Arnold Heertje, zijn karakter en het schip
Arnold Heertje ken ik oppervlakkig uit de tijd dat wij samen in het bestuur zaten van de Stichting Studentenhuisvesting in Amsterdam.
Voor die tijd kende ik hem alleen van horen zeggen en vooral van de benoemingskwestie op de juridische faculteit. Hij werd daar de hoogleraar economie en niet Mevrouw ‘t Hooft-Welvaars, die daar eigenlijk meer recht op had. Toen er na het vertrek van J.E. Andriessen naar het kabinet een hoogleraar Economie aan de Juridische faculteit benoemd moest worden in de zestiger jaren was Mevrouw ‘t Hooft de logische kandidate. Ze had daar al vóór Andriessen les gegeven, nog in de tijd van Koopmans; zij was een bekwaam econoom en een uitstekend docente, met een internationaal verleden, ik meen bij de Wereldbank. Haar man had een hoge functie bij de Bijenkorf en zij had het hoogleraar salaris niet nodig.
Gracieus als mensen in die tijd nog waren maakte zij plaats voor Arnold Heertje, die met zijn jonge gezin het salaris wel nodig had. Bovendien vond ze het geloof ik een talentvolle man die ruzie had op de economische faculteit en het vanwege zijn moeilijke karakter op eigen houtje wel eens niet zou kunnen redden en daarom haar steun nodig had. Dat heeft ze geweten. Binnen de kortste keren had Heertje haar eruit gewerkt en had hij op de afdeling economie van de juridische faculteit het rijk alleen. Geen domme man, dat moet gezegd, maar onbeheerst en niet erg aardig dus.
Ik weet dat alleen van horen zeggen, want hij was eigenlijk van na mijn tijd. Ik had mijn doctoraal tentamen economie nog gedaan bij Andriessen op zijn ministerie, maar ik heb Heertje wel meegemaakt in de SSH. Daar was hij opvolger van A. D. Belinfante, de latere rector magnificus en vader van Judith Belinfante, van het Joods Historisch Museum. Belinfante was een voorzichtig bestuurder geweest die nooit een beslissing zou nemen zonder een grondige voorbereiding en zonder iedereen gehoord te hebben die over een onderwerp iets had in te brengen. Die vorm van bestuur wierp vruchten af.
De stichting verrichtte haar taak naar behoren, kocht en verbouwde panden, bouwde studentenhuizen en had een gezond eigen vermogen. Belinfante delegeerde waar het maar enigszins kon aan de directeur en aan de student-leden van het bestuur. Die directeur, Ruud Eldering, was behalve van de SSH ook directeur van de Anne Frankstichting. Hij had eigenlijk niet voldoende tijd en energie voor de zich snel uitbreidende SSH en veel van het uitvoerende werk kwam neer op de studenten. Een van de zaken die we grondig hadden bekeken was de studentenhuisvesting in schepen, zoals een collega stichting in Rotterdam dat geprobeerd had. Dat was geen succes gebleken en de conclusie uit onze studie daarover was dan ook dat we dat niet moesten doen.
Arnold Heertje kwam bij de eerste vergadering waarin hij als voorzitter optrad de vergadering binnen, ruim na de vastgestelde tijd en riep:
“Zullen we vertellen Eldering, waarom we te laat zijn? Och, waarom niet eigenlijk. Heren we zijn te laat omdat we een schip gekocht hebben. We zijn in Edinburgh geweest om het te bekijken en we moesten meteen beslissen ander was de kans verkeken, dus dat hebben we ook maar gedaan. Hiermee is de achterstand in de studentenhuisvesting in Amsterdam in een klap ingelopen”.
Er zat op dat moment een groep veteranen in het bestuur waarvan sommigen nogal wat tijd aan het dossier besteed hadden en Heertjes bericht sloeg in als een bom. We hadden met zijn allen eigenlijk toch al te lang in bestuur gezeten en waren nog even gebleven om de nieuwe voorzitter er niet alleen voor