DE WERELD NU

De staat van de economie

We worden vrijwel voortdurend gebombardeerd met min of meer positieve berichten over de economie.

Dat roept de vraag op, wat dergelijke berichten waard zijn. Gaat de werkloosheid 21.000 omlaag zodat het werkloosheidscijfer onder de 600.000 kroop, zoals Teletext vandaag meldde, en heeft dat betekenis voor de staat van de economie? Niet bepaald. Evenzeer als het faillissement van een aantal ketens en warenhuizen een uitvloeisel is van een langer durend proces dat toevallig nu haar hoogtepunt bereikte, is een opleving van de werkgelegenheid niet een signaal van een oplevende economie, maar hoogstens een naijleffect. Het zegt dus weinig over hoe het werkelijk op dit moment gaat. Pas als er sprake is van een lange, sonoor doorzettende trend komt dat anders te liggen. Maar dan moet het om meer gaan dan verschuivingen van een paar procent.

Indices
Indices die sinds lang worden bijgehouden blijven het meest betrouwbaar – liefst indices waar aan zo min mogelijk geknutseld is via de parameters. Dat laatste is iets waar met name overheden hun handen al zo vaak vies hebben gemaakt, dat er weinig gegevens zijn die niet – door modificatie van de winning uit de bron – totaal onbetrouwbaar geworden zijn. Na een jaar of vier, vijf tenderen overheden er naar de manier waarop die cijfers samengesteld worden te herzien.

Een index waaraan niet geknutseld is, is de olieprijs. Afgezien van de vraagprijs (en de onderliggende kwaliteit van de verschillende soorten olie) is de enige veranderende factor die een stabiel beeld verstoort de waarde van de dollar. En hoewel de waarde van de dollar inderdaad fluctueert, is dat desalniettemin goed gedocumenteerd. Om een voorbeeld te noemen: eerder deze week las ik dat hier en daar in Nederland de prijs van benzine aan de pomp in de buurt kwam van de 1,30 euro per liter. Bij een olieprijs van minder dan $30 per vat is dat nog steeds een gigantische prijs, want het toont hoe groot het bedrag is dat de overheid zichzelf toeëigent. Heffingen, accijns, BTW over de accijns en het geheel, en ga zo maar door. Dat uw energierekening zal dalen kunt U net zo goed vergeten.

Tot de olieprijs weer omhoog gaat natuurlijk, moet U dan eens opletten.

Olieprijs
Aan de pomp is de olieprijs daardoor nauwelijks nog een factor van betekenis, maar voor de industrie ligt dat anders. Zodat een dalende olieprijs mede impliceert dat er onvoldoende vraag is. Het klopt dat de olieprijs ook als wapen wordt ingezet in de Syrische burgeroorlog (tegen Rusland, dat daar erg onder lijdt), maar dat is niet de enige factor. Er is eenvoudig ook te weinig vraag. De instorting van de grondstoffenmarkt voor China is een belangrijke boosdoener, en de vraag uit de rest van de wereld compenseert dat niet.

Dat de beurzen langzaam steeds meer gaan anticiperen op een komende recessie, probeert onze overheid zo lang mogelijk tegen te houden door een goednieuwsshow over de (vrijwel niet-bestaande) groei van de economie gaande te houden. Dat we in werkelijkheid afkoersen op een groot debacle beseft men wel, maar voor bijsturen is het te laat. Het is een beetje zoals de supertanker die in Rotterdam moest zijn, maar pas bij Dover begon met afremmen: met een beetje geluk eindigt die in Hamburg, maar op de kust van Noorwegen is geen onmogelijkheid.

Als een economische crisis zijn lelijke gezicht toont, verlagen de centrale banken (als de grondstoffenprijzen zoals olie niet voldoende zakken) gewoonlijk hun rentetarieven om de investeringen te stimuleren. Dat zowel rentes als olieprijzen niet of nauwelijks lager kunnen dan ze nu staan, is een signaal dat we nog steeds niet met remmen begonnen zijn. Dàt wordt een olieramp.