DE WERELD NU

Democratie en multiculturele gelijkheid

Liberale democratie, democratische samenleving

Onze democratie is gevestigd op de principes van gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen. Kan dat niet overal?

Mensen zijn niet allemaal gelijk, maar ze vormen wel onderdeel van dezelfde genenpool. Dat betekent onder meer dat ieder individu voor zijn geboorte de kans heeft de slimste en de domste mens te zijn, of de sociaalste en de asociaalste.

Daarbij is de grootte van die kans weer niet voor iedereen gelijk. Mensen met begaafde ouders hebben een grotere kans op slimheid en criminele ouders krijgen maar zelden sociale kinderen. Wel zijn hun kinderen meestal beter aangepast dan zij zelf en andersom hebben extreem begaafde ouders meestal kinderen die minder begaafd zijn dan zij zelf. Daar staat dan weer tegenover dat twee extreem begaafde ouders de grootste kans van alle ouders hebben op super begaafde kinderen. De grootste kans, maar heel erg groot is die weer niet. De tendens is naar het gemiddelde van de genenpool.

Mensen zijn niet gelijk, maar de verschillen tussen groepen mensen zijn veel groter. De capaciteiten van groepen mensen – culturen zeggen we meestal – kunnen erg uiteenlopen. Waarschijnlijk zegt dat wel iets over de gemiddelde capaciteiten van de mensen die deel uitmaken van zo ‘n cultuur, maar meer nog over de capaciteiten van de meest capabele tien procent. En nog belangrijker lijkt de manier te zijn waarop de groep in het verleden is georganiseerd en de leden ervan hebben leren samenwerken.

Dat laatste is van alle factoren waarschijnlijk de meest bepalende. Veel onderzoek is daar niet over gepubliceerd. De gemiddelde aanleg van leden van een cultuur zou kunnen bepalen hoever een cultuur kan komen, maar niet hoever zij komt. Allerlei van buiten komende factoren spelen daar een rol in, waaronder ook puur geluk.

Het zou een misvatting zijn om bij aanleg voor cultuur alleen te kijken naar gemiddelde intelligentie van individuen die er deel van uit maken. Coöperatief vermogen is het belangrijkste vereiste en in dat vermogen spelen een aantal verschillende kwaliteiten een rol. Intelligentie is er een van, maar ook discipline, aanpassingsvermogen en doorzettingsvermogen zijn belangrijk. Ook puur ethische kwaliteiten. Een goede mix van eigenschappen is waarschijnlijk het belangrijkste.

Immigratie uit zo veel mogelijk uiteenlopende culturen is om die reden in het algemeen positief, zolang de toestroom zekere grenzen niet overschrijdt. Doet zij dat wel en wordt daardoor de absorptiecapaciteit van een cultuur geweld aangedaan, dan werkt immigratie negatief en ontstaat wat genoemd wordt een multiculturele samenleving, wat eigenlijk een ander woord is voor samenlevingen die naast elkaar leven binnen eenzelfde territoir. Dat heeft in de geschiedenis nooit veel positiefs opgeleverd, zoals minister Blok een dezer dagen terecht opmerkte. Hij had dat alleen niet in het openbaar moeten doen.

Spanje in de Morentijd is een goed voorbeeld van hoe het met een multiculturele samenleving af kan lopen. De spanningen tussen de bevolkingsgroepen laaiden voortdurend weer op en hebben uiteindelijk tot de Reconquista geleid en tot de ondergang van het eerder zo welvarende moslimrijk in Spanje. Het is in Nederland en andere landen die lijden aan het multiculturele samenleving syndroom van groot belang om het immigratietempo te remmen en de juridische factoren, die integratie belemmeren en aparte samenlevingen faciliteren, uit de weg te ruimen.

De kwaliteit van een samenleving wordt afgemeten aan de vrede en welvaart die zij produceert. Voor een welvarend land zijn voldoende ondernemers nodig, een geschoolde en gedisciplineerde bevolking en interne en externe vrede.

Amerika kent welvaart, kan men tegenwerpen, maar zo vreedzaam is het land niet. Het voerde oorlog in Irak en in Afghanistan en heeft op allerlei andere plekken in de wereld gewapend ingegrepen. Dat is zo, maar het zijn kleine oorlogen, zij duurden niet zo lang en zij vonden niet binnen Amerika zelf plaats. Amerika is onmetelijk rijk, maar ook Amerika heeft van die kleine oorlogen kwalijke gevolgen ondervonden en zou die zeker sterker zijn gaan ondervinden als de oorlogen veel langer hadden geduurd.

