Een lesje theodicee en christelijkheid – hoe goed is God?
Christelijkheid is voor de moderne westerse mens een ongrijpbaar concept aan het worden. Wat maakt ons waarlijk christelijk? En: hoe goed is God?
Kan de christelijke God een mens bevelen zijn kind te doden?[1]
Een belangwekkende religieuze of theologische kwestie is het Bijbelverhaal van Abraham die van God zijn kind moet offeren. Zeker het christendom ziet God als goed (als moreel goed of als liefde) zodat dan de vraag rijst hoe we zo’n bevel – aangenomen dat God werkelijk dat bevel heeft gegeven – moeten rijmen met het idee dat God goed is.
In feite is dit het scherpste geval waarvoor we een theodicee moeten zoeken: in het algemeen wordt gevraagd hoe God al het kwaad in de wereld kan toestaan (met Epicurus’ paradox dreigend op de achtergrond). Waarop het antwoord er dan meestal op neerkomt dat God niet almachtig is in de zin dat God wel alles kan wat mogelijk is maar dat hij niet het onmogelijke kan (zelfs God kan geen vierkante cirkel tekenen) en dat de ideale wereld helaas onmogelijk is en/of dat hij opzettelijk zijn macht heeft beperkt om de mens het grotere goed van vrijheid te geven, waardoor de mens de keuze heeft om goed of kwaad te doen.
Deze uitwegen zijn in Abrahams geval niet meer mogelijk: hier heeft God zijn handen er niet vanaf moeten trekken maar beveelt hij zelf tot het kwade. Is hier een theodicee mogelijk? Ik denk dat we daarvoor moeten onderzoeken wat we eigenlijk bedoelen met ‘God is goed’.
Ik zal eerst wat historische observaties geven. De traditionele visie is denk ik dat God goed is omdat God machtig is (van oudsher kwalificeert de machthebber zichzelf als goed in de zin van vooraanstaand en is het onmachtige plebs ‘slecht’ in de zin van onbelangrijk). Ook, omdat God rechtvaardig is (God beloont zijn trouwe dienaar en straft de zondaar/wegloper). Al iets progressiever of filosofischer is het idee dat de Schepper goed is omdat iets maken/scheppen/ordenen goed is en iets kapotmaken/vernietigen/wanorde kwaad is. Om die reden is de wereld c.q. de Schepper zelfs bij Schopenhauer niet volstrekt slecht omdat een volstrekt kwade wereld überhaupt niet kan bestaan en iets volstrekt kwaadaardigs niets kan scheppen: ‘zijn’ c.q. iets tot stand brengen is altijd iets positiefs en alles wat is is dus in wezen goed.
De christenen maakten van dit metafysisch goede ook een moreel goede, omdat God als Jezus zonder zonden was en vergeving en de moraal leerde, waarbij als we de filosofie betrekken ook Plato’s Idee van het Goede inspireerde: zoals de Zon eerst al het zijnde en alle kennis mogelijk maakt, ontlenen de Ideeën hun volmaaktheid aan het Goede op zichzelf en zo ook is God de bron van al het goede – nu naast het zijn in algemene zin ook de verbindende kracht van liefde in bijzondere zin – in de wereld.
In de moderne tijd zien we twee grote moraalsystemen tegenover elkaar staan: de deontologische ethiek van Kant en het utilitarisme. Het probleem van Kants moraalleer is dat die ‘metafysisch’ is (en het moreel goede daarom ook in een sfeer van vrijheid kan plaatsvinden): een handeling is goed of slecht, ongeacht haar gevolg in de fysieke wereld die sowieso causaal gedetermineerd is.
Het probleem met het utilitarisme is dat we de gevolgen van ons handelen nooit kunnen overzien, zeker niet op lange termijn, waardoor deze moraalleer sowieso niet praktisch hanteerbaar is en we ons wel moeten verlaten op Kants moraalleer met haar onvoorwaardelijkheid. Maar zoals Kant ook betoogt, hebben we God dus religie (eigenlijk slechts) nodig om de brug te kunnen slaan tussen moraal (die autonoom is: we hebben geen religie nodig om te weten wat goed en kwaad is) en natuur dus om het moreel goede te verbinden met geluk als het ‘wereldse’ goede: de goede, rechtvaardige God verzekert ons dat de moreel goede mens gelukkig en de moreel slechte mens ongelukkig zal worden, desnoods in het hiernamaals (Kant was pessimistisch genoeg om het optimisme van de oude Grieken dat het goede zelf het geluk impliceert niet te delen: hij achtte het hiernamaals beslist nodig want in deze wereld zien we vrijwel nooit dat goede mensen gelukkig zijn of dat slechte mensen ongelukkig zijn).
