Collaborateurs in ‘de familie’
Een collaborateur heeft oud-minister Van der Klaauw Jorge Zorreguieta genoemd, de vader van Máxima. Collaborateurs heb je in soorten en maten.
Hoewel de term collaborateur meestal toegepast wordt op mensen die met een buitenlandse bezetter samenwerken, is er taalkundig niets op tegen ook iemand zo te noemen die een inheemse dictatuur heeft gediend.
En dat heeft Zorreguieta, die tijdens de dictatuur van generaal Videla eerst staatssecretaris en later minister van Landbouw van Argentinië is geweest. Tot de inner circle van de macht behoorde hij niet, want die werd gevormd door de junta van militairen. Hij behoorde tot de technocraten, die ieder regime – democratisch of niet – nodig heeft.
Collaboratie van technocraten – Nederland heeft er veel ervaring mee, in allerlei graden van zwaarte. Tussen 1940 en 1945 dienden talloze Nederlanders die helemaal geen nationaalsocialist waren op een of andere manier de belangen van de bezetter: van de ondertekenaars van de Ariërverklaring en de politieagenten die joden uit hun huis haalden tot de SG’ s, die het land draaiende hielden en in het belang van de bevolking ervoor zorgden dat voedsel en transport verkrijgbaar bleven. Dat tekenen van de Ariërverklaring deugde natuurlijk niet en joden arresteren en op transport stellen al helemaal niet. Maar voor andere werk dat in de oorlog werd gedaan is het oordeel minder vanzelfsprekend.
Veel ‘collaborateurs’ dienden tegelijkertijd de belangen van de vijand en van hun eigen land.
Laten we een paar voorbeelden noemen. Neem dr. H.M. Hirschfeld, bij wie tijdens de bezetting het bestuur van de economische sector berustte. De Duitse bezetter achtte zijn aanblijven kennelijk een Duits belang, maar tegelijkertijd voorkwam deze half-joodse technocraat dat de Nederlandse economie al vóór de laatste hongerwinter een totale chaos werd.
Soortgelijk voorbeeld: ir. S.L. Louwes, die tijdens de bezetting directeur-generaal van de voedselvoorziening was. Dankzij hem bleef de bevolking tot na het uitbreken van de spoorwegstaking (september 1944) voor honger gespaard. Natuurlijk was dit ook in het belang van de bezetter. Een door de minister van Landbouw na de oorlog ingestelde commissie van onderzoek, waarin onder anderen de nogal felle Jaap le Poole zat, kwam tot de conclusie dat Louwes “een bij voortduring op de belangen van de Nederlandse bevolking gericht” beleid had gevoerd.
Derde voorbeeld: ir. C. Staf, president-directeur van de Nederlandsche Heidemaatschappij en vanaf 1943 gemachtigde voor de oogst. Hem is later kwalijk genomen dat hij ook de organisatie op zich had genomen van uitzending van agrarische bedrijfsleiders naar de door de Duitsers bezette Oekraïne maar tegelijkertijd deed hij veel illegaal werk.
Hirschfeld kreeg ongevraagd eervol ontslag, maar dit besluit werd door de Kroon vernietigd. Daarna werd hij verantwoordelijk voor de coördinatie van de economische betrekkingen met het bezette Duitsland en samen met hoge ambtenaren van de Europese bondgenoten, voor de onderhandelingen met de VS over het Marshallplan in Nederland. Ten slotte werd hij de eerste ambassadeur in het onafhankelijke Indonesië.
Louwes bleef directeur-generaal van de voedselvoorziening tot zijn overlijden in 1953. Staf werd in 1946 waarnemend directeur-generaal van de landbouw en in 1951 minister van Oorlog, wat hij tot 1959 bleef. Bovendien was hij na de verkiezingen van 1952 de informateur die de vorming van het tweede kabinet-Drees mogelijk maakte.
Moeten wij een geval als van Zorreguieta nu strenger beoordelen dan de Nederlandse gemeenschap vlak na de oorlog deed ten aanzien van soortgelijke gevallen in eigen land? Ik meen van niet.
Bovendien is collaboratie met een vreemde bezetter over ’t algemeen ernstiger dan samenwerking met een eigen dictatoriale overheid. Wie zonder nationaalsocialist of fascist te zijn geweest, in de oorlogstijd de Duitse overheid hebben gediend, gaan vrijuit. Mits ze geen misdaden hebben begaan en hetzelfde geldt voor wie in Oost Europa na de oorlog met de communistische overheden hebben samengewerkt. Het is dus ethisch niet in de haak om op Zorreguieta zulke strenge maatstaven toe te passen.
Er waren ook Nederlanders die het koninklijk huis zo hoog achtten dat zij bang waren dat het bezoedeld zou raken door een associatie met de collaborateur Zorreguieta. Zij waren vergeten of hebben verdrongen – dat onze kroonprinses in 1937 trouwde met iemand die lid van de SS was geweest. In de Tweede Kamer is nog steeds een vergaderzaal, die de naam draagt van iemand die een dictatuur heeft aangehangen die heel wat bloediger was dan die van Videla c.s.
