DE WERELD NU

Griekenland uit de euro – nog een maand

Op dit moment zijn binnen de EU twee bewegingen gaande. Eén voor hervormingen op lange termijn, en een voor de korte. In zekere zin kun je zeggen, dat het eerste alleen bewerkstelligd kon worden in een situatie als de huidige. In de woorden van Romano Prodi, voorzitter van de EU-commissie ten tijde van de euro, in December 2001:

“I am sure the Euro will oblige us to introduce a new set of economic policy instruments. It is politically impossible to propose that now. But some day there will be a crisis and new instruments will be created.” (Romano Prodi, EU Commission President)

Het tweede is een samenraapsel van stoplappen voor de problemen die de afgelopen twaalf maanden minder beheersbaar bleken dan vooraf ingeschat. Niet alleen maakten deze, dat basis voor de lange termijnoplossingen wankel is geworden, maar ze bedreigen nu al enige tijd het gehele bouwwerk van de EU. In concreto – de EU zal onherstelbare schade oplopen als landen haar, of de muntzone van de euro, op eigen initiatief gaan verlaten.

Dit laatste is waar we ons deze zomer vooral op geconcentreerd hebben, want als dit niet slaagt, zal elke lange-termijn hervorming niets anders kunnen behelzen dan het optuigen van een volledig nieuwe constructie, naar alle waarschijnlijkheid slechts beperkt tot de economisch sterke landen van de noordelijke helft van de EU, aangevuld met Frankrijk.

Het Rutte-voorstel

Het is tekenend, dat Mark Rutte, ongetwijfeld onder zorgvuldige regie van Brussel en Berlijn, deze week met voorstellen naar buiten kwam om een eurocommissariaat met exceptioneel grote bevoegdheden in te stellen. Rutte is daarvoor de ideale figuur, al moet ik tot mijn spijt constateren dat dat niets van doen heeft met zijn specifieke kwaliteiten.

In retrospectief lijkt de bijeenkomst die minister van Financiën De Jager vorige week in Berlijn had met zijn Duitse en Finse collega’s vooral te zijn gegaan over de vraag of de Finse, dan wel de Nederlandse premier het voorstel, dat Rutte uiteindelijk deed, zou lanceren. Toen De Jager na afloop vorige week verklaarde dat men aan de kwestie van het Finse onderpand niet was toegekomen geloofde ik hem niet. Nu wel.

Waarom is Rutte ideaal? Als politiek leider van het grootste financieel gezonde land binnen de EU, dat zelf zal behoren tot de landen die de meeste soevereiniteit in zullen leveren, is hij de minst verdachte persoon om deze voorstellen te lanceren. Vanuit Berlijn zou het zijn beschouwd, of door tegenstanders in ieder geval zijn afgeschilderd, als een Duitse machtsgreep binnen de EU. Zijn voorstellen krijgen binnen de kakofonie van dagelijks nieuwe ontwikkelingen nog niet veel aandacht, maar zullen de komende tijd een steeds grotere rol gaan spelen.

Als alles goed gaat, tenminste. Zeker is dat echter allerminst.

 

Een overzicht van de ellende

Alle signalen staan niet zozeer op rood, maar ze komen daar langzamerhand wel steeds meer in. Een opsomming van zaken die van belang zijn voor de gebeurtenissen van de komende weken:

1) Duitsland bereidt haar bankensector voor op een komend Grieks faillissement. Dit bericht kwam vrijdag naar buiten, en is één van de oorzaken van een verder verval van de beurzen wereldwijd die mandag inzette. Volgens financieel persbureau Bloomberg, dat het bericht naar buiten bracht, rekent men met een Griekse schuldsanering van 50%, maar houden sommige analisten rekening met een afwaardering met 90%.

2) De markten tonen door de bewegingen daarbinnen dat er niet langer wordt getwijfeld aan een double-dip van de economie. In normale taal, er komt een tweede economische recessie over de vorige heen. Nu zowel binnen de EU als de USA het aanvankelijke economische herstel begint weg te smelten. Nu zes van de afgelopen weken de beursweek met verlies eindigde, en de waarde van bankaandelen al met circa 30% is afgenomen, zou meer dan ooit een gezonde overheid het voortouw moeten nemen om de klap te verzachten. Integendeel echter, de overheden verergeren de problemen.

