Een Ander Joods Geluid – het Israëlische conflict van de andere zijde
Bryon Adams nam de argumenten voor Een Ander Joods Geluid eens onder de loep. Een voor hen pijnlijk exposé.
Een Ander Joods Geluid is opgericht als stichting die het debat over het Palestina-conflict in de Joodse gemeenschap probeert bij te sturen. Naar eigen zeggen is de organisatie opgericht omdat een standpunt tegen Israël te vaak uitgelegd werd als anti-Israël:
Een Ander Joods Geluid (EAJG) is ontstaan uit onvrede over de wijze waarop debat en meningsvorming over Israël in Joodse kring plaatsvinden. Kritiek op Israël wordt vertaald als: tegen Israël. Elke vorm van begrip voor de Palestijnen betekent per definitie: tegen Israël. Velen binnen de Joodse gemeenschap houden hun mond of staan onvoorwaardelijk en ongenuanceerd achter nagenoeg alle officiële Israëlische regeringsstandpunten.
EAJG is ontstaan als reactie op de wijze waarop Israël handelde bij de Tweede Intifadah, sommige joden beschouwden de reactie van Israël als buitensporig en besloten publiekelijk hun verontwaardiging uit te spreken over het naar hun inziens onrechtvaardige optreden. Onder andere Harry de Winter en Anneke Mouthaan ondertekenden het manifest.
Trouw berichtte op 26 oktober 2000 dat de advertentie geplaatst werd in het Parool en dat diverse Joodse Nederlanders zich bij Nova uitspraken over schaamte die zij over zichzelf voelden.
Zij gaven onder andere aan zich te ergeren aan het CIDI als de enige vertegenwoordiger van het Palestina-conflict in de joodse gemeenschap:
“In Nova gaven De Winter en Mouthaan blijk van hun woede en ergernis dat Cidi-directeur Ronny Naftaniël altijd maar weer wordt uitgenodigd door de media om zijn mening te geven over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Terwijl, zo zei filmer De Winter, Naftaniël helemaal niet spreekt namens mij.
De geschrokken presentator beloofde voortaan niet onmiddellijk Naftaniël te zullen bellen, maar ook aan Mouthaan en De Winter te zullen denken.
Tamarah Benima reageert in het artikel zeer kritisch op hun initiatief:
Anders dan de advertentie suggereert is die vredesbeweging niet ‘zeer actief’, maar op sterven na dood. Een van de meest consequente criticasters van het vredesproces van Oslo, Ran HaCohen, is de wanhoop nabij omdat nu ook de felste supporters van Oslo zeggen ‘dat ze het verkeerd hebben gezien, dat Arafat niet te vertrouwen is, dat Israël geen onderhandelingspartner heeft’.
De eerste bijeenkomst was op 14 januari 2001. Het organiserend comité was een van de ondertekenaars van het manifest, waaruit de stichting Een Ander Joods Geluid is ontstaan. In de grondbeginselen is te lezen:
Een Ander Joods Geluid is een actiegroep, die zich – juist uit verbondenheid met het lot en het voortbestaan van Israël – het politieke debat en de kritische meningsvorming over Israël en de bezette gebieden ten doel stelt. Dit zonder te tornen aan het bestaansrecht van de staat Israël.
Een Ander Joods Geluid wil het taboe dat Joden geen kritiek op Israël zouden mogen uiten en dat ook niet van anderen accepteren, doorbreken. Een Ander Joods Geluid wil bereiken dat zowel binnen Joodse kring als daarbuiten kritische geluiden over Israël mogelijk zijn zonder het etiket ‘tegen Israël’ opgeplakt te krijgen.
De reacties op de stichting zijn soms heftig. Zo sprak rabbijn Lody van der Kamp zich na een demonstratie uit over EAJG: ‘Verraad of geen verraad. De term doet er na zaterdag niet meer toe.”