Maar dit biedt ook een weg om Gods bevel om je kind te doden te begrijpen: wij kunnen de gevolgen van daden niet overzien, maar God bij uitstek wel! God heeft ons Kants moraal gegeven als een moraal die voor ons hanteerbaar is, maar hanteert zelf een meer utilistische moraal, zodat God ook alle effecten van daden in beschouwing neemt, hetgeen Gods wegen zo ondoorgrondelijk voor ons maken: wij weten immers niet waartoe het een of het ander zal leiden (maar God wel!).
De strekking van Abrahams offerverhaal lijkt dit te onderstrepen: God beval Abraham iets immoreels te doen en uiteindelijk liet God het niet gebeuren (zodat ons vertrouwen in de moraal niet werd geschonden). Waar het echter om gaat is dat je op God moet vertrouwen, zodat je ook zijn immorele bevel toch moet gehoorzamen. God weet immers meer dan jij. ‘Credo quia absurdum’: geloof is geen volgen omdat je het begrijpt maar juist volgen c.q. op God vertrouwen omdat je het niet begrijpt.
Geloof is Kierkegaards sprong in het diepe wagen in de hoop dat God je opvangt. Geloven is je kind naar het offeraltaar brengen als God daar om vraagt in het vertrouwen dat God iets goed met jou en je kind voor heeft, ook als je dat zelf niet kunt begrijpen.
- Ikzelf ben een overtuigd atheïst (altijd geweest), maar waarschijnlijk vanwege mijn filosofische geneigdheid genoot ik als kind altijd van theologische discussies (en keek ik als kind ook het liefst naar de EO): de kwesties die gelovigen aansneden prikkelden mijn kinderlijke filosofische geest (zonder mij overigens ooit aan mijn ongelovigheid te kunnen doen twijfelen). Door mijn latere filosofisch-historische studie ben ik steeds meer gaan begrijpen welke filosofische en historische zaken een rol speelden in de ontwikkeling van het heidense en het christelijke denken (met de moderniteit als grote synthese van het christendom en de heidense, antieke erfenis), zodat ik ook de volgende theologische kwestie in dat perspectief zal plaatsen.
Dit essay verscheen eerder op Geband van Joop
Een joodse oplossing voor het moordbevel van God is dat het laat zien dat het concept van kindermoorden bij wijze van offer, bijvoorbeeld zoals dat onder het buurvolk de Ammonieten aan god/heerser Moloch/Baal gebruikelijk was, niet langer is toegestaan. Een andere gedachte is dat: ook als God het absolute goede vertegenwoordigt hij niet ontkomt aan de tegenstrijdigheden die het menselijke bestaan kenmerken. Het beste dat God dan kan doen is helpen goede manieren te ontwikkelen om met die tegenstrijdigheden om te gaan. Dit is een zaak van vertrouwen. Wat dit moordbevel laat zien is dat dat vertrouwen niet beschaamd wordt. Zo dient het verhaal verschillende doelen. Utilitarisme is een zwaktebod in de zin dat onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de verdeling van het nut. Dat is inderdaad een ethische kwestie. Het bezwaar dat we niet in de toekomst kunnen kijken is onvoldoende. Als mens doen we niet anders, utilitaristen of niet. Er is nog een probleem met utilitarisme en dat is de calculus. Die rekent uit hoe te handelen. Maar daarmee heb je op zich nog niemand overtuigd. Dat wordt dan een kwestie van propaganda. In zo’n samenleving wil niemand leven.
God is goed in de zin van opbouwend, scheppend,. ontwikkelend, uitvindend, ontplooiend, en meer van dergelijke woorden. Dat er een schepping is, een kosmos, universum, dat die er überhaupt is, is een teken dat God goed is. Verder heb ik geen flauw idee wat precies met God bedoeld wordt. Ook ben ik mij ervan bewust dat bijvoorbeeld Auschwitz velen heeft doen twijfelen aan Gods bedoelingen met deze wereld. Wel weet ik van een overlevende die schreef dat God leed in Auschwitz, leed met de lijdenden.
