DE WERELD NU

Erfopvolging – de afkeer van een verbetering ooit

Bedreigingen, eenheid van prijs, een land van deugers, Academisch tuig, Stalinisme, Duitsland, Applestore overval, Olympische Spelen, Rechters, wereldregering, Oekraïne, Therapeutenangst, Qatar, Cultuur en politiek, Onveilig, basis, Politiek, Zwart, Overlast, Vrouwen en kinderen

Het woord erfopvolging alleen al is genoeg om veel mensen met afkeer te vervullen,. Zó oneerlijk. Hoe waar ook, ooit was het een verbetering.

Sinds het revolutionaire volksdeel tijdens de Franse revolutie begon met het afhakken van een koninklijk hoofd omdat het een koninklijk hoofd was, is er een attitude ontstaan die neerkomt op het verketteren van iedere vorm van erfopvolging. Van mij mag het, daar niet van: het koningschap is als principe ietwat uit de tijd geraakt. Niettegenstaande dat is het te makkelijk om het af te doen als uiting van ongerechtvaardigde machtshonger van een paar bevoorrechte families. Niet dat dat er geen element van kan zijn, maar het is er evenmin een specifiek kenmerk van.

Dat de moderne sociaalgetrimde overheid er toe neigt alle vererving als verwerpelijk te beschouwen vinden we al een stuk minder logisch. Maar is macht dan zo’n specifiek onderdeel van een erfenis dat het van vererving moet worden uitgesloten? Als je er wat langer over nadenkt is dat niet vol te houden. Dat zie je als je de uitersten analyseert. Want iemand die al het beschikbare land ter wereld zou erven, erft daarmee een ontzaglijke macht. Moet je dat limiteren? En in welke mate limiteer je dat, en wat vervalt aan de gemeenschap? De helft, 10%, 1%??

Dat de moderne staat daar grenzen aan stelt verandert niets aan de zaak dat dat altijd een arbitraire keuze blijft, feitelijk een vorm van gesanctioneerde diefstal. 0%? Dan kom je in de situatie dat om principiële redenen alle familiefoto’s en de antieke stripverzameling van je ouders naar de biomassacentrale wordt afgevoerd. Eerlijker, nietwaar? Maar uiterst onplezierig.

Ergo, het is geen goed criterium.

Met de vererfbaarheid van macht is het niet heel anders, al is een democratisch bestel vaak een uitstekende smoes. Wat niet wegneemt dat als een van de tien rijkste mensen ter wereld zou besluiten in Nederland zo veel mogelijk beschikbare grond te gaan kopen, de democratie ernstig onder druk zou komen te staan. Democratie floreert het best in verdeeldheid met veel deelnemers die allen eigen belangen hebben te verdedigen – het is goed dat in gedachten te houden.

Maar hieruit moet je ook constateren dat macht minder vererfbaar is naarmate zij minder dominant is in een staatsbestel. Een koning die functioneert als primus inter pares zal eerder door die gelijken naar hun niveau worden neergehaald dan een absoluut regerend vorst die over de bij die positie behorende middelen beschikt [1].

Maar als we nu terug gaan naar de oorsprong van erfopvolging, dan zien we dat bezit nauwelijks een criterium was, omdat bezit in vroege staten maar al te vaak verbonden was met macht. Wie het een erfde, zal zelden zonder het ander. In jonge staten waarin nog geen soepel systeem van leiderschapswissel was ontstaan was geschiktheid als voor het leiderschap primair een functie van lichamelijke geschiktheid[2]. Dit stamde rechtstreeks uit het leiderschap van een stamverband, en als een stamverband groot genoeg was, werd automatisch het leiderschap binnen de belangrijkste clan gemonopoliseerd. Waarmee een eerste stap naar erfopvolging was gezet.

Een groeiende jonge staat heeft echter na de periode waarin ze werd gevestigd in de eerste plaats behoefte aan stabiliteit. Waar in kleine stammen een gevecht om het leiderschap (vergelijk: roedel wolven) vrij normaal is,verliest dat grotendeels zijn geldigheid naarmate een staatsverband ontstaat. Als de generaties te kort op elkaar komen gaat de erfopvolging daarom in zo;n situatie over van broer op broer. Saudi-Arabië kent een dergelijk primitief systeem nog steeds, maar de Angelsaksen kenden het in Engeland in de 8e en 9e eeuw ook. Naarmate de stabiliteit van een staat groeide, ontstond de mogelijkheid van erfopvolging van vader op zoon. Daarna was het gedaan met  de strijd om de macht binnen de staat, hoewel dat niet overal zo uitpakte.[3]

Erfopvolging van vorsten was dus van oorsprong weinig anders dan een bewijs van stabiliteit, en werd daarom nooit werkelijk betwist als systeem. Pas de invoering van democratische systemen en de roep er om veranderden die positie van de monarch. Een constitutionele monarchie klinkt als een contradictio in terminis, maar is dat niet geheel. Dat veel staten een president hebben die als vervanger van een monarch functioneert, bewijst dat de functie van een constitutionele monarchie in een behoefte voorziet. Ook al is het koningschaphet op zichzelf een atavisme.