Op Joods.nl kunnen we in een artikel uit 2003 zien waar het over ging:
Zaterdag j.l. vond op de Dam in Amsterdam die grote demonstratie plaats tegen het geweld dat Israël hanteert in Judea, Samaria en Gaza. De politie zegt dat er 10.000 mensen aan deelnamen. De organisatoren spreken over 30.000. De demonstratie liep ietwat uit de hand. Een vijfhonderd jongelui pleegden geweld. Op zo een groot aantal deelnemers is dat niet zo veel.
Een Ander Joods Geluid deed ook mee. Wat een Joodse organisatie op de zaterdagmiddag, de sabbat, daar te zoeken heeft is voor mij persoonlijk een vraag. Maar goed, het zij zo.Toen zag ik echter de teksten en de borden waarmee tegen Israël werd gedemonstreerd. Plakkaten met hakenkruizen. Foto’s van Hitler en Sharon, broederlijk naast elkaar. Teksten zoals Israël pleegt een holocaust op de Palestijnen en Warschau 1943 = Jenin 2002. Ook liepen er demonstranten mee die een gele Jodenster op hun borst hadden gespeld, zoals ooit Joden door de Nazi’s werden verplicht.
Verraad of geen verraad. De term doet er na zaterdag niet meer toe. Een Joodse organisatie die meeloopt met horden die op deze manier hun protest wensen te uiten laat een heel ernstige verdenking op zich. Een groepering die zich tijdens die demonstratie ook nog publiekelijk voor de microfoon solidair verklaart met deze mars en niet heel hard van dit antisemitisme wegloopt doet inderdaad ernstig denken aan organisaties en individuen die in de geschiedenis de term verraad opgespeld kregen. En dat was een verraad, ook hier in Nederland, dat uiteindelijk hen ook persoonlijk niet gespaard heeft voor de hand van het allesvernietigende antisemitisme.
Bij Likoed Nederland verscheen in november 2001 ook een zeer kritische ingezonden brief:
“In de editie van het NIW d.d. 2 november 2001 werd door Eddy Keizer van Een Ander Joods Geluid een stuk gepubliceerd onder de titel ‘Kritiek is bittere noodzaak’. Bij het lezen van dit stuk werd wederom duidelijk met welke oogkleppen Een Ander Joods Geluid de situatie in Israel benadert. Overigens is het verbazingwekkend hoeveel aandacht deze groepering krijgt in het NIW, wetende hoe weinig mensen in Joods Nederland zij vertegenwoordigen.
Allereerst wordt door deze groepering begrip gevraagd voor de talloze terreuraanslagen van Palestijnse zijde, waarbij deze schrijver het zelfs bestaat om de vraag ter discussie te stellen of niet ook gekeken moet worden wat Osama Bin Laden drijft om de aanslagen van 11 september te laten plegen.
Israël zou de meest afschuwelijke wandaden plegen tegen de arme Palestijnse bevolking. Waarom moet Israël zo van zich afslaan en de “bezette gebieden” niet aan de Palestijnen teruggeven? Israël blijkt volgens Eddy Keizer ook zowaar een ministerie van Propaganda te hebben.
Meneer Keizer en de andere volgelingen van Een Ander Joods Geluid menen dat Israël in 1967 de “bezette gebieden” heeft veroverd vanuit een Groot-Israël gedachte en sindsdien de ene VN resolutie na de andere aan zijn laars lapt.
De Palestijnen wonen in abominabele omstandigheden in vluchtelingenkampen volgens deze groepering. Daarbij mogen dan toch wel een paar kritische vragen worden gesteld. Israël heeft de “bezette” gebieden tijdens de oorlog van 1967 veroverd. Overbodig te zeggen dat Israël wel de partij was die aangevallen werd. Dit betekent dat de “bezette” gebieden waar we het nu over hebben voor die tijd met de Palestijnse vluchtelingenkampen onder Jordanië en Egypte vielen.
- Waarom hebben die tussen 1948 en 1967 niets aan de situatie van de Palestijnen gedaan?
- Waarom werd het Israël vervolgens na 1967 door de Verenigde Naties verboden (middels een resolutie die ook door de Nederlandse regering werd gesteund) om voor de Palestijnen betere onderkomens te bouwen?