Allemaal leuk er aardig, maar wat heeft dit gefantaseer voor zin?
Na een christelijke opvoeding begon ik al vroeg met kritiek.
Uiteindelijk heeft dit geleidt tot atheïsme.
Mijn ouders legden er zich, na jaren vechten, bij neer. Echter, ze hebben het nooit vergeven.
Waren al dik in de 80 als ik zo af en toe nog een steek onder water kreeg.
Zo van: ‘We vinden het toch zo jammer’!
Dus die vergevingsgezindheid was in hun geval niet te bekennen.
Inmiddels ben ik 80 en vind dat de gekte over standbeelden (soms terecht)
snel gekanaliseerd moet worden richting religies.
Over slavernij gesproken. Slavernij is ook door religies en gelovigen gebruikt en goed gepraat.
Er is geen God of ander opperwezen, dus verzin er dan ook geen verhalen over.
Van Gouwen schrijft als atheïst over wat God wel of niet kan enz. maar door dit te
doen blijft hij het religie vuurtje aanwakkeren.
Slechte zaken moet je geen aandacht geven.
Goed stuk. Als christen weet ik dat God leeft en dat Jezus Zijn zoon is en wij zijn Zijn kinderen. Het evangelie, evangelion in het Grieks betekent blijde boodschap. Een boodschap die mij zeer zeker aanspreekt; Het leven is niet eindig na die 60, 70 of 80 jaar op aarde maar wij leven eeuwig, hoe mooi is dat!
Ja Abraham wist dat God goed is. Zijn levensgeschiedenis laat zien dat hij dat zelf had ondervonden. Maar hij wist vooral dat God God is in de zin van: “Jahwe nu doe wat goed is in Zijn ogen”. Hier raken we aan het wezen van God, namelijk dat Hij soeverein is. (Een gruwelijke gedacht voor de modere mens die God niet kent.)
Abraham kende God. Hij wordt zelfs “de vader van alle gelovigen” genoemd. Hij had al eerder God geloofd toen Deze hem de (onmogelijke) belofte deed dat hij bij Sara een zoon zou krijgen en dat mede door die zoon zijn nakomelingen zouden zijn als de sterren aan de hemel en het zand der zee. Abraham geloofde ook die belofte. Toen God hem vroeg zijn zoon Isaak te offeren, geloofde hij dat God de Almachtige ook machtig was om zijn zoon uit de dood terug te geven. Zo legt het Nieuwe Testament
( Hebr. 11: 17-19) het uit. Opvallend is ook dat, voordat Abraham de berg beklimt waar hij Isaak moet offeren, tegen zijn knechten zegt dat hij samen met zijn zoon terug zal komen.
Het artikel leunt zwaar op de idee dat God de moreel goede mens beloont. Maar God beloont helemaal geen moreel goede mensen. De diepe werkelijkheid die we zowel in het OT als in het NT dikwijls verwoord zien is, dat er niemand is die goed doet. Augustinus zegt dat onze beste daden in het licht van Gods heiligheid slechts blinkende zonden zijn. Jezus verwoordde het eerder al: “Niemand is goed dan Een, namelijk God.”
De kern van de orthodoxe christelijke leer (en ook de verbinding met het OT) is dat de mens met God verzoend moet worden door het offer van Jezus Christus. Dat geldt zowel voor vrome, nette zondaren als voor nette, goede burgers als voor van-God-los zondaren.
@Neef Jansen 13 juni 2020 om 17:38 God onttrekt zich aan elke definitie en is dus een open vraag. In die zin behoren ‘ietsisten’ of mensen die geen flauw idee hebben met wat precies met God bedoeld wordt, zoals u het formuleert, tot de grootste theologen. Ook de zin van het bestaan is een open vraag. Zowel vraag als antwoord zitten tussen de oren. En daar zit een synaptisch wereldwonder dat eindeloos doorgaat met het stellen van vragen en het vinden van antwoorden. Er zit veel kaf tussen het koren. Ergens tussen de regels menen we de juiste richting te bespeuren. Een enkele keer laten we ons overtuigen (geloof) en hopen er het beste (vul zelf in) van. Het kost moeite maar dan heb je ook wat (de drie goddelijke deugden?).
