DE WERELD NU

De narcistische terreur van minderheidsgroepen

narcistische terreur

De moderne minderheidsgroep volstaat niet langer met haar aanwezigheid kenbaar maken – zij zoekt op onredelijke wijze directe erkenning van haar noden. Daartoe is narcistische terreur haar handelsmerk geworden.

De harde narcist schept voor zichzelf een omgeving die volledig beantwoordt aan zijn persoonlijke behoeften. Niets gaat te ver om dat doel te bereiken. De narcist manipuleert zijn omgeving en rust niet tot vriend en vijand van elkaar gescheiden zijn en zijn dwingend narratief door zijn omgeving wordt geaccepteerd. In zijn omgeving is op kousenvoeten lopen een vereiste. Eén verkeerd woord kan zijn gramschap laten exploderen. Wat niet overeenkomt met zijn narratief is taboe. Een overschrijding van dat taboe vereist een nederig excuus en een onderdanig gebaar om hem tot bedaren te brengen. Voor de rust en vrede is het van belang om hem in alles zijn zin te geven. Wie daar niet in mee kan gaan wordt bekleed met pek en veren uit zijn omgeving verwijderd.

De narcistische islamisten beschikken over een beperkt vocabulaire. Alles wat ze niet zint is racistisch, discriminerend of islamofoob. Iedere overtreding van hun narratief beschouwen ze als krenkend en geeft hen een reden om agressief en veroordelend te reageren. De geschrokken omgeving neigt er dan naar om de rust en vrede te herstellen. In plaats van het narratief van de narcist kritisch te beoordelen, wordt gekozen voor de gemakkelijkste weg, meegaan in het narcistisch narratief. Degenen die kritisch willen blijven, krijgen onveranderlijk het stempel mee van racist en islamofoob. Het overkwam Annabel Nanninga. Een coalitie van gekrenkten en hun aanhang keert zich tegen haar en probeert haar uit de gemeenteraad van Amsterdam te houden.

Groepsnarcisme en haar psychosociale dynamiek
In de psychologie is de narcist nauwkeurig in kaart gebracht. Dat geldt veel minder voor de psychosociale dynamiek die samenhangt met narcisme. Bijvoorbeeld wanneer narcisten met een elkaar overlappend narratief gaan samenwerken en zich organiseren om de samenleving waarvan ze deel uitmaken aan te passen aan hun behoeften. Ze oefenen zo aantrekkingskracht uit op anderen die zich herkennen in het narratief of dat adopteren. Behalve bij islamisten is dat proces ook zichtbaar bij het negroïde deel van de bevolking waarin een eigen narratief groeit van slachtofferschap van de slavernij. Behalve uit ‘racisme en discriminatie’ dat overlapt met de verwijten van islamisten, bestaat hun vocabulaire uit negatieve omschrijvingen van de ‘witte’ mens.

De positie van narcistisch gekrenkten is sterk. De agressieve verdediging van hun narratief veroorzaakt onzekerheid in de samenleving. Niemand wil beschuldigd worden van racisme, discriminatie of van ‘witte superioriteit’. Dat leidt tot vermijdingsdrang. Een kritisch woord in het verkeerde gezelschap kan immers leiden tot een stortvloed van verwijten van degenen die het narratief geadopteerd hebben of steunen.

Het kritische woord of tegennarratief ontmoet vooral weerstand op universiteiten, bij de sprekende en schrijvende media, linkse partijen en bij bestuurlijk Nederland. Dat wil nog niet zeggen dat het slachtoffernarratief actief gesteund wordt. In die kringen heerst grote angst om een tegennarratief te steunen vanwege het risico om voor racist te worden uit gemaakt.

Tegennarratief en oorlog
Piet Emmer (1944) is een gepensioneerd historicus. Niet meer afhankelijk van een inkomen uit arbeid kun je makkelijker vrijuit spreken dan wanneer er nog afhankelijkheid is. De Volkskrant publiceerde zijn tegennarratief over de wereldwijde geschiedenis van de slavernij. Volkskrantcolumnist Martin Sommer ging er op in. Emmer’s aanval op het gangbare narratief over de slavernij werd in de kringen van Gloria Wekker en anderen met hoon ontvangen. Dat was te verwachten. Het in stand houden van het eigen narratief is een overlevingsmechanisme voor de zelfgekozen identiteit. De situatie rond Piet Emmer maakt duidelijk dat het gaat om een oorlog tussen tegengestelde narratieven. Voor narcisten is oorlog het dagelijks bestaan. Het dwingend opleggen van het eigen narratief en het herscheppen van de eigen omgeving zodat die beantwoordt aan de eigen behoeften is het dagelijks gevecht van de narcist en hij is daar zeer bedreven in.