- Waarom doet de Palestijnse Autoriteit nu nog niets aan de levensomstandigheden van de Palestijnen en geeft hij het ontwikkelingsgeld liever uit de bouw van peperdure appartementen en kantoorgebouwen in Gaza-Stad, waar – buiten de directe medewerkers van de Palestijnse Autoriteit – nooit een Palestijn zich zal kunnen permitteren zich te vestigen?
Bovenstaande vragen hebben twee antwoorden. Enerzijds zijn de beelden van de vluchtelingenkampen schitterend voer voor de camera’s van de media. Anderzijds blijft de bevolking aldus lekker ontevreden en militant. Zo wordt een goede kweekvijver voor terrorisme in stand gehouden.
Verder steken Eddy Keizer en Een Ander Joods Geluid maar wat graag de beschuldigende vinger naar de Israëlische nederzettingen. De Palestijnen claimen het historische recht om zich door geheel Israël en op de Westelijke Jordaanoever en Gazastrook te vestigen. Zij hebben immers altijd al in het gebied gewoond.
Dat een zeer aanzienlijk gedeelte van wat zich nu Palestijn noemt na de Tweede Wereldoorlog vanuit Bosnië en Kroatië naar het toenmalig Palestina is gehaald door de Groot-Mufti van Jeruzalem (de oom van Arafat), als blijk van dank voor hun medewerking aan de Shoa telt kennelijk niet meer mee. Ook het feit dat in het gehele gebied ook altijd joden gewoond hebben telt kennelijk niet meer mee.
Op historische gronden is het zo dat Israël accepteert, en ook gedwongen wordt te accepteren, dat er Arabieren in Israël tussen de joden wonen. Echter volgens Een Ander Joods Geluid is het kennelijk zo dat de Palestijnen zich niets hoeven aan te trekken van het feit dat dezelfde historische gronden die zij gebruiken ook voor joden gelden. Zij hoeven dus geen joden op “hun” grondgebied te accepteren. Een knap staaltje legitimatie van een etnische zuivering.
Dan de kritiek van Eddy Keizer en de overige aanhangers van Een Ander Joods Geluid op het optreden van Israël ten aanzien van deze terroristen. Ook hier wordt druk gebruik gemaakt van oneigenlijke argumenten.
Allereerst moet gesteld worden dat het geweld van Palestijnse zijde stelselmatig tegen burgerdoelen is gericht. Hierbij gaan de Palestijnen onder aanvoering van de Palestijnse Autoriteit uit van de stelling dat iedere jood een legitiem doel is, waar ook ter wereld. In het verleden hebben we dit allemaal mogen ervaren. De Palestijnse Autoriteit en overige terreurbewegingen maken geen onderscheid tussen joden en Israëli’s. Het feit dat iemand jood is is al voldoende reden om hem te vermoorden.
Wat zijn de concrete doelen van Palestijnse aanslagen? Die zijn gericht tegen mensen die naar hun werk reizen, mensen die winkelen, ergens in een restaurant zitten etc. Deze vorm van geweld is met geen enkel excuus te verdedigen net zo min als de aanslagen van 11 september excusabel zijn. Deze terreur moet dan ook met harde hand worden bestreden.”
Ook in 2008 ontstond een conflict van mening met EAJG toen Ratna Pelle een opiniestuk in de Volkskrant plaatste waarin het idee dat Israël als apartheidsstaat tegengesproken wordt:
“In de Volkskrant is de laatste tijd veel aandacht besteed aan de vergelijking tussen het Israëlisch-Palestijns conflict en Zuid-Afrika onder het apartheidsregime. Vorige week bezocht een Zuid-Afrikaanse delegatie Israël en de bezette gebieden, en afgelopen zaterdag betoogde Maxime Verhagen wat Israël en de Palestijnen van Nelson Mandela kunnen leren.
