DE WERELD NU

Burgemeesters in crisis

Binnenlands Bestuur, het blad voor besturend Nederland, hield vorige week een enquête onder 75 burgemeesters. Heel verbazend waren de resultaten vanuit mijn perspectief niet, wel heel ongewenst. Om verschillende redenen.

Om te beginnen – dan hebben we dat maar uit de weg – ben ik het eens met de leidende gedachte in dit artikel in BB, dat het bedreigen van bestuurders gewoon niet zou moeten gebeuren. Punt uit. Zoiets behoor je niet te doen. Het zijn mensen, die hebben een baan, en proberen die zo goed mogelijk te vervullen.

Daar staat tegenover, dat de van hogere overheidswege verwachte invulling van die baan wel degelijk van invloed is op de mate van bedreigingen die plaatsvinden. Zoals de door BB geciteerde burgemeester Hoogendoorn van Oldenbroek opmerkte:

‘Mensen voelen zich in de steek gelaten en zien tegelijkertijd dat vluchtelingen wel worden geholpen. Dat zet kwaad bloed.’

De constatering, dat er bij de bevolking kennelijk een andere verwachting van de invulling van het burgemeestersambt bestaat dan zoals die door deze ambtsdragers gemeenlijk wordt ingevuld, is onontkoombaar. Let wel, daarmee beweer ik op geen enkele wijze dat de manier waarop een burgemeester zijn ambt vervult van invloed is op de kans op bedreiging. Wèl, dat het algemene beeld dat van die invulling bestaat, de kans op bedreigingen vergroot. In zekere zin is dit een variant op: Je kunt het niet goed doen, maar je kunt het wel fout doen.

Dat dit met individuele burgemeesters weinig heeft uit te staan mag duidelijk zijn. Het is curieus genoeg gebonden aan hun functie, maar meer nog een gevolg van een verzoek van het COA. Dat burgemeesters wel naar hun (vaak onwillige) bevolking luisteren, maar desondanks menen dat het hun plicht is de van rijkswege gevraagde inspanning te leveren, toont die spagaat in optima forma.

Dat algemene beeld is niet alleen helder, maar tevens terecht: men ziet burgemeesters niet als hoofd en eerste vertegenwoordiger van de lokale gemeenschap, maar als een aangesteld regent. Dit is natuurlijk ook volstrekt juist. Daarmee worden bedreigingen ongewild deel van het ambt, wat op een heel ongezonde tendens wijst waarover de afgelopen dertig jaar al veel is gezegd, maar die naar mijn idee zelden overtuigend werd aangetoond: de vervreemding van de burger van haar bestuurders. Want mopperen op het lokale bestuur is iets dat van alle tijden is. Maar bedreigingen zijn van een andere orde, en lijken in de eerste plaats te wijzen op een gebroken loyaliteit ten opzichte van elkaar. Dat wordt, naar ik vermoed ongewild, benadrukt door de burgemeester van Zeewolde, Gerrit-Jan Gorter:

‘Laat de minister-president het landelijke boegbeeld zijn om uit te leggen waarom Nederland zijn deel moet bijdragen aan de oplossing van het vluchtelingenprobleem. Nu wordt het probleem bij gemeenten over de schutting gegooid.’

Het laat zich raden hoe dit verlopen zou in een gemeenschap waar de keus voor een burgemeester voor een belangrijk deel ligt bij de bevolking. Ambtsdragers die meewerken met een dergelijk COA-verzoek dat in de gemeenschap slecht ligt, zullen bij volgende verkiezingen minder stemmen trekken. Maar aangezien dat ook een manier van afreageren is, ligt in de lijn der verwachting dat directe bedreigingen vanwege concrete zaken daardoor veel minder zullen zijn.

Omgekeerd kun je verwachten, dat een burgemeester die zijn mandaat primair ontleent aan de gemeenschap die hij bestuurt, juist meer rekening zal houden met de wensen van zijn bevolking. Burgemeesters hebben als het goed is ook de rol van makelaar tussen gemeenschap en hogere overheden. Bij een gekozen burgemeester zal die loyaliteit verder richting gemeenschap liggen dan bij een benoemde burgemeester, die immers weinig anders is dan een carrière makende passant. Want ook dat laatste element – dat de benoemde burgemeester een eigen belang heeft bij meewerken aan het beleid van hogere overheden – wordt kennelijk sterk zo gevoeld als vanuit een gemeenschap dreigementen beginnen te komen.

Om de rol van een burgemeester binnen zijn gemeenschap te versterken is het noodzakelijk hem een eigen mandaat te verschaffen. Op de langere termijn zal blijken dat dit in crisissituaties heel positief zal uitpakken.

2 reacties

  1. Frans Groenendijk schreef:

    Wat voor kinderspel wordt er gespeeld op de foto?

  2. Hannibal schreef:

    @Frans – ik weet het niet, alleen dat het ooit ergens in Friesland was.