  1. Dat de koningen die in Europa gaande de 19e eeuw veel van hun macht verloren vrijwel geen van allen werkelijk absoluut regerende vorsten waren wordt bewezen door het feit dat de democratisering uit die jaren hen van die macht ontdeed met de groei van moderne democratieën tot gevolg.
  2. Het Heilige Roomse Keizerrijk was curieus genoeg een staat waarin de keizer werd gekozen ,middels een kiessysteem, dat zijn wortels had in de Frankische wijze van leiderschapsselectie. Ook binnen Frankrijk bestond dat systeem aanvankelijk, maar stierf daar door omstandigheden vrij vlot uit.
  3. In Japan verloor de keizer op een bepaald moment de almacht binnen de staat aan de shogun. Die ook op zijn beurt later nog eens onder vuur kwam van een formeel lager geplaatste. Ook de Frankische hofmeiers waarvan Karel de Grote afstamde waren een product van dezelfde ontwikkeling.

6 reacties

  1. BegrensEuropa! schreef:

    Het probleem is niet zozeer erfopvoling, maar het aanbieden van het juiste onderwijs. Immers, het koningschap zelf vereist geen bijzondere intellectuele kwaliteiten. Een voorbeeld uit Frankrijk kan dit illustreren. Lodewijk XIV was een lastige, veeleisende man. Zo liet hij een vrij eenvoudig jachtslot in Versailles verbouwen tot iets waarmee hij de concurrentie in Wenen en Moskou kon aftroeven. Ook deed hij zijn uiterste best om zijn zoon en gedoodverfd opvolger tot superieur koningschap op te laten voeden. De mislukking van die poging heeft wel een soort onderwijspakket opgeleverd, maar geen geschikte opvolger. Lodewijk XV was de achterkleinzoon van Lodewijk XIV. Ook die werd niet opgevolgd door zijn zoon. Het zou kunnen dat het 17e eeuwse onderwijspakket ook aan Lodewijk XVI werd toegediend, met het bekende resultaat dat men in Frankrijk op 14 juli nog elk jaar viert. Zo bezien was de Franse Revolutie een voorbeeld van onderwijsvernieuwing.

  2. Hannibal schreef:

    @BegrensEuropa!
    Van Louis XVI is bekend dat hij een begaafd slotenmaker was, en verder eigenlijk niet geïnteresseerd.

  3. Ravian schreef:

    Dacht ik even dat het over Lilian Marijnissen zou gaan, of over al die kinderen van linksige ambtenaren waar na de welbekende geitenwollenssokken opleiding het ambtelijke bedje al voor gespreid staat.

  4. Gerrit Joost schreef:

    Marc, de zoon van onze klimaatpaus Timmermans wordt communicatiemanager bij het grote windmolenpark, waarvoor we een groot deel van de Noordzee milieuonvriendelijk mogen omspitten (Stichting De Noordzee). Waar je wieg staat en welke genen je ouders hebben bepaalt grotendeels je opleiding en je levensloop. Dit is erg oneerlijk. Gelukkig is het overal in de natuur niet anders. Erfopvolging is uit de tijd. Maar ik zal uitslag en pukkeltjes krijgen als Specht Pechthold of Aasgier Asscher president van Nederland zouden kunnen worden. En zo zijn er nog velen die ik beslist niet kan velen.

  5. Guus Gonggrijp schreef:

    Kennelijk hebben ze in de Democratisch Volksrepubliek Korea veel behoefte aan stabiliteit, want die Kim-dynastie zit er nu toch al een paar generaties.

  6. Hannibal schreef:

    @Guus Gonggrijp

    🙂 Het zijn de daden, niet de titels die tellen. De Kims zijn erfelijk tot ze uitsterven, en dat is precies waar ze nu zelf zo bang voor zijn. Het is net de Julio-Claudische dynastie, met de huidige Kim als Nero.