De vreedzame overgang in Zuid-Afrika van het blanke apartheidsregime naar een democratie waarin de zwarte meerderheid domineert, wordt veelal gezien als model voor andere conflicten, met name dat tussen Israël en de Palestijnen. De persoon en grandeur van Mandela speelt in de Zuid-Afrikaanse successtory, zoals Verhagen ook opmerkt, een grote rol. In ieder conflict is het noodzakelijk compromissen te sluiten, en elkaar zaken te kunnen vergeven. Maar daar houden de overeenkomsten wel zo ongeveer op. De vergelijking van Israël met het apartheidsregime, zoals die veelvuldig door Palestijnen en hun sympathisanten wordt gemaakt, gaat op vele punten mank.
Vaak wordt de situatie in Hebron, waar het conflict op zijn hevigst is, als voorbeeld gebruikt van ‘Israëlische apartheid’, zoals ook voornoemde Zuid-Afrikaanse delegatie deed.
In Hebron leven 500 kolonisten te midden van 150.000 Palestijnen, die door de kolonisten geregeld zouden worden bedreigd en aangevallen en vanwege hun aanwezigheid vaak hun huizen niet uit mogen, om het minste of geringste kunnen worden opgepakt en slechts onder begeleiding naar hun landbouwgrond kunnen. Wat we niet te horen of te zien krijgen, is de mate waarin de kolonisten zich ook bedreigd voelen, en niet zonder reden. Op de enige weg die de historische Joodse wijk met de heilige plaatsen en de Joodse nederzetting buiten de stad verbindt worden geregeld joden aangevallen. Ook worden hun landbouwgronden geregeld in brand gestoken en op de wegen rond Hebron zijn al meerdere kolonisten doodgeschoten. Overigens mogen de kolonisten niet buiten de 3% van de stad komen die joods is, en de zogenaamde Machpela (de plaats met de graven van de aartsvaders) is het hele jaar door toegankelijk voor moslims, maar alleen op speciale feestdagen voor joden.
Er is hier niet zozeer sprake van een op apartheid lijkende situatie, maar van een conflict van twee volken om het land. Het gaat niet om ras, maar om land en religie. In Hebron laat die strijd zich van zijn lelijkste kant zien. Waarom gaan die joden daar niet weg, vragen velen zich af. Het zou vanuit pragmatisch oogpunt wellicht verstandig zijn, maar gebrek aan pragmatisme is zeker niet iets typisch Israëlisch. De joden zijn Hebron niet komen koloniseren zoals de blanken in Zuid-Afrika, maar woonden er eeuwenlang tussen de Arabieren, en bezochten er hun heilige plaatsen die nog uit het Bijbelse Israël stammen. Groepen Arabieren die waren opgehitst door de extremistische groot-moefti Haj Amin Al Husseini – die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Joegoslavië een SS-eenheden met louter moslims opzette – vermoordden en verdreven de joodse bevolking van Hebron tijdens bloedige rellen in 1929.
De voornaamste reden voor veel maatregelen die door Palestijnen en hun sympathisanten als apartheid worden aangeduid, zoals checkpoints en de afscheidingsbarrière en wegen die voor Palestijnen afgesloten zijn, is geen rassenscheiding of de theorie dat joden superieur zouden zijn, maar veiligheid.
Ten eerste is er in Israël geen enkele vorm van rassenscheiding, er zitten Arabieren in het parlement, een Arabische rechter in het hooggerechtshof en ze hebben dezelfde burgerrechten. Zij bezoeken dezelfde universiteiten en ziekenhuizen en kunnen discriminatie – die zeker voorkomt – net als in andere westerse landen aanklagen bij de rechtbank. Zij hebben in Israël meer rechten dan in de meeste Arabische landen.
Ten tweede dateren die maatregelen in de bezette gebieden op zijn vroegst uit de periode van de Eerste Intifadah, en voor het merendeel uit de Tweede, en waren zij een directe reactie op de vele aanslagen en ander Palestijns geweld. Ook nu worden er nog wekelijks aanslagen verijdeld door het Israëlische leger en de veiligheidsdiensten.”
