Beveiliging politici: de commissie Van den Haak
De commissie Van den Haak die de moord op Fortuijn heeft onderzocht kwam tot de conclusie dat een officiële beveiliging het slachtoffer niet gebaat zou hebben. Het soort beveiliging waarin het systeem voorzag was daarvoor onvoldoende, signaleert Toon Kasdorp.
Aan de gebreken in de beveiliging van bedreigde politici, die overigens links en rechts wel geconstateerd werden, kon niet de conclusie worden verbonden dat de overheid verantwoordelijkheid droeg voor de moord, vond Van den Haak.
De stelligheid van deze conclusie verbaasde en zij werd in de persconferentie die de voorzitter hield ook wel wat afgezwakt. Natuurlijk weet men niet wat er gebeurd zou zijn als er wel een vorm van beveiliging zou zijn geweest zoals die in andere landen gebruikelijk is. Uit Amerikaanse cijfers zou zijn gebleken, vertelde een van de commissieleden, dat de daar gebruikelijke beveiliging niet effectief is bij een gerichte moord.
Ook die constatering lijkt verder te gaan dan op grond van de gegevens verantwoord is. Uit het feit dat een aantal gerichte moordpogingen zijn geslaagd ondanks de beveiliging kan men onmogelijk de conclusie trekken dat beveiliging de kans op moord niet vermindert. De commissie zei zich niet in speculaties te willen begeven, maar deed dat impliciet dus wel. Men weet domweg niet hoeveel aspirant moordenaars van hun daad hebben afgezien als gevolg van een zichtbare beveiliging.
Het is bovendien de vraag of Amerikaanse situaties zonder meer op Nederland zijn te transponeren. Er is alles bij elkaar wel reden om aan te nemen dat het soort beveiliging dat men op grond van de toenmalige wet en regelgeving aan Fortuijn had kunnen geven waarschijnlijk niet doeltreffend zou zijn geweest tegen een gerichte aanslag van een vastberaden moordenaar. Minimaal had de commissie zich over dit onderwerp wat helderder dienen uit te drukken.
Minister de Vries heeft voorafgaande aan de moord zijn ambtenaren twee keer om een risicoanalyse gevraagd en er gebeurde niets, of althans niets dat door de commissie achteraf kon worden vastgesteld. Hij controleerde niet of aan zijn verzoek gevolg was gegeven en deelde daarom ten onrechte aan de Kamer mee dat er een volledige veiligheidsanalyse had plaats gevonden. Hij voegde er aan toe dat uit zijn analyse geen bedreigingsgevaar voor Fortuijn uit kon worden afgeleid. Dat De Vries van Van den Haak niet duidelijker een veeg uit de pan gekregen heeft is een behoorlijke omissie van deze commissie.
Wat voor veel journalisten en burgers uit zo’n rapport onvoldoende duidelijk wordt is dat het persoonlijk ingrijpen van ministers en andere hoge overheidsdienaren in de meeste gevallen veel minder een rol speelt dan men zou verwachten. Men gaat er vaak automatisch van uit dat ministers zelf alle belangrijke besluiten nemen, maar dat is niet zo.
Zelfs al zou de minister persoonlijke gegevens hebben en wel wat hebben kunnen doen aan het tot stand brengen van een veiligheidsanalyse of van een daadwerkelijke beveiliging, dan nog zou hij dat waarschijnlijk niet hebben moeten doen. De minister werkt uitsluitend via zijn diensten. Dat kan niet anders. Op het moment dat hij de dingen zelf gaat doen komt hij aan zijn werkelijke functie niet meer toe. De minister stuurt zijn apparaat aan en communiceert met de buitenwereld en daar heeft hij zijn handen meer dan vol aan. Het apparaat voert uit. De minister moet beoordeeld worden op de wijze waar op hij zijn ministerie aanstuurt.
Men moet zich voorstellen dat tussen de minister en de uitvoerende ambtenaar of ambtenaren meestal een aantal schakels zitten en dat bij ieder van die schakels ruimte is voor interpretatie van de opdracht en voor eigen initiatief wat betreft de wijze waarop de opdracht wordt uitgevoerd.
Nederland kent geen traditie van nauwkeurige schriftelijke opdrachten met protocollen die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. Dat wordt hier voor te Pruisisch gehouden. In Nederland wordt een opdracht vaak mondeling gegeven en dan is de ruimte voor misverstanden maximaal.