De nalatige overheid
Het probleem bij de strijdige narratieven is dat er geen scheidsrechter is. Wanneer 60 organisaties zich verenigen om Annabel Nanninga uit de gemeenteraad van Amsterdam te houden omdat ze een racist zou zijn, is er geen scheidsrechter die fluit en een gele of rode kaart uitdeelt omdat Nanninga met geweld onderuit wordt geschoffeld. De overheid die in principe de rol van scheidsrechter in de samenleving heeft, laat het, net als bij de Zwarte Piet-discussie, aan de samenleving over om uit te maken welk narratief aanvaard moet worden. De verdeeldheid in het parlement is één van de oorzaken. De overheid kan echter ook niet rekenen op de wetenschap. Die is overwegend gegijzeld door de slachtoffernarratieven die ook door de media ruimte wordt gegeven.

Die situatie voedt de polarisatie tussen narratieven. Het gaat zover dat de NOS besloten heeft om de term ‘blank’ uit haar vocabulaire te schrappen en te vervangen door de term ‘wit’. Daarmee toont de NOS haar onderdanigheid aan het slachtoffernarratief en draagt dat verder uit. Het is een onderdanigheid aan het narcistisch collectief, waarvan het narratief niet kritisch onderzocht en beoordeeld wordt.

Verzet en bundeling
Het narcistisch slachtoffernarratief is taai en ziet niet af van vals spel om haar doel te bereiken. Annabel Nanninga zou een kort geding kunnen aanspannen om de rechter te laten verbieden haar ‘racistisch’ te noemen. Maar kun je nog vertrouwen op het rechtssysteem?

Massief maatschappelijk verzet dat zich baseert op een doorwrocht tegennarratief is eigenlijk het enige middel dat een kans van slagen heeft. Voor massief verzet is echter organisatie nodig die de krachten tegen valse narratieven bundelt en richting geeft. Alleen massief en actief verzet zal er in slagen het slachtoffernarratief terug te dringen. De vrijheid van meningsuiting is in het geding en dat zou een basis voor bundeling kunnen zijn die wat nu nog verdeeld is, van Baudet tot Wilders en van Elsevier tot GeenStijl, in één kamp te brengen met het vastbesloten voornemen om zich niet uit elkaar te laten spelen. Tegennarratieven zoals die van Piet Emmer en anderen kunnen daarbij een rol spelen.


Dit artikel verscheen eerder op Harde Woorden

8 reacties

  1. Dick Ahles schreef:

    ik heb over het organiseren van tegenactie niet erg hoopvol. daarvoor zijn de redelijken en non-conformisten te individueel in hun argumentatie, per defini5ie iets aan de eigenwijze kant en van nature meer 8ntrovert en houdt dus niet zo van ‘massabewegingen’, en van georganiseerd politiek bedrijven. hopen dat de huidige politici nu snel wordt opgevolgd door dappere kwalitatief hoogstaande heldere leiders, om ons voor te gaan in de onvermijdelijke oorlog.

  2. Bob Fleumer schreef:

    Ik vind dit een goed stuk, als we geen weerstand bieden blijven de linksen maar doorgaan met hun gedram.

  3. Thomas schreef:

    De narcistenterreur heeft de bevolking over zichzelf afgeroepen door hun stemgedrag.
    Het is niet alleen ANTIFA of Anne-Zeur en Sylvana.
    Het zijn niet de negroïde bevolking in zijn geheel, het is slechts een deel ervan gesteund door terreurblanken. D’66 wil verbieden dat de omroeper in de trein de reizigers aanspreekt met dames en heren. Er moeten roze zebrapaden komen, in herentoiletten moet een verschoningplaats voor baby’s komen. Het zal nooit genoeg zijn. De schuldigen zijn de slapjanussen die zich onze regering noemt. Die steunen die handel of treden in ieder geval niet op. Trump en Orban weten het wel namelijk eruit met die handel en Soros gesubsidieerden.

