Het functioneren van de overheid in de gezondheidszorg
Mijn vriend X, met wie ik regelmatig correspondeer over onderwerpen op mijn site, schreef mij over zijn ervaringen met de AWBZ en de via die organisatie te verschaffen medische hulpmiddelen. Met andere woorden: de overheid in de gezondheidszorg.
X was geschrokken van de enorme geldverspilling die hij daar aantrof. Toevallig ben ik in het verleden ooit een tijd lang voorzitter geweest van een stichting die zich met de verbetering van de prijs/kwaliteitsverhouding van medische hulpmiddelen bezig houdt.
Dat was op verzoek van mijn buurman indertijd, Cor Dubbelman, die hoogleraar was in het vak medische hulpmiddelen. Wanneer men de AWBZ, de kruisverenigingen en de ziektewetorganisaties, zoals ze toen nog heetten als één grote overheidsinstelling zou zien, dan was deze buurman met nog een handvol andere mensen landelijk de top ervan. Dat gevoel had hij zelf helemaal niet. Hij beschouwde ‘die club’, zoals hij het noemde als iets dat door niets en niemand in de hand kon worden gehouden en waar je alleen met allerlei trucs kon zorgen dat er de benodigde prestaties uit kwamen. Hij zelf was er een meester in en de stichting waar ik voorzitter van was, was een van de middelen die hij daarvoor aanwendde.
Ik herinner me een apparaat dat op zijn verzoek speciaal bij TNO of op de afdeling werktuigbouw in Delft was gemaakt en dat indertijd, ruim dertig jaar geleden, tien of twintig duizend gulden kostte, basis kostprijs. Een patiënt die alleen zijn ogen nog kon bewegen, kon er via een computerscherm mee lezen en was er zichtbaar heel gelukkig mee. Mijn buurman reisde met geld van mijn stichting naar Sony in Japan en heeft met behulp van hun commerciële ingenieurs gezorgd voor de aanpassing van een bestaand elektronisch apparaat dat hetzelfde kon als het kunstwerk van het TNO en dat voor zeshonderd gulden op de markt kon worden gebracht. Zonder mijn buurman hadden nog tien of twintig mensen à raison van heel grote bedragen geholpen kunnen worden en dan was het op geweest.
Dank zij hem kon nu iedereen die in dezelfde omstandigheden terecht kwam zo’n apparaat krijgen. Als het niet van de AWBZ was, dan wel uit eigen zak of van iemand uit zijn omgeving die het nodig vond dat hij het kreeg.
Mijn hooggeleerde buurman was helemaal niet geïnteresseerd in de abstracte aspecten van zijn werk. Eigenlijk was hij liever timmerman geworden, geloof ik, dan hoogleraar. Hij vond het nodig dat de dingen gebeurden en deed dan ad hoc en heel bekwaam wat daarvoor nodig was. Hij was tamelijk uniek, geloof ik. Eigenlijk zouden er bij de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg mensen moeten zitten zoals hij, die er voor zorgden dat de organisaties die zorg produceren efficiënt werken.
Om U een indruk uit de praktijk te geven voeg ik de brief bij die ik kreeg over het functioneren van de AWBZ, wat aangepast om hem onherkenbaar te maken. Zij illustreert dat het een organisatorisch probleem is en dat het heel goed mogelijk moet zijn om er iets aan te doen, als men de moeite maar zou willen nemen.
Beste Toon,
Omdat mijn handicap in ernst toeneemt, heb ik al een jaar of drie geleden, op aanraden van mijn behandelende arts, contact opgenomen met een van de organisaties die er zijn om ten behoeve van patiënten genoemde wet ( de AWBZ ) uit te voeren. Dat begint met een zgn. intake-gesprek waarin enige informatie over de functie wordt gegeven.
Dit gesprek vindt plaats in een nieuw gebouw, integraal ingericht met design-meubilair van een prijsklasse die bij De Nederlandsche Bank alleen voor onderdirecteuren en hoger is weggelegd. Na verloop van maanden volgde een tweede gesprek, dat een indicatie moest opleveren voor een toepasselijk hulpmiddel. Dat werd gevoerd door een wat hoger geplaatste medewerker. Beide gesprekken waren minder diepgaand dan die ik geregeld met mijn behandelend arts heb. Nodig leken ze me geen van twee.
