Gamma-onderzoek
De essentie van de bezwaren die Toon Kasdorp had tegen gamma-onderzoek in één column vernietigend geformuleerd. En over de soms ongerijmde functie er van.
Als je met twee handen klapt produceert dat meer geluid dan met één. Dat zou het resultaat van sociologisch onderzoek kunnen zijn. Vandaag hoorde ik bij het nieuws dat kinderen beter leren in klassen met andere kinderen die ongeveer het zelfde leerniveau hebben. Door het invoeren van dit soort ‘niveau klassen’ zou het onderwijsniveau kunnen stijgen. Klassen van leerlingen die op basis van niveau worden geselecteerd, scoren 10 procent beter dan klassen waar dat niet het geval is, heeft het CPB uitgevonden. Bas ter Weel van het CPB legde uit waarom.
Bij gewone klassen komen vaak alleen de slimste kinderen aan de beurt, omdat zij het eerst hun vinger opsteken. Maar leerlingen halen geen hogere cijfers bij leraren die een hogere opleiding hebben, werd er aan toegevoegd. Dat laatste lijkt me alleen interessant als de cijfers door iemand anders zouden worden gegeven. Doet de leraar het zelf, dan ligt ook dat weer voor de hand, net als die kleinere klassen en medeleerlingen van hetzelfde niveau. “Kinderen leren het meest van een enthousiaste leraar, met wie het klikt”, zei Ter Weel verder. Dat herinner ik me ook nog van zeventig jaar geleden. Bij een saaie verveelde je je en bij een leuke lette je beter op.
Waarom toch zulke onderzoeken, vraag je je af. Maar als het er toe leidt dat er kleinere klassen komen met kinderen van hetzelfde niveau, dan kun je toch zeggen dat het nut gehad heeft. Veel interessanter is daarom de vraag waarom dit soort onderzoek nodig is. Al die dingen spreken toch immers voor zich, en bovendien hebben nogal wat mensen ook zelf de ervaring dat je je op de basisschool, met kinderen van allerlei verschillende niveaus en in grote klassen, enorm kunt vervelen.
Veel nieuws komt er niet uit zo ‘n onderzoek, maar het zou kunnen zijn dat veranderingen in onze progressieve samenleving pas kunnen worden doorgevoerd als het nut eerst ‘wetenschappelijk is bewezen’. Dat geldt met name als de voorgestelde veranderingen een elitair luchtje hebben. Kinderen van hetzelfde niveau bij elkaar zetten, dat is in strijd met het beginsel dat voorschrijft om iedereen gelijk te behandelen, ook al hebben in dit geval juist de minder slimme kinderen daar last van. Slimmere kinderen hebben vaak ook slimmere ouders en als het onderwijs te kort schiet helpen de ouders, met als gevolg dat in internationale cijfers Nederland er nog steeds redelijk goed uit komt, ondanks dat het onderwijs niveau vaak bedroevend is.
Een van mijn kleinkinderen bleek op de basisschool beter te kunnen rekenen dan zijn juffrouw. Nu kan dat kind ook beter rekenen dan zijn opa, dus misschien zegt dat niet zoveel, maar het blijft toch droevig als een leerkracht de sommen uit de schoolboekjes niet foutloos maken kan.
Onderwijs- en lerarenopleidingen die worden georganiseerd met het oog op het resultaat lijken me een vooruitgang vergeleken met onderwijs op ideologische grondslag. Als quasi-wetenschap daarbij kan helpen, dan moet dat maar.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Opleidingen met “het oog op resultaat”? Welk resultaat?
Laat het maar aan onderwijskundigen over om die illusie de grond in te boren.