Jaap Hamburger plaatste hierop een reactie op het opinieforum van de Volkskrant:
“De geschiedenis van Israël is een nog niet voltooid project om de oorspronkelijke Palestijnse bevolking maatschappelijk en fysiek te marginaliseren ten bate van de nieuwkomers.”
En: “Israël toonde vanaf de aanvang aanzetten tot een apartheidsstaat. Het is gesticht als etnocratie, als land voor één volk, in een gebied waar een andere bevolking woonde.“
Op 15 juni 2017 publiceerde EAJG een artikel van Irène Steinert waarin heftige kritiek weerklinkt op de Israëlische politie-eenheid en de Yo’av operatie:
In 1947 telde de Negev, Naqab in het Arabisch, 90 000 Bedoeïenen, die er 99% van de totale bevolking uitmaakten. In 1948, tijdens de Naqba (de catastrofe), vluchtten de meesten naar Egypte en Jordanië. Ongeveer 11 000 bleven er over. De Staat Israël voert sinds 1951 een politiek, die tot doel heeft de Negev te judaïseren. De eigendomsrechten van de Bedoeïenen van hun grond en bezittingen worden niet erkend. In 1950 werden zij met geweld overgeplaatst naar een reservaat, Siyag, in het N.O. van de Negev. Nu zijn er ongeveer 200 000 Bedoeïenen, eenderde van de totale bevolking van de Negev.
Dit artikel gaat over hun geschiedenis van voor 1948 en hun ervaringen na 1948 tot aan de dag van vandaag; een aaneenschakeling van afbraak en verwoesting van hun dorpen door een speciale politie-eenheid de Yo’av en het in beslag nemen van hun landerijen door het JNF-KKL om er bossen en recreatieparken aan te leggen of om het land aan joodse boeren te geven. Er worden ook voorstellen van organisaties genoemd, die laten zien dat co-existentie van Bedoeïenen en Joodse gemeenschappen wel mogelijk is, mits de politieke wil er is… In het tweede gedeelte wordt aan de hand van foto’s met toelichting teruggekeken op recente aanvallen van de Yo’av en het JNF-KKL op de dorpen Al-Araqib en Umm al Hirãn.
In een artikel van de encyclopedie Zionism and Israel is het Zionistisch perspectief aangegeven, waarin deze operatie gezien werd als tegenaanval tegen Egypte:
“Operation Yoav (October 15-22 1948) was a military operation of the IDF in the 1948-49 Israel War of Independence with the strategic aim of destroying the Egyptian military expedition in Israel and opening the road to the Negev. It was only partially successful. The operation was originally called “10 plagues.” It was renamed Yoav in honor of a Haganah member who fell in defense of Kibbutz Negba. The chief accomplishments of operation Yoav were the capture of Beersheva and the isolation of a part of the eastern arm of the Egyptian expeditionary force in an area around Iraq el Sueidan (Qiriat Gat) and Faluja (Plugot) – known as the Faluja pocket.”
Vorig jaar kwam de Duitse tak van Een Ander Joods Geluid negatief in het nieuws toen hun bankrekening door de overheid geblokkeerd werd wegens steun aan Hamas:
Wat moet je er verder nog over zeggen?
Een ander Joods geluid zijn een stelletje verraders die vanuit de zijlijn zitten te mekkeren op Israel. eigenlijk zijn het retelikkers van de Palestijnen en zijn of doen heel naief. Israel moet in Judea en Samaria blijven en ook op de Golanhoogte. De grootste onderdrukkers van de Palestijnse Arabieren is Hamas en de regering van Abbas. Israel denkt aan de eigen veiligheid en dat is noodzakelijk wegens de raketaanvallen en het terrorisme.
Blokkeer de bankrekeningen van alle BDS-organisaties. Maak ze kapot
De democratische rechtstaat Israel, moet gesteund worden.
Ook het – in deze vorm – ruim een eeuw oude, islamitische terroristische geweld tegen
de [ teruggekeerde] joden in het land Israel,
moet veroordeeld worden.