Bescherm je eigen cultuur
Het grote vluchtelingenkwartetspel is begonnen. Veel voormalige Oostblok landen zijn openlijk huiverig voor grote aantallen vluchtelingen. Zij hebben hun angst zo luid geuit, dat de EU deze landen tegemoet is gekomen. Zo is bijvoorbeeld het aandeel vluchtelingen dat de Baltische staten zouden moeten opnemen in de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie meer dan gehalveerd, meldt de Volkskrant vandaag. Het is de vraag of dat voor die landen voldoende is.
Gezichtsbepalend in het verzet tegen de gedwongen opname van vluchtelingen is de Hongaarse president Viktor Orban geweest. Hij versterkte de grens met Servië om vluchtelingen tegen te houden en sprak zich uit tegen de opname van met name islamitische vluchtelingen. Orban staat daarin niet alleen. Een Slowaakse regeringswoordvoerder zei eerder dat alleen christelijke vluchtelingen uit Syrië welkom waren; ‘Want we hebben geen moskeeën in ons land‘. De Litouwse minister Linas Linkevicius wilde alleen degenen helpen die vluchten voor hun leven en voor oorlog en niet degenen die slechts een beter leven zoeken.
Estland heeft zich al een tijd geleden uitgesproken tegen het opleggen van verplichte vluchtelingenquota door de EU. De premier van Estland noemde eerder het aantal van 150 vluchtelingen ‘adequaat’. Het land telt ongeveer 1,3 miljoen inwoners waarvan ruim 300.000 Russen en koestert de eigen cultuur. Rechtse partijen vonden 150 al te veel en deden het in de polls daarna opvallend goed. De Europese Commissie heeft nu voor dit Baltische staatje een aantal van 3.73 asielzoekers in gedachten.
We horen de Linksmens al verontwaardigd sissen: ‘Nationalisme!‘ Niets is verderfelijker dan nationalisme in de ogen van progressief Nederland. Want iedere nationalist is per definitie een vreemdelingenhater. Toch durf ik vol te houden dat de meeste mensen in Hongarije, Slowakije, Estland en Litouwen geen vreemdelingenhaters zijn.
Wat Hongarije, Slowakije, Estland en Litouwen gemeen hebben, en waar weinig mensen in West-Europa bij stilstaan, is dat zij in het recente verleden deel uitmaakten van een imperium. De Baltische staten zijn onderdeel geweest van Pruisen, Tsaristisch Rusland en later de Sovjet Unie, net als Hongarije en Slowakije. Daarvoor behoorden de laatsten bij de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie.
Bij de Esten die ik ken, bestaat weinig liefde voor de Russen, wel angst. Ze weten hoe kwetsbaar ze zijn met de Russische beer in hun achtertuin. Zij zijn er vooral trots op dat ze gedurende alle eeuwen van overheersing van Duitsers en Russen hun taal, cultuur en religie hebben weten te behouden. In Hongarije werd ik verrast door het anti-Turkse sentiment, of beter, het springlevende anti-Ottomaanse gevoel. Die anderhalve eeuw islamitische overheersing heeft er bij de Hongaren diep ingehakt.
Wij in West-Europa kennen dat niet. Wij hebben al eeuwenlang betrekkelijk stabiele grenzen gehad, zijn niet echt door vreemdelingen geknecht en hebben ook binnen onze grenzen weinig minderheden hoeven te huisvesten. Zonder deze ballast kijken we neer op Slowaken, Roemenen en Hongaren die zigeuners discrimineren, hun nationale geschiedenis verheerlijken en hun eigen cultuur idealiseren.
We hebben na WW-II ook geen enkel moreel krediet om Midden- en Oost Europese landen de les te lezen. Daarbij zouden wij, die nooit een islamitische overheersing hebben gekend zoals de Hongaren, de Balkanvolken en Rusland voorzichtiger moeten zijn met woorden als moslimhaat en islamofobie.
Wanneer dat besef niet doordringt bij de West Europese regeringsleiders en zij de pijn van het vluchtelingenprobleem willen opdringen aan Midden-, Noord- en Oost Europa, dan zullen zij degenen zijn die de EU tot ontploffing brengen.
Estland is nu aan zet: ‘Mag ik dan van de Syrische vluchtelingen de Maronieten?‘