gedachtegang. Nog erger: ik zie flaminganten daarin meestappen. Het confederalisme begint nog steeds vanuit het standpunt dat het federaal niveau in sommige aangelegenheden (BuZa, justitie, defensie, EU) beter geplaatst is dan het Vlaamse. Wie als flamingant impliciet of expliciet dit principe onderschrijft, ondergraaft zijn of haar eigen raison d’être en heeft de slag op voorhand al verloren.
De Vlaamse ontvoogding startte niet uit het standpunt dat het Vlaamse niveau altijd een beter beleid voert dan het federale, wel dat de twee volkeren in dit non-land een fundamenteel ander maatschappijbeeld voor ogen hebben dat de nodige politieke vertaling vergt. Of deze vertaling beter is, is van geen tel. De Waalse regering maakt een zooitje van de aan haar gegeven bevoegdheden. De incompetentie van de Waalse politici behoeft geen betoog. Dit zou nooit een argument mogen zijn om dan maar het Waalse gewest af te schaffen. Het is dit respect voor particularisme, niet het doorgedreven economisch efficiëntiedenken, dat mij flamingant maakt.
Dit anders-zijn zou ook op Europees vlak vertaald moeten worden. De regio’s worden op Europees vlak nog steeds stiefmoederlijk tot onrespectvol behandeld. De nationale lidstaten hebben nog altijd te veel macht. Kijk maar naar Catalonië… Waar is de “In Varietate Concordia” gebleven? Er is veel sprake van eenheid maar weinig van diversiteit.
Conclusie
Deze 11 juli zou in teken moeten staan van introspectie. Het is niet meer genoeg om te klagen over de onrechtvaardigheden van België. Ik roep alle partijen op met een hart van Vlaanderen om de volgende vragen te beantwoorden.
- Hoe kunnen we de bevoegdheden die we al hebben het best tot uiting brengen?
- Hoe kunnen we op maat van Vlaanderen een beleid uitbouwen?
- Hoe kunnen we de Belgische ziekte binnen ons eigen Vlaamse niveau aanpakken?
- Hoe kunnen we de particularistische gedachtegang op de Europees tafel leggen?
Een gelukkig 11 juli-feest aan iedereen gewenst!
Dit essay verscheen eerder op het Blog van de Mondige