  4. Jaantje schreef:

    Goed omschreven zo is het helaas gesteld met NL en het begint al op de kleuterschool verder heb ik het vermoeden dat het de kwaliteit van het leren en analyseren van de leerstof in de weg staat en dat men over is gegaan naar leren zonder zelf na te denken over het voorgeschotelde doet men dat toch val je buiten de groep en niets is erger voor de jonge mens dan buitengesloten te worden.
    Het valt mij op dat ondanks de hoge intelligentie er een apart soort ‘domme’ mensen van de universiteiten afkomen en ja die vinden werk en zorgen binnen de kortste keren dat alleen vriendjes en gelijkgestemde aan tafel aanschuiven vormen vriendenclubjes die te horen en zien zijn in de DWDD en aanverwante praatprogramma’s vaak zijn er te gast schrijvers dichters en theatervakmensen die vreemd genoeg geen tegengas geven als bv Sylvana Simons haar mening over de nu witte man hetende geeft ,erger nog het is boze witte man.
    Wat is er met hun taalgebruik gebeurd? waar is het veel beschreven roomblanke en roetzwart gebleven?
    beide in positieven zin van het woord :schoonheid.
    Het kan niet meer daar men het heeft gedemoniseerd in de racistenhoek heeft gezet.
    Gelijk al die dingen die mens en taal sieren en plezieren maar door het huidige klimaat niet meer mogen kunnen.
    Revolutie komt er niet ouders en kinderen tegenover elkaar in ruzie is iets anders dan met de wapens.
    Of toch niet?

  5. Nikolaos schreef:

    Mooi artikel, maar ik denk eerlijk gezegd dat het narratief wel breed wordt gesteund binnen die kringen. Binnen de Westerse wereld zijn er zelfs hele studierichtingen/ leerstoelen voor opgezet. Misschien minder breed dan het lijkt vanwege de angst zoals jij dat al aangaf, maar het gros die zich ermee bezighoudt wel. Als je er eigenlijk niet in gelooft en.het liever ziet verdwijnen dan val je vanzelf een keer door de mand.

    Ik heb er zelf ook weinig vertrouwen in Dick. Omdat ik.het idee heb dat de kant van degenen die identity politics betwijfelen of het geheel verwerpen behoorlijk wat onenigheid is. Zo zijn er volgens mij ook groepjes die min of meer net zo fanatiek.gewordennzijn als de mensen die ze bestrijden.

  6. Voight-Kampff schreef:

    @ Dick Ahles. Een zeer belangrijke constatering en dito praktische insteek.

    Bij het aangaan van iedere confrontatie is het van cruciaal belang om de eigen competentie en slagkracht juist in te schatten. Inderdaad, het gebrek aan organisatie maakt het gat tot een effectieve tegenreactie (succes) wel heel erg groot. Temeer daar de tegenstander (zowel het machtskartel in Nederland als in de EU) goed georganiseerd is, over een enorm netwerk beschikt, zeer ervaren is in machtspolitiek, over een zo goed als onbeperkt budget beschikt en het geweldsmiddel kan inzetten.

    Zoals het er nu voorstaat is het een ongelijke strijd en het doel van volkssoevereiniteit een onhaalbare missie.

  7. Martien Pennings schreef:

    “Degenen die kritisch willen blijven, krijgen onveranderlijk het stempel mee van racist en islamofoob.”
    Ik zou die 2 termen niet als evenwaardig naast elkaar zetten.
    Racist wil ik niet genoemd worden, maar islamofoob vind ik véél minder erg.
    Als ik islamofoob word genoemd, vertel ik alleen even dat ik inderdaad bang ben voor de islam, maar dat het géén irrationele angst, géén geestelijke afwijking is, zoals het achtervoegsel “foob” suggereert, maar de reële angst voor een nazi-ideologie: https://martienpennings.wordpress.com/2015/05/07/in-memoriam-hans-jansen-islam-is-genocide/
    Maar overigens alle lof voro deze duiding van het collaborerende links-regressieve narcistisch-hedonistische zelfverheffingsneuroten-machtsconglomeraat

  8. Voight-Kampff schreef:

    @ Martien Pennings. Een belangrijke en juiste constatering!