3) Angela Merkel sprak zich vrijdag in Berlijn uit voor verdragswijzigingen binnen de EU. Niet zozeer de inhoud van haar woorden als wel het moment waarop zij het noodzakelijk achtte deze uit te spreken is significant.

4) De grote Franse banken hebben door de aankomende crisis nu zoveel beurswaarde verloren, dat deze week op Wall Street het gerucht zich verspreidde dat hun rating deze week naar beneden zal worden bijgesteld.

5) President Jean-Claude Trichet van de Europese Centrale Bank (ECB) vond het gisteren nodig te benadrukken dat de centrale banken in staat zijn onbeperkt geld te pompen in het bankwezen. Daarmee kondigt hij impliciet aan dat men overweegt een sterk inflatoir beleid te gaan voeren, het geen een sterke koerswijziging zou betekenen. Deze uitspraak lijkt sterk verbonden met het vertrek van het Duitse ECB-directielid Stark eind vorige week, een verklaard tegenstander van een dergelijk beleid. Daadwerkelijk uitvoeren van dit dreigement kan de banken steunen, maar eveneens een grote opdoffer inhouden voor het ondernemersklimaat in het algemeen.

6) Griekenland heeft nog geld tot begin oktober, zo maakte de regering in Athene gisteren bekend. Het land wacht met smart op de volgende tranche van 8 miljard euro om ook de komende twee maanden aan haarverplichtingen te kunnen voldoen. Het gaat hier voor een niet-onaanzienlijk deel om renteverplichtingen en afbetalingen van oude schulden.

7) Griekenland kondigde zondag aan de belasting op onroerend goed te gaan verhogen. Ook werden de salarissen van mensen in politieke functies verlaagd. Dat laatste als gebaar naar de bevolking.

Het meest acute probleem waar de EU voor staat, is en blijft Griekenland. Andere kwesties kunnen zeker urgent worden, maar een Grieks faillissement is, juist door het gebrek aan economisch perspectief voor het land, de lakmoesproef. De praktische aanpak van de Griekse kwestie, de financiële hulp pas uitkeren na gedegen onderzoek naar Griekse medewerking en het halen van targets, is een gezonde. Desalniettemin is het juist door de Griekse economische zwakte een onderwerp dat daardoor niet langer achter de horizon van de markten en de publieke opinie kan verdwijnen. Voortdurende berichten over (bijna) Grieks falen blijven in het nieuws, en verhinderen mede een effectieve sanering achter de schermen. Dat het tegelijkertijd benodigd is om ook de leiders van de andere PIIGS-landen bij de les te houden tekent de ernst van de spagaat waarin de EU-commissie zich gemanoeuvreerd heeft.

Duitsland

Binnen de Duitse regering lijkt tweespalt te zijn ontstaan aangaande de koers die men ten opzichte van Griekenland moet varen. De hard-liners lijken het pleit te verliezen, al doet Angela Merkel wel uitspraken die hun lijn lijken te ondersteunen. De hard-liners lijken in hun benadering echter te willen afzien van de grotere Europese gedachte, waaraan ik in de opening van dit stuk refereerde. Angela Merkel daarentegen lijkt op dit moment een lijn te volgen, waarbij een gezamenlijk Europees default wordt verkozen boven een uiteen vallen van de eurozone, met als gevolg wellicht een gedeeltelijk opbreken van de EU.