In de Arabische landen en andere delen van de derde wereld is de bevolking niet erg geschoold en is er bijna nergens sprake van interne vrede. Daarom is er ook niet veel welvaart bij de gewone bevolking. Dat heeft weinig te maken met de aanwezigheid van hulpbronnen, zoals energie en delfstoffen. Iran, Rusland en Saoedi-Arabië hebben enorme olievoorraden, maar een groot deel van hun bevolking is en blijft arm.

Scholing van de hele bevolking en onderlinge verdraagzaamheid, dat zijn in het bijzonder eigenschappen van democratische rechtsstaten. Die zijn te vinden in Europa, in Noord Amerika, in Australië en Oost Azië. Niet alle Oost-Aziatische landen zijn democratisch. China is dat niet, maar niettegenstaande dat er maar één politieke partij is en dat de macht van die partij niet door de wet wordt beperkt, houdt zij zich de laatste decennia heel aardig aan haar eigen regels en is het dus wel op weg een rechtsstaat te worden. Het interne geweld is in China de laatste decennia beperkt gebleven[1]. De interne vrede groeit gelijk op met de welvaart. De veiligheid op straat is in China groter dan in veel democratische landen. Ondernemers en werknemers weten waar ze aan toe zijn, kunnen op langere termijn plannen en worden in het bezit gelaten van hun inkomen en hun winst. Daar gaat het om.

Democratie doet dat soort dingen ook en zelfs min of meer van zonder moeite. Hoeveel dat te maken heeft met de staatkundige inrichting van de westerse landen weten we eigenlijk niet. We zijn gewend om democratie te vereenzelvigen met kiesstelsels en regeringssystemen en met een zekere mate van sociale zekerheid voor de werkende bevolking. Maar dat komt misschien wel omdat die bij ons samen met de rechtsstaat voorkomen. Hoe democratie hier zou werken zonder rechtsstaat en zonder scholing en sociale zekerheid van de bevolking, dat weten we niet.

We zien dat democratie als staatsvorm in Zuid Amerika steeds opnieuw onbestendig is gebleken en in Afrika tot etnische spanningen heeft geleid. Hoe een formele politieke democratie werkt zonder voldoende ondernemers die vrijheid van handelen en ondernemen hebben, daar hebben we wel een vermoeden van. Voorbeelden in Oost Europa liggen nog vers in het geheugen. Dat leidt altijd tot uitholling van burgerlijke vrijheden en tot een in wezen autocratische staat. Economische vrijheid blijkt ook een voorwaarde te zijn voor politieke vrijheid. Het experiment in China zal moeten uitwijzen of een rechtsstaat zonder politieke democratie kan lukken.

Kijken we binnen de westerse democratieën naar onderdelen van het sociale leven die op de socialistische manier georganiseerd, dan zien we ook bij ons meteen Oost Europese toestanden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk en voor het onderwijs hier in Nederland. Onderdelen, van de maatschappij waar om ideologische redenen te veel top down en te weinig bottom up georganiseerd wordt, krijgen DDR-achtige trekken: ze worden inefficiënt en duur. De grotere gelijkheid waar men naar streeft blijkt altijd weer gelijke armoede en incompetentie te worden, terwijl corruptie op de loer ligt.

In de gezondheidszorg leidt het tot voorrangsbehandelingen tegen betaling en in het onderwijs en de zorg tot onevenredige beloningen voor managers die aan de geldkraan zitten.

Democratie is niet alleen een vorm van staatsinrichting. Het is ook een vorm van beschaving.


Er is meer geweld dan we weten in Sinkiang en Tibet maar westerse journalisten worden er niet toegelaten en het heeft onze aandacht niet.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Democratie komt op dit blog vaak ter sprake, onder deze link vindt u meer.

1 reactie

  1. magirus schreef:

    Wanneer mensen gelijkwaardig zijn, zoals beschreven in Art. 1, maar niet hetzelfde vanwege de biologische tombola dan wordt de factor ‘puur geluk’ best belangrijk. Het gaat er dan om dat iedereen in de samenleving kan geloven dat ook hij,of zij, een kans heeft dat het geluk hen kan bereiken en dat hun inspanning of talent beloond wordt. Amerikanen hebben dat heel sterk met hun American Dream. In dit sociale contract staat eerlijkheid centraal, en dan niet in een eerlijke uitkomst, zoals een vrouwenquota, maar in een eerlijke kans . Zolang een samenleving daar in kan geloven zullen ze, morrend, de kar blijven trekken.