Uit de verhoren over Srebrenica bleek bijvoorbeeld dat de eminent belangrijke opdracht voor de debriefing aan de landmacht nooit schriftelijk was gegeven, maar dat de minister meende dat de notulen van de vergadering waarin de debriefing was besproken als een schriftelijke opdracht konden worden aangemerkt.
Wie weet hoe grote organisaties werken weet ook dat alleen routineklussen op een voorspelbare manier door een organisatie worden afgewerkt en dat het voor opdrachten die niet aan die omschrijving voldoen altijd de grootste moeite kost om gedaan te krijgen wat men wil. Een minister die zijn vak kende en die werkelijk gewild had dat Fortuijn beveiligd zou worden had nooit volstaan met alleen om een risicoanalyse te vragen.
Dit wordt min of meer bevestigd door de latere minister van BiZa, Remkes, die volhield dat er niet alleen een risicoanalyse was gemaakt maar dat de BVD haar werk goed zou hebben gedaan. Zowel het een als het ander blijkt nu uit het rapport van Van den Haak een departementale fantasie te zijn geweest. In het midden latend hoe werk beoordeeld kan worden waar geen schriftelijke opdracht noch een schriftelijk verslag van is, noch positieve resultaten van bekend zijn, zijn voorganger komt er door in een merkwaardig licht te staan.
Het lichte verwijt dat de commissie in haar rapport richtte aan het adres van de Minister van Binnenlandse Zaken schiet te kort, niet omdat De Vries niet persoonlijk voor de beveiliging heeft gezorgd maar omdat hij zulke ongedetailleerde en weinig controleerbare opdrachten heeft gegeven. Vooral ook omdat hij er niet regelmatig achterheen heeft laten zitten. Dat is niet noodzakelijk bewijs van een gebrek aan goede wil, maar in elk geval een voorbeeld van bestuurlijke onbekwaamheid. Minister De Vries heeft zichzelf altijd als een van de betere PvdA-ers gepresenteerd, dus wat moet men daar van denken?
Dit artikel over de commissie Van den Haak verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.
Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.
Wat ik niet lees in dit verslag van de comissie van Haak, is wie de opdracht tot de moord op Fortuijn heeft gegeven aan Folkert v.d.Graaf. Milieudefensie waar v.d.graaf lid van was en voor werkte, had geen belang bij de dood van Fortuijn. v.d.Graaf heeft ook nooit een motief genoemd tijdens zijn rechtzaak. Dus blijft er maar 1 suggestie over en dat Fortuijn in opdracht van het partijkartel is vermoord en dat v.d.Graaf daarvoor is betaald. v.d.Graaf heeft voor zijn daad een opvallend lage straf gekregen en is meer dan vervroegd vrij gelaten. Justitie heeft hem ook vrijgesteld van allerlei controlemaatregelen na zijn vrijlating en heeft hem financieel op poten gezet om zijn leven weer op de rails te zetten . Ik zal wel complotdenker worden genoemd maar ik acht links nederland, dus ook de pvda, tot alles in staat om aan de macht (staatsruif) te blijven. Mijn conclusie is dan ook , heb geen vertrouwen in de staat en haar ambtenaren. Wie is het volgende slachtoffer? Wilders misschien? Hij is de politicus die het hele partijkartel liever vandaag onder de bus ziet komen dan morgen. Opvallend is, dat dat rapport over de niet beveiliging van Fortuijn nu uitkomt. Neemt de politiek alvast een voorschot op de liquidatie van Wilders door te stellen dat zijn moord ondanks beveiliging niet kan worden voorkomen? Grote kans dat er nog steeds islamitische personen zich in het beveiligingscircuit van Wilders bevinden. De nederlandse politie en justitie zijn niet te vertrouwen, zeker niet waar het gaat over geheime informatie, dat is gebleken. Ik ben benieuwd of Wilders de verkiezingstijd overleeft. Ik hoop het voor hem
Zonder beveiliging was dhr. Wilders allang vermoord. En die werd en wordt veel ernstiger bedreigd dan dhr. Fortuyn. Ik durf dus de stelling wel aan dat we met beveiliging een eerste kabinet Fortuyn hadden gehad. Nu hebben we een land in puin en de abjecte folkert van der graaf heeft een riante woonboerderij, blijkbaar opgespaard met zijn bijstanduitkering. Wat klopt hier niet?