Wat is vereist? Eerst en vooral, vreemd genoeg, de medewerking van Griekenland. In juli gingen in Griekenland al stemmen op, dat een default te verkiezen zou zijn boven de maatregelen die aan de leiband van de EU nu worden doorgevoerd. Dat de Griekse rente de 100% nadert (vrijdag, 91%), is pijnlijk, maar niet het belangrijkste probleem. Ernstiger is, dat het tekort van de Griekse overheid 15,5 miljard bedroeg in de eerste zes maanden van dit jaar, tegen 12,5 miljard in dezelfde periode vorig jaar. Dit is een direct en onvermijdelijk gevolg van de gestarte bezuinigingen met 5% van de begroting. Niet alleen wordt het gat groter, de Griekse economie, voor zover je daarvan nog kunt spreken, komt nu geheel tot stilstand.

Griekenland

De maatregelen die Griekenland zondag afkondigde zijn lapmiddelen, zo weet ook de eurocommissaris Olli Rehn die schijnheilig Joepie! riep. Maar Griekenland kan niet zonder de 6e tranche die begin oktober binnen moet zijn. En de EU wil dat Griekenland die krijgt.

Met deze conclusie zou ik een aardig overzichtsartikel af kunnen sluiten, maar veel meer is het eigenlijk niet. Wie bovenstaande nog eens in perspectief bekijkt, moet nadenken over wat hieronder nog volgt.

Griekenland drijft vooral op landbouw en toerisme. De grootste inkomsten daarvan zijn rond deze tijd binnen, en een lange winter van financieel geploeter staat voor de deur. Als de Grieken de 8 miljard waarnaar ze smachten binnen hebben, ziet de toekomst voor de eerstvolgende zes maanden er bijzonder somber uit.

Premier Papandreou groef zich afgelopen vrijdag met behulp van een kleine 5000 man politie in om demonstraties van vakbonden onder controle te houden, tegen een groeiende rechtse oppositie. Zijn positie brokkelt verder af, en was al niet sterk. De aangekondigde maatregel van loonsverlaging van de politieke klasse zal niet werken, en daarnaast, een inperking van de omvang er van had meer indruk gemaakt. Een parlement van 300 leden voor een land van 11 miljoen inwoners is tamelijk overtrokken. Maar de politieke opstand die dat tot gevolg had gehad had hij zeker niet overleefd.

Papandreou heeft niet veel keus meer. De dreigementen die nu vanuit de EU zijn kant op dwarrelen, komen minstens vijf jaar te laat. Griekenland is failliet, en de vraag is nog slechts, wanneer het officieel wordt.

Het vertrek

  Over drie weken is het geld van EU en IMF (indien dat nog kan worden overgehaald tot deelname) binnen. Het is voor Griekenland het beste moment uit de eurozone te stappen, en alle betalingen op te schorten, behalve aan energieleveranciers. Het geld dat men binnenkrijgt is voldoende om de winter door te komen. Met matig tot slecht weer is het eenvoudiger een bevolking van de rampzaligheid van een situatie te doordringen dan als de zon schijnt, en die schijnt in Griekenland nu eenmaal het grootste deel van het jaar.

De golf van nationalisme die ongetwijfeld zal volgen op deze stap van de Griekse regering biedt bovendien de mogelijkheid veel van de problemen die Griekenland zal ervaren in de overgangsfase naar een nieuwe drachme te wijten aan het perfide Europa. Niet onbelangrijk, het is ook de politiek die de rechtse oppositie in feite voorstaat, zodat politieke onrust relatief beperkt zou kunnen blijven.

Formeel moet een land dat de zone verlaat dat doen via bilaterale onderhandelingen met de andere partners. Praktisch gezien een onmogelijkheid. Anderzijds, er bestaat geen procedure om een land de EU uit te schoppen. Met andere woorden – een land dat zijn soevereine rechten uitoefent, kan volgens de regels niet worden gedwongen de EU te verlaten. Dat het daar op termijn dan vermoedelijk van komt staat bij lange na niet vast. Griekenland zou van deze discrepantie gebruik kunnen maken.

Resteert een onmogelijk berg schulden bij de EU, vooral de ECB. Tsja. Zoals al eerder door verstandige politici is voorspeld: dat geld zijn we kwijt. Die schatting van een haircut met 90% zou achteraf gezien nog wel eens optimistisch kunnen blijken. Méér valt in ieder geval niet te verwachten.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.