Cliënten
Hoe werkte cliëntelisme, en wie zijn de moderne cliënten?
De politiek in de stadstaat Rome draaide rond het cliëntensysteem. Een patroon zorgde er voor dat zijn cliënten het beter in het leven hadden dan zonder hem. Soms door hen een baantje te bezorgen, soms door eenvoudig voedsel te verstrekken. Evenzeer door andere kleine diensten te verstrekken die het leven makkelijker maakten: door zijn invloed aan te wenden. In ruil daarvoor verkreeg de patroon hun trouw, en als de patroon kandidaat was, ook hun stem bij de jaarlijkse verkiezingen waarbij de ambten over de elite werden verdeeld.
Naarmate Rome een wereldrijk werd, groeide het cliëntensysteem mee. Niet zelden kregen cliënten zelf ook cliënten. Hele steden en zelfs landstreken wisten bij welke families in Rome – vaak de nazaten van de oorspronkelijke commandant van hun Romeinse veroveraars – ze zich vervoegen moesten om hun wensen zo goed mogelijk te zien vervullen. Bovendien was er een element van erfelijkheid: als een patroon stierf, mocht zijn oudste zoon er op rekenen dat hij de cliënten van zijn vader kon overnemen – mits hij zich een waardig, hulpvaardig en vooral gul patroon betoonde. De toplaag van de patrones hield (vrijwel) elke ochtend een soort audiëntie, de salutatio, waarbij de cliënten hun patroon kwamen begroeten en hun verzoeken konden doen.
Het is dit systeem dat in licht gewijzigde vorm in Italië nog steeds wordt gebruikt, maar minder formeel dan ten tijde van het jaar nul. De maffia-capo’s schijnen zich er van te bedienen, en veel politici doen het informeel. Een dienst voor een dienst. Wij kussen uw hand, dottore. Het klinkt logisch eigenlijk, maar in politieke zin is het een doodzonde geworden. Wij belijden immers graag de illusie dat iedereen voor de wet gelijk is, en gelijke kansen heeft? Dat gaat niet samen met een cliëntensysteem.
Dat in de Amerikaanse politiek deze verwevenheid meer en meer bestaat lijkt echter wel vast te staan. Onderstaand stukje video stond vanmorgen in het artikel over Assange.
Wat Assange hier in hoog tempo deed, is de kijkers duidelijk maken dat talkshowhost Bill Maher een cliënt van Hillary Clinton en de Democratische partij is. Hij geeft hen geld, zij zorgen dat hij inside informatie heeft voor zijn politieke talkshow, en de gasten die hij graag heeft. Wie weet wat een Amerikaanse talkshowhost kan verdienen, beseft dat een gift van een miljoen dollar voor de verkiezingscampagne voor zo’n man maar een kleine investering is bij het op peil houden van zijn marktwaarde. Ik vermoed dat zijn werkgever ook van hem verwacht dat hij dit zo speelt: het verkopen van advertenties is afhankelijk van een goed bekeken show van een host met politieke connecties.
Met het bovenstaande indachtig is het patroon herkenbaar. Cliënt Maher heeft er een persoonlijk belang bij dat zijn patroon – de Democratische partij vertegenwoordigd door haar leider Hillary Clinton – in een zo goed mogelijk daglicht komt te staan. WikiLeaks van Assange bedreigt dat beeld, en dus moet hij worden aangevallen en in een zo kwaad mogelijk licht worden geplaatst. Ook al is Assange geen gebonden partij in die verkiezingen, Maher heeft er belang bij dat waarheden die Hillary Clinton kunnen beschadigen worden weggepoetst. Dat de kijkers desondanks het idee van een onafhankelijke journalist verwachten, maakt de aanpak van Assange direct aan het begin van het interview zo giftig. Niet alleen ligt de geloofwaardigheid van Maher in dit gesprek aan diggelen, maar dat zal ook in de komende tijd doorwerken.
U dient ook te beseffen dat een cliëntensysteem niet altijd om geld draait. Eigenlijk nog maar zelden. De uitdrukking: I scratch your back if you’ll scratch mine is hierin bij uitnemendheid van toepassing. Het gaat vaker om wederzijdse diensten. Het is een stelsel van wederzijdse verplichtingen die niet op schrift staan, maar waarvan alle deelnemers weten hoe de verhoudingen liggen. En al helpt het de voldoende getalenteerde cliënt aanzienlijk als hij in zijn vak de top wil halen, er is één catch: elke stap die je als cliënt zet, kun je niet meer terug nemen.
Er zijn zeker voldoende onafhankelijke Amerikaanse journalisten. Kandidaten hebben genoeg journalistieke medestanders uit overtuiging. Maar er zijn er zoveel gekocht, dat voorzichtigheid altijd geboden is. Overigens doen beide partijen dit op dezelfde wijze, en weten ze precies bij wie ze wel en niet aan kunnen komen met bepaalde stunts. En denkt U dat het bij ons zoveel anders is? Ik zeg alleen maar: Marcel van Dam.
Ik denk dat Maher naast financieel banden te hebben met de Democratische partij ook daadwerkelijk ideologisch (grotendeels) achter hen staat, waarmee ik wil zeggen dat het een het ander niet uitsluit en dat opiniemakers en activisten allicht financiële belangen hebben, dat maakt hun posities niet zonder meer onoprecht of de denkbeelden die zij communiceren irrelevant.
Goed artikel.
@- Het gaat er om, dat clientelisme – belangen / omkopen / afhankelijkheid / etc.-
FUNEST is voor het streven naar onafhankelijke, vrij onderzoekende, echt kritische,
vrij uitende journalistiek.