Gevierde sociologen
Ik keek eens naar een uitzending van het filosofisch kwintet waar Evelien Tonkens toen deel van uit maakte.
In de uitzending zei Tonkens dat bijstandtrekkers het juist plezierig vinden om iets terug te kunnen doen voor de samenleving. Ze hadden bij haar in de vakgroep daar onderzoek naar gedaan en dat was eruit gekomen.
- Ik had natuurlijk kunnen nagaan hoe dat onderzoek was gedaan.
- Ik had kunnen kijken of men van te voren bij de gemeente was geweest en een representatieve steekproef had getrokken uit het bestand van bijstandtrekkers.
- Als uit die steekproef een fors aantal mensen onvindbaar zouden blijken of zou weigeren om mee te werken, had ik misschien de betrokken gemeente gevraagd om wat druk op ze uit te oefenen om toch maar mee te werken.
- Ik had kunnen nagaan of men de voor de hand liggende maatregelen had genomen om te voorkomen dat de steekproef aselectief zou worden.
- Ik had ook nog kunnen nagaan of de vragen niet suggestief waren geweest en of er voldoende controlevragen waren gesteld om over de beïnvloeding van de ondervraagde door de ondervrager iets zinnigs te kunnen zeggen.
- Ik had tenslotte de statistische bewerking van de verzamelde gegevens kunnen overdoen. Of een wiskundig beter geschoold vriendje kunnen vragen om dat voor mij te doen.
Maar ik word er niet voor betaald en ik doe dat dus allemaal niet.
Maar als ik overheid was en ik zou mensen al mevrouw Tonkens moeten betalen voor hun werk, dan deed ik dat wel. Beter nog, ik zou een representatieve steekproef nemen van al het sociologisch onderzoek dat in Nederland wordt gedaan. Als daar dan uit komt, wat ik verwacht, dat je het meeste zo in de prullenbak kunt gooien, dan had ik goed onderbouwde redenen gehad een grote en goed gefundeerde bezuiniging door te voeren.
De gevierde sociologen Stapel en Smeesters waren geen uitzonderingen, zoals men ons achteraf zo graag wilde laten geloven. Zij zijn de regel. Zelf noemen ze dat ‘een groot grijs gebied’ maar wat het betekent is dat ze maar wat doen in de sociale wetenschappen. Meen niet dat dr. A.C.J. de Ruiter of prof. dr. J.M.E. Blommaert echt zo veel beter zijn, met dien verstande dat die hun cijfers niet verzinnen, maar ze zo slordig verzamelen of er een zo onoordeelkundig gebruik van maken dat het resultaat hetzelfde is: prullenbak.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Wie had het laatst ook weer over ‘physics envy’?
Doet er niet toe.
Soort penisnijd. Waarbij dan de fysica een penis heeft. En de andere wetenschappen er een zouden willen hebben.
Er is maar één wetenschap ==> filosofie. Een deel daarvan is logica. En een deel daar weer van is wiskunde. Wat op zichzelf al niet sluitend is te krijgen. Zie Gòdel. De chaos en onwetenschappelijkheid neemt vanaf daar alleen maar toe. Dat begint al met de elementaire deeltjes ellende.
Alles daar weer wordt steeds onwetenschappelijker. Onmogelijk te meten. Onmogelijk te experimenteren. Te complexe systemen. Teveel recursiviteit.
De grootste ellende bestaat bij groepen mensen± recht, psychologie, sociologie. Geen beginnen aan.
Intussen laten juist die lui geen moment onbenut om het belang van wetenschappelijkheid te benadrukken. Wat natuurlijk enkel een soort van ´nog niet uit de kast gekomen´ is. Men zit nog in de ontkennende fase. Geeft af op kwakzalvers. Men is er nog niet aan toe om voor zichzelf te onderkennen ZELF een kwakzalver te zijn.
Hou maar op schei maar uit. Je hoeft geeneens een echte steekproef te nemen. Net zo kansloos als een slechte steekproef. De materie leent zich eenvoudigweg niet voor wetenschap.
Stapel was geen socioloog. Wel een oplichter.