Ik sluit mij aan bij het commentaar van @Wim 19:39.
Daarnaast wil ik nog opmerken dat ‘geloof’ geen (exacte) wetenschap is. En de mooiste opmerking over geloven uit de mond van een kind, ooit vernomen via via: “Ik vind geloven best wel moeilijk, je weet het nooit helemaal zeker”.
De meeste mensen hebben dat woord god nodig. De angst om te leven wordt er vroeg ingeramd. De dood, ook een woord dat omstrengelt het leven, vandaar de angst. God is angst. Kijk naar de is-lam en de andere religies, de angst overheerst, niet zichtbaar, innerlijk en verkropt. Het zichtbaarst bij fanaten, de zieltjesveroveraars, soms met liefde of dreigen met de dood om de club groter te maken, zodat ze de anderen kunnen doden om meer macht te verkrijgen en alles uit liefde voor de naam god.
Een paar duizend jaar geschreven geschiedenis toont aan dat god oftewel een sadistische klootzak is oftewel gewoon niet bestaat.
Ik gok op het laatste, en mocht ik het mis hebben, dan heb ik tenminste geen sadistische klootzak aanbeden, ik zie dat als een win-win situatie.
@Ravian 14 juni 2020 om 00:42 Grappig, Ravian. Je stelt een omgekeerde ‘gok van Pascal’ voor: 1. het verstand kan geen uitsluitsel geven over het bestaan van God; 2. God kan dus zowel bestaan als niet bestaan; 3. Omdat beide opties open zijn moet men een afweging maken op basis van een spel; 4. Uit deze afweging blijkt dat de enige keuze die iets kan opleveren het gokken dat God bestaat is. Hoe het ook zij, het idee God kan voorzien in bepaalde menselijke behoeften. Bij de ene mens wat meer dan bij de ander. We weten niet wat God voor iets is, als het al zou bestaan, en al helemaal hoe bijv. de communicatie ermee werkt. Communicatie is noodzakelijk, maar er is geen direct bewijs voor. Het komt er kortweg op neer dat we ons beeld van God zelf moeten vormgeven. Bijv. als deelnemer in een gesprek van de mens over zichzelf in het licht van de eeuwigheid. Ik noem maar een dwarsstraat.
@NemTudom. U beweert dat “de meeste mensen de naam god (misschien ook wel de idee god) nodig hebben omdat ze constant zich in de angstmodus bevinden. Dat iszo ongeveer hetzelfde als beweren dat de meeste mensen trouwen omdatze nietalleen door het leven durven.
Dat u dat illustreert met de islam (=onderwerping) zegt veel. Het christendom isde enige godsdienst die niet gebaseerd is op angst, nochvoorhet leven’noch voor de hel. De ware christen bemint God om wie Hij is. Ook al zou er geen hemel zijn om te belonen en geen hel om te straffen, dan nog zou zou hij God lief hebbem.
Uw aanname gaat ervan uit dat christenen geloven dat zij beloond worden omdat ze beter zijn of doen dan anderen. En dat christenen zich daarom constant voor Godmoeten bewijzen.. Dat is een totale misvatting. Een ware christen weet dat hij niet beter is dan wie dan ook. Maar hij weer ook dat God weet.dat Hij niets van hem hoeft teverwachten. En dat neemt juist alle angst weg
@BegrensEuropa!
De mens is een intelligent wezen, zoekt als zodanig naar de zin van het leven, en een verklaring voor zaken die hij (nog) niet begrijpt.
Godsdienst bied verklaringen, en een levensdoel.
Sommigen hebben dat nodig, anderen niet.
Persoonlijk vind ik al dat “geloven” maar niets, omdat gelovigen zich laten leiden door emotie, en dus relatief gemakkelijk door kwaadwillenden te misleiden zijn.
Zo “geloven” er momenteel heel veel mensen in een komende klimaat catastrofe, en gaan de gevolgen daarvan voor onze welvaart desastreus zijn.
En er met ze over praten heeft geen zin, omdat het allemaal op emotie berust, en niet op feiten.