Hierna werd ik opgeroepen door een technicus voor een meting, die niets heeft kunnen opleveren, wat niet al in de door mijn specialist bijgehouden status stond. De technicus concludeerde dat ik profijt zou hebben van een simpel hulpmiddel dat hij voor mij demonstreerde. Hij liet verder uitvoerig een veel ingewikkelder en groter apparaat zien dat meer kon voor erg veel meer geld. Ik kende de werking, omdat een kennis mij er ooit een te leen had gegeven. Maar ik vond dat ik aan zo’n duur apparaat nog niet toe was. Ik hapte dus niet toe, maar had de indruk, dat ik er zonder meer een had kunnen krijgen als ik dat gewild had.
Een paar weken later kreeg ik het simpele apparaatje door de leverancier van de AWBZ toegestuurd. Allemaal gratis en voor niets. Maar ik sloeg van schrik achterover toen mij bleek welke prijs aan de AWBZ in rekening was gebracht! Ik had het voor een fractie kunnen kopen bij mij om de hoek.
Intussen bleef mijn handicap in omvang toenemen. Het nieuwe hulpmiddel hielp niet meer. Ik kwam dus tot de conclusie dat ik dat grotere apparaat niet langer kon missen. Omdat ik op de eerder procedure was afgeknapt probeerde ik dit gedaan te krijgen via een andere, soortgelijke instelling. Die ging snel en efficiënt te werk, en bezorgde mij binnen enkele weken het grote apparaat thuis, waarbij de chauffeur ook nog eens in staat bleek duidelijke aanwijzingen voor het gebruik te geven. Dat apparaat is verder voortreffelijk. Ik heb het in bruikleen gekregen. Het kost me geen cent. Het was niet moeilijk te achterhalen dat het, als je hem als particulier zou moeten kopen, meer dan tweeduizend euro kostte en dat hij in het AWBZ-circuit de leverancier meer dan 1500 euro opleverde. Niemand koopt het particulier, iedereen krijgt het via de AWBZ.
Ik heb mijn schoonzoon, die in de computer business zit, gevraagd voor welke prijs hij zo’n apparaat zou kunnen leveren, als hij een bedrijf had. Het antwoord was: vier of vijf honderd euro en zeker minder als je een afnemer bent met de omvang van de AWBZ; alle benodigde onderdelen zijn goedkoop in te kopen. Ik constateer: (1) een uitvoerder van de AWBZ zit kennelijk zeer ruim in het geld; (2) Men voorziet daar in overbodige indicatieprocedures (een steekproefsgewijze aanpak ter controle van het werk van de artsen zou voldoende moeten zijn); (3) de inzichten van de behandelende arts worden genegeerd; (4) men heeft bij dit soort instellingen geen benul van de kostprijs van de hulpmiddelen en/of gooit het op een akkoordje met de leveranciers; (5) op het ministerie houdt men geen toezicht en de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg gaat hier kennelijk niet over; (6) het is nergens voor nodig dat iemand met mijn inkomen alle hulpmiddelen gratis krijgt, maar het gebeurt zonder dat ik er ooit om gevraagd heb.
Ik hoop je met dit triviale verhaal niet te zeer te hebben vermoeid,
Je vriend
X
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Bijzonder he. We hebben op deze planeet:
– alle kennis en kunde om mensen op de maan te zetten,
– en om satellieten tot voorbij Pluto te sturen,
– een gigantische hoeveelheid water,
– genoeg grondstoffen om leidingen aan te leggen om dat water naar de Sahara te leiden,
– zoveel voedsel dat dagelijks in de VS en Europa meer wordt weggeworpen dan nodig is om de wereld er een maand van te voeden,
– kennis en kunde om ziektes te genezen,
– kennis en kunde om gehandicapten van alle gemakken te voorzien,
– veels te veel vierkante meters kantoorruimte en woonruimte,
– boterbergen en melkplassen,
– etc. etc. etc.
Alleen, we hebben te weinig geld om er gebruik van te maken en het een beetje te verdelen over de planeet.
Misschien moeten we die exoplaneten niet afstruinen naar buitenaards leven, maar naar geldbomen. Misschien dat er ergens in het universum een geldboom is om al onze problemen op te lossen.
Tistochnietegelovenstelletjeklojo’s…
… waarom je ruilmiddelen schaars houden in een wereld van overvloed?…
Overheids instanties, ik werk er ook bij eentje, zouden best wat meer mensen met een Timmermans mentaliteit kunnen gebruiken. Met alle respect, het zijn nu vaak allemaal academici. Hele aardige en vriendelijke mensen, maar, met alle respect, over het algemeen komt er behalve nog meer bureaucratie en extra regeltjes weinig uit hun handen. Ik merk het dagelijks.