Een feministische roeptoeter
Asha ten Broeke schrijft een levendig soort Nederlands dat zich in het algemeen goed lezen laat. Maar wat ze schrijft is vaak veel minder interessant dan de manier waarop ze dat doet en dat maakt dat je vaak twijfelt, moet ik hier nu wel aan beginnen of niet.
In haar column in De Volkskrant van 12/9/14 begon ze met een citaat uit Blikopener, een boek over maatschappijleer dat de week ervoor nogal wat aandacht had getrokken in de politiek. ‘Zijn alle Marokkaanse jongens crimineel?’ Het antwoord dat het boek geeft citeert ze niet, maar dat kan moeilijk anders dan negatief zijn. Als alle Marokkaanse jongens crimineel waren dan zouden Marokkanen een heel andere genetische aanleg moeten hebben dan andere mensen en dat is iets wat ons intussen wel zou zijn opgevallen. Die verhoogde criminaliteit zal dus wel aan de Marokkaanse cultuur liggen, die, zoals we weten, niet zoveel afwijkt van die in Syrië, Jemen of Libië.
Het boek Blikopener dat al sinds 2001 in gebruik is, zal daarom weinig anders doen dan op een wat dwingende manier aandacht vragen voor het opmerkelijke fenomeen dat de criminaliteitscijfers onder Marokkaanse jongens zo veel hoger zijn dan onder de meeste andere etnische groeperingen in Nederland. Maar ten Broeke besloot met instemming de hype in de PvdA fractie in de Tweede Kamer te vermelden, waar men besloten had om Kamervragen te gaan stellen over het onderwerp.
Ze vond dat de uitgever er beter aan gedaan had om in het boek minder kort door de bocht te gaan en er rekening mee te houden dat ook deze Marokkaanse jongens gewoon Nederlanders zijn! Dat was natuurlijk juist het punt: Marokkaanse Nederlanders wijken, statistisch gezien, op het punt van criminaliteit opmerkelijk af van de rest van de Nederlanders, behalve dan de hier verblijvende Antillianen.
‘Haar wetenschapsjournalistieke bloeddruk steeg behoorlijk’ schreef ze, toen ze een pagina aantrof in het boek over de verschillen tussen de hersenen van jongens en meisjes. Vervolgens noemde ze een aantal van de verschillen die men in verschillende wetenschappelijk publicaties kan aantreffen en besluit:
‘Wetenschappelijk variëren deze wijsheden van gillende onzin tot zeer twijfelachtig’.
Het zou prettig zijn geweest als ze zich, voor ze haar artikel schrijven ging, op de hoogte had gesteld van de wetenschappelijke stand van zaken op het terrein van hersenonderzoek. Dat had ze ‘wetenschapsjournalistiek’ gesproken op een koopje kunnen doen door even op het internet te kijken, bijvoorbeeld op Wikipedia[1]. Dan had ze kunnen lezen dat de metastudie waar ze zo exclusief naar verwijst in haar stukje intussen ook al weer achterhaald is[2].
Waarom Ten Broeke zo emotioneel wordt over het onderwerp is niet helemaal duidelijk, vooral ook omdat bij alle verschillen die de wetenschap aantreft tussen de hersenen van jongens en meisjes, mannen en vrouwen, er geen sprake blijkt te zijn van enig significant verschil in de hoogte van de gemiddelde intelligentie. Wel van de functionaliteit, die vrouwen en mannen beter in staat stelt om de uiteenlopende functies te vervullen die de evolutie hun voor het gebruik in primitieve samenlevingen heeft toebedeeld.
Misschien zou ze daar als wetenschapsjournaliste ook nog bij in aanmerking kunnen nemen dat het hier om statistische verschillen gaat. Dat zegt wel iets over de kans dat iemand meer geschikt is voor het aanrecht dan voor de wetenschap, maar het sluit niet uit dat een vrouw een Nobelprijs kan krijgen in de wiskunde. Alleen zal dat bij vrouwen minder vaak voorkomen dan bij mannen. So what?
