Confrontatie tussen China en Japan wordt een risico
Met alle onrust in het Midden-Oosten en de migratiecrisis daar bovenop, neigen de media er al enige tijd toe hun blik te beperken tot die regio, en niet verder te kijken dan hun neus lang is. Ten onrechte.
Over de Zuid-Chinese Zee en de risico’s van een confrontatie tussen China en USA heb ik hier al vaker geschreven, al is het moeilijk over te brengen hoe groot de instabiliteit in de regio nu al geworden is. Deze instabiliteit heeft voor een belangrijk deel te maken met de tanende macht van de USA, en een besluiteloze president voor wie weinig staten veel respect hebben.
Een groot voordeel van de Pax Americana is altijd geweest dat iedereen wist met wie je te maken kreeg als er problemen ontstonden. Hoeveel kritiek je ook hebben kunt op de manier waarop de USA sinds 1945 hun macht hebben gebruikt: er was maar zelden een misverstand over de plek waar de wereldpolitiek werd bepaald. Speciaal de laatste vijf jaar is dat veranderd.
Dat valt overigens niet alleen Obama te verwijten, al heeft hij er zeker een groot aandeel in gehad. Minstens zo belangrijk waren de terugkeer van Rusland op het wereldtoneel, het ontstaan van lokale powerhouses als Iran, India en Brazilië en de doorzettende opkomst van China als wereldmacht. China als wereldmacht is een minder logisch concept dan je op eerste gezicht zeggen zou. Hoewel het groot en industrieel sterk in opkomst is, heeft het land een sterke neiging tot introspectie en negeren van de rest van de wereld. Oók in politiek opzicht. Dat is geen nieuw fenomeen, maar al minstens zeshonderd jaar een feit.
De manier waarop China zich manifesteert illustreert dat. De invloed van China in Afrika groeit, maar men doet dat vooral via private projecten die wederzijds voordeel opleveren. Dichter bij huis is er dus de situatie in de Zuid-Chinese Zee, en dat is waar China zich als echte wereldmacht zal moeten en willen bewijzen. Willen, vanwege de nabijheid van het gebied. Moeten, vanwege het strategische belang van de Zuid-Chinese Zee als waterweg via welke China’s export haar weg naar elders vindt. En ook nog omdat de Zuid-Chinese Zee momenteel wordt gedomineerd door de Amerikaanse vloot, die naburige landen ondersteunt in hun aanspraken op eilandjes die China in de weg zitten.
Dat de Amerikanen China dwars zitten is irritant maar overkomelijk. Dat wordt anders als Japan deel gaat nemen aan het machtsspel in de Zuid-Chinese Zee. De tegenstelling tussen China en Japan gaat diep. De Japanse nederlaag in 1945 heeft daaraan niets veranderd. Vooral niet omdat de machtsovername van de Chinese communistische partij in dat land de Amerikanen decennialang verplichtte om hun (economische) invloed in Oost-Azië deels via Japan te spelen. Dat Japan daarmee een rolmodel werd voor de regio maakte haar echter nog niet geliefd.
Restant van die politieke situatie is ook nog een serie eilanden in de Oost-Chinese Zee, die zowel door China als Japan worden geclaimd. Zie:
Als je dit koppelt aan de situatie in de Zuid-Chinese Zee wordt duidelijk waarom China zich ingesloten voelt.
Want hoewel China Taiwan nog steeds beschouwt als een onlosmakelijk deel van de Chinese staat, is de situatie daar niet naar, noch ziet het ernaar uit dat dat snel veranderen gaat.
Japan levert nu plotseling schepen aan de Filippijnen, die groter zijn dan de patrouilleschepen waarmee de Filippijnse marine het tot nog toe doen moet. De verhouding tussen China en de Filppijnen is momenteel helemaal niet best. En als klap op de vuurpijl lijkt het er op dat Japan ook zelf schepen zal sturen naar de Zuid-Chinese Zee. Dat werkt als een rode lap op de Chinese stier.
Zoals gezegd, Amerikaanse patrouilles bij eilanden waarop China aanspraak maakt zijn al tegen het zere been, maar als Japan hetzelfde gaat doen? Geen goed idee.