Hypocrisie en onwetendheid zijn troef in de zaak Zorreguieta- zowel betreffende de Argentijnse als de eigen geschiedenis. Had Zorreguieta bij het huwelijk van zijn dochter in Nederland aanwezig moeten zijn? Daar waren wel degelijk bezwaren tegen van praktische aard. Zijn aanwezigheid zou rellen hebben kunnen veroorzaken zoals bij de inhuldiging van koningin Beatrix op 30 april 1980, toen veel Oranjeaanhang liever voor de buis bleef zitten dan het paar op straat te gaan toejuichen.
Dat zou weer wel een blamage zijn geweest voor een land dat zichzelf graag als het meest democratische en meest tolerante land van wereld ziet.
Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
Na menig stukje van zijn blog via VerenOfLood te hebben gelezen, heeft Toon Kasdorp vrijwel altijd mijn sympathie. Wanneer ik het niet met eens ben is het opletten geblazen. Ik vergis me toch niet? Mijn oordeel over vader Zorreguieta was altijd nogal aan de radicale kant. De Zuidamerikaanse dictaturen, zoals die in Chili, Argentinie en Brazilie waren bepaald niet zachtzinnig. Voor een geboren en getogen Nederlander is dat haast niet voor te stellen. Door zijn vergelijking met ‘goede’ collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt duidelijk dat Zorreguieta wellicht niet zo veel te verwijten valt. Er ontstaat al gauw onzekerheid over de ligging van de rode lijn, de grens die niet overschreden mag worden. Als de ligging van de rode lijn al bekend is, heb je vervolgens de vraag of iemand die al dan niet overschreden heeft. Immers, wat waren precies de omstandigheden waarin iemand moest opereren. Dat Zorreguieta een collaborateur was staat vast. Of hem veel te verwijten valt niet. Daar heeft Kasdorp het niet over. Dus bij die vraag laten we het dan maar.
Het draait volgens mij allemaal om de intentie, en om de balans tussen de goede en de slechte effecten.
De grootste Nederlandse collaborateur is dan ook Mark Rutte, die levert namelijk heel Nederland uit aan vijandige dictaturen, de EU en de Islam, puur voor eigen gewin (een plekje aan de EU-trog).
Veel fraaier dan dat wordt het niet.
@BegrensEuropa!
IK psychologiseer niet haal graag over Toons diepere beweegredenen, maar zoals uit het stuk spreekt is zijn kennis van de behandeling van collaborateurs in NL groter dan je verwachten zou voor iemand die rond die tijd dat dat speelde een jaar of 5 a 7 was.
Maar als zoon van een verzetsstrijder die na de oorlog niet terug kwam uit het kamp (zoals Toon, zijn vader staat op een monument in Roermand) zie ik hier verscheidene diepe wateren, en mijn ervaring is dat Toon een diep afgrijzen had van misbruik van het recht om politiek gewin of het verkrijgen van de schijn van rechtschapenheid.
@Hannibal 28 maart 2020 om 23:44 Ja, “de schijn van rechtschapenheid”, wie bezondigt zich er niet aan van tijd tot tijd. Bij sommigen is het wel heel hardnekkig.
Tjonge BegrensEuropa, dat u en ik het nog eens fundamenteel oneens zouden zijn! Bij mij haalt het Videla regime nog niet eens de top 50 van wereldwijd te veroordelen regimes. Ik vind het een nationaal schandaal dat Zorreguieta niet zeer publiekelijk werd uitgenodigd voor het huwelijk van WA met Maxima.
Honecker, Castro, de Nrd-Koreaanse dictator, Iran, Syrie, Turkije, en zo kan ik nog meerdere regels doorgaan, zouden allen met egards uitgenodigd zijn.
Zorreguieta is beslist GEEN collaborateur. Hij zit dichter bij een patriot dan sommige VVD’ers, laat staan bv rosenmoller.
Ik ben het geheel met Ravian eens, rutte is met den Uyl een van de ergste collaborateurs die ik bij mijn leven meemaak.
Mooi stuk, dat je weer aan het denken zet over de wel-of-niet-burgemeester-blijven-in-oorlogstijd-problematiek en de moeilijk te beantwoorden vraag wat jezelf zou doen in die omstandigheden.
Ook dank voor de waardevolle commentaren hierboven.
Nog even en de overleden vader van koningin Maxima wordt gepromoveerd tot heilige.
@Henk Albarda 29 maart 2020 om 10:56 Ik geloof niet dat we het ‘fundamenteel’ oneens zijn. Ik geloof niet dat ik iets beweerd heb wat uw mening uitsluit. U valt over de term ‘collaborateur’. Kasdorp hanteert dat begrip op nogal subtiele wijze. Er zijn goede en foute collaborateurs. Ik sluit niet uit dat Zorreguieta een goed collaborateur is. Ongetwijfled was hij ook een patriot. Van enige tegenwerking tegen het Videla regime is mij niets bekend, maar ik ken de situatie onvoldoende om daar over te kunnen oordelen. Staf daarentegen deed illegaal werk en van Louwes werd geoordeeld dat hij steeds het belang van het Nederlandse volk voor ogen had. Dat laatste geldt wellicht ook voor Zorreguieta. Dan was hij een goede collaborateur, maar een collaborateur nevertheless.
Er wordt vergeten dat er in het midden van de jaren zeventig in feite sprake was van een burgeroorlog waarin door rechts én links moorden en aanslagen werden gepleegd.