Franse parlementsverkiezingen – socialisten gaan op meerderheid af
Met stroop vang je meer vliegen dan met azijn, moet de nieuwe Franse president Hollande hebben gedacht toen hij een paar weken terug aankondigde dat de Franse pensioenleeftijd – een van de belangrijkste resultaten van ex-president Sarkozy – opnieuw op 60 zou worden gesteld. Alsof 62 al geen gunstige leeftijd was vergeleken met de rest van Europa.
Maar dit en volgend weekend moet Hollande een parlementaire meerderheid veilig zien te stellen, om in zijn regeerperiode niet voortdurend te struikelen over een door rechts gedomineerde Nationale Vergadering (577 zetels). Zo’n Cohabitation zou best kunnen werken – heeft in het verleden ook wel gewerkt – maar zou het Hollande toch lastig kunnen maken zijn vrolijke-Frans programma waarmee hij gekozen werd, te kunnen uitvoeren.
De eerste ronde lijkt voor de socialisten gunstig verlopen te zijn. In het Franse districtenstelsel gaan alle kandidaten die meer dan 12,5% scoren door naar de volgende ronde (tenzij iemand een 50%+ score behaalt), waar uiteindelijk de kandidaat met de meeste stemmen de zetel in de wacht sleept. Wat dat betreft is de eerste ronde weinig meer dan een veredelde opiniepeiling, waarbij tegelijk het kaf van het koren gescheiden wordt. In deze eerste ronde behaalden de socialisten ongeveer 46% (wordt ca. 300 zetels), en lijken daarmee af te gaan op een absolute meerderheid, mogelijk gesteund door de Franse Groenen (ca. 12 zetels). De UMP (34%) van de verslagen president Sarkozy zou eindigen met iets minder dan 250 zetels, het Linkse (oa communisten) Front komt op 18, het Front National van Marine le Pen op 2 à 3.
Front National
Na de presidentsverkiezingen spraken sommige analisten de verwachting uit, dat door de verwarring binnen traditioneel Rechts, het FN mogelijk zou profiteren. Dit is niet uitgekomen, maar toch is er onder de oppervlakte meer gaande dan de UMP en de socialisten lekker zal zitten. Het FN haalde 13,4%, minder dan de 17,9% die Le Pen bij de presidentsverkiezingen haalde. De vrij lage opkomst van 57% toont dat de proteststem die voor het FN zo belangrijk is, ditmaal thuis bleef. Toch waren er opmerkelijke uitslagen.
Marine Le Pen behaalde in het noordelijke arbeidersdistrict Henin – waar zij kandidaat stond – 42,3%, waarmee ze tegelijk de kandidaat van het Linkse Front bij de presidentsverkiezingen in mei, Melenchon, uitschakelde. Dat de naam Le Pen een zekere magie heeft verkregen werd gedemonstreerd door een ander familielid – de pas 22-jarige Marion Marechal Le Pen – door in het zuiden in haar district als eerste te eindigen. Ten opzichte van de vorige parlementsverkiezingen, toen het FN nergens een zetel wist te bemachtigen, is dit desalniettemin een grote vooruitgang.
Andere kandidaten van het FN haalden meestal de tweede ronde niet, wat voor de conservatieve UMP een geruststelling moet zijn. De partij zal zich het komende jaar moeten herpakken en een nieuwe leider vinden, nu Sarkozy de politiek verlaten heeft. De noodzaak om met het FN een deal te sluiten kon zij daarbij beslist missen.
Met de te verwachten meerderheid volgende week kan Hollande voorlopig ongestoord regeren. Zijn meerderheid zal ook voldoende zijn om niet bij extreem links te hoeven aankloppen, dat fel anti-Europees is. Anti-Europese partijen zullen in het komende parlement hooguit 20 zetels bezetten, al was hun stemmenaandeel totaal hoger dan 20%. Niettegenstaande dat, is er ten opzichte van de vorige parlementaire periode een fundamentele verandering. De entree van het FN in de Assamblée geeft Le Pen een podium, dat ze ongetwijfeld zal exploiteren. Onder een districtenstelsel is het veroveren van zetels door kleinere partijen nooit eenvoudig, maar als het lukt is de impact zoveel groter.
Door alle problemen in de EU zal ook Frankrijk een onrustige politieke periode tegemoet gaan. De inlossing van Hollandes beloften zullen een zware aanslag op de staatskas betekenen, en de verzwakking van de UMP zet de klassieke verhoudingen.zeer zeker verder onder druk.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.