Wat vervelend moet zijn voor vrouwen, die echt beter presteren dan het gemiddelde van zowel mannen als vrouwen, is dat er altijd wel een roeptoeter opstaat als deze Asha ten Broeke die het vooroordeel over feministes bevestigd en dat zij dan voor feministes worden gehouden, terwijl ze eigenlijk gewoon willen worden gezien als de capabele mensen die ze zijn.
——————————————————————————-
[1] http://en.wikipedia.org/wiki/Neuroscience_of_sex_differences
[2] A popular theory regarding language functions is that women use both hemispheres more equally, whereas men are more strongly lateralized to the left hemisphere. This theory found initial support in a high-profile study of 19 men and 19 women, which found stronger lateralization in men during one of the three language tasks assessed. In 2008, some researchers concluded that further studies have failed to replicate this finding, and a meta-analysis of 29 studies comparing language lateralization in males and females found no overall difference. However, in 2013, researchers at the Perelman School of Medicine at the University of Pennsylvania mapped notable differences in male and female neural wiring. The study, which used Functional magnetic resonance imaging, concluded that inter-hemispheric connectivity was much stronger in women’s and girls’ brains, whereas intra-hemispheric connectivity was much stronger in the brains of men and boys.
——————————————————————————-
Vandaag ook verschenen op het Blog van Toon Kasdorp
‘Waarom Ten Broeke zo emotioneel wordt over het onderwerp is niet helemaal duidelijk, vooral ook omdat bij alle verschillen die de wetenschap aantreft tussen de hersenen van jongens en meisjes, mannen en vrouwen, er geen sprake blijkt te zijn van enig significant verschil in de hoogte van de gemiddelde intelligentie. Wel van de functionaliteit, die vrouwen en mannen beter in staat stelt om de uiteenlopende functies te vervullen die de evolutie hun voor het gebruik in primitieve samenlevingen heeft toebedeeld.
Mhhhh, dat behoeft enige uitleg. Of niet. Laat ik het simpel houden, ik ken weinig vrouwen met wiskundige/natuurkundige inslag. O, ze zijn er dan dan zijn het meteen madame Curies, maar gemiddeld genomen zult u in die tak van sport 90% man tegenkomen. Nee dat heeft niet van doen met glazen plafonds. Vrouwen en wiskunde is zoveel als Einstein en een verstopte gootsteen, en dan nog denk ik dat Einstein wel een oplossing had bedacht.
Hebben vrouwen geen kwaliteiten, behoudens die 10% talenten? Maar natuurlijk wel! Vrouwen zijn veel inventiever. Meen ik zeer serieus. Vandaar dat de boel doordraait als die betweter er niet meer is (man ;)), maar bij het overlijden van de vrouw de zaak stagneert.
Samenvattend, man en vrouw zijn gelijk, maar verschillen in diverse opzichten. Nou, wat is dat erg, not.
“…het sluit niet uit dat een vrouw een Nobelprijs kan krijgen in de wiskunde. Alleen zal dat bij vrouwen minder vaak voorkomen dan bij mannen”
Nee; vrouwen krijgen precies even vaak als mannen de Nobelprijs voor wiskunde.
Van Wikipedia:
“Er is geen Nobelprijs voor wiskunde. Er is veel gespeculeerd waarom een Nobelprijs voor wiskunde ontbreekt.[1] Een wijdverbreid verhaal is dat Nobel wilde voorkomen dat een beroemd wiskundige (Gösta Mittag-Leffler) de prijs zou krijgen, omdat hij een affaire zou hebben met een vrouw met wie Nobel relaties onderhield. Meer waarschijnlijke verklaringen zijn dat Nobel de wiskunde niet zag als een praktische wetenschap waar de mensheid veel aan zou hebben, en het feit dat er al een andere prestigieuze wiskundeprijs in Scandinavië bestond, waar hij niet mee wilde concurreren.”
U heeft gelijk dat had bèta wetenschappen moeten zijn, maar er zijn equivalenten voor de Nobelprijs in de wiskunde en ook daar zijn het overwegend mannen die hem krijgen