Falende overheden en hun soufflerende dienaren
Het is de diep socialistische gedachte dat de staat in alles verantwoordelijk is voor maatschappelijke malheur die leidt tot falende overheden.
Pieter van den Blink, een Nederlandse verslaggever en de Franse socioloog Laurent Mucchielli zochten de oorzaak van het geweld, dat een paar jaar geleden in Franse steden woedde, bij een in sociaal opzicht falende Franse overheid. Zij meenden dat de eertijdse minister van binnenlandse zaken van Frankrijk, de latere president Sarkozy, eigenlijk zijn excuses had horen aan te bieden aan de relschoppers, die hij racaille schijnt te hebben genoemd.
Ze hadden gelijk dat de overheid verantwoordelijk is, maar niet omdat die te weinig deed voor de relschoppers, maar omdat zij illusies heeft gewekt die niet konden worden waargemaakt.
Van den Blink en Mucchielli zijn vertegenwoordigers van een Europese sociaal maatschappelijke stroming, die in Nederland sinds het kabinet Den Uijl de overhand heeft gehad. Tegenwoordig wordt zij hier alleen nog vertegenwoordigd door een handvol mensen, maar in andere Europese landen, zoals België en Frankrijk, is zij pas de afgelopen twee decennia boven komen drijven[1].
Een politicus als Chirac, die ooit als rechtse gaullist en vertegenwoordiger van recht en orde was gekozen, maar die geen slachtoffer van zijn beginselen wenste te worden, sloot zich bij de nieuwe stroming aan. De Villepin, zijn eerste minister, zou een broertje van Van den Blink of Mucchielli kunnen zijn, een echte linkse liberaal. Ook de Belgische europoliticus Verhofstadt is van de generatie die de overheid ziet als verantwoordelijk voor alle aspecten van het welzijn en de welvaart van de burgers in het land. De overheid stelt zich daarmee impliciet ook aansprakelijk voor alles wat er verkeerd kan gaan in een land en dat is veel.
In een moderne geglobaliseerde samenleving kan de overheid niet alles in de hand houden. Eigenlijk kon ze dat ook al niet in de tijd dat de welfare state ontstond. Doen alsof, credit nemen waar geen verdienste bestaat, verwijten incasseren waar geen mogelijkheden tot ingrijpen aanwezig zijn, heeft de toenemende desillusie met de overheid in veel westerse landen veroorzaakt.
Daar komt bij dat de politiek alleen maar de sluitsteen vormt op het overheidsgebouw. Zij is formeel aansprakelijk voor alles wat de overheid doet, maar de politiek heeft in toenemende mate het eigen ambtenarenapparaat niet meer in de hand.
Dat heeft uiteenlopende oorzaken. Het ambtenarenrecht maakt het praktisch onmogelijk om incompetente of onwillige ambtenaren te corrigeren. Maar vooral: de organisatie van de departementen[2] en andere overheidslichamen dateert uit een tijd dat alles veel kleinschaliger was en de problemen waar de overheid mee kampte van een andere en kleinere orde waren. Iedere wijziging in ambtelijke instellingen is twee eeuwen lang ad hoc geweest, een grondige reorganisatie heeft nooit meer plaats gevonden. De politiek en de ambtelijke top heeft door gebrek aan organisatie vaak geen idee meer van wat er op de werkvloer gebeurt, terwijl het toch gaat om organisaties waar zij naar buiten toe de verantwoordelijkheid voor dragen.
Dat steeds weer foutieve informatie uit het ambtelijke apparaat naar boven komt is geen toeval. Er bestaat geen geordende communicatie van top naar bottom en omgekeerd en instructies worden vaak gebrekkig en ongecontroleerd uitgevoerd.
In Italië heeft Berlusconi de verkiezingen als premier na zijn eerste periode verloren, omdat hij er niet in slaagde het totaal vastgelopen overheidsapparaat in Italië te hervormen, terwijl dat iets was hij wel had beloofd. Daarvoor had hij allerhande excuses, onder andere de buitensporige aandacht die hij heeft moeten besteden aan de rechtszaken die tegen hem werden gevoerd en de tegenwerking die hij bij iedere stap van alle overheidsdienaren en hun beschermheren in de politiek ondervond.
Het is hem niet gelukt de overheid te hervormen, zomin als het per saldo aan Margaret Thatcher is gelukt. Die heeft wel de macht van de vakbonden gebroken maar de macht van de ambtenaren is ongeschonden uit de strijd gekomen.
De paradox hoe overheden kunnen worden hervormd met behulp van het overheidsapparaat is eigenlijk maar in één land en door één politicus redelijk succesvol opgelost: door Ronald Reagan in de VS. Hij had daarbij het voordeel dat daar nog niet zoals in Frankrijk en andere Europese landen bijna 50% van de bevolking direct of indirect van de overheid afhankelijk is. Bovendien heeft de politiek daar een werkelijke en niet alleen een virtuele grip op het apparaat waarmee het werken moet.
In de Europese landen is het punt al gepasseerd waarop zelfreinigende werking nog een kans zou hebben. Het wachten is op de revolutie die ooit komen zal, maar dan zijn we al in alle opzichten ingehaald door de snel groeiende landen in het verre Oosten.
- De socialistische Franse president François Mitterrand en de Duitse socialist Helmut Schmidt, die tijdgenoten waren van Den Uijl, waren geen van beiden erg enthousiast over het politiek correcte en utopistische socialisme dat in die tijd opkwam. Naar hun mening was dat niet in het belang van de arbeidende klasse en van het land. Onze minister president Den Uijl is in het buitenland nooit erg populair geworden. Beide socialistische politici hadden meer op met de hier door alle socialisten gehate Dries van Agt.
- Naarmate de werkzaamheden van een departement minder afwijken van de agenda uit de negentiende eeuw zal de organisatie in het algemeen beter zijn. Verkeer en Waterstaat, wat een technisch departement is, met een totaal gewijzigde agenda, is een voorbeeld van slechte organisatie. Algemene Zaken en BZ hebben minder last.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Geen minister wil zijn handen branden aan een ambtenaren reorganisatie. Er zijn veel departementen waar de top de dienst uitmaakt en de minister het nakijken heeft. De macht is inderdaad al te groot. Hoe kun je die doorbreken? De EUrocratie in Brussel is ook een waterhoofd. Toch maar de revolutie!
In zekere zin was de Franse adel de ruggegraat van het Ancien Regime, dat hadden de revolutionairen goed in de gaten. #chopchop
€ Hannibal – dank voor de aanvulling! “Alles voor het volk, niets door het volk” Ik lees: “De verlichte vorsten hadden gemeenschappelijk dat zij streefden naar een zo efficiënt mogelijk bestuur en naar de vorming van een moderne staat, bijvoorbeeld door een moderne bureaucratie van ambtenaren in te stellen zodat de belastinginning optimaal te organiseren was.” Dat was tenminste iets, het is later met de ambtenaren en moderne bureaucratie onbehoorlijk misgegaan. Tijd voor een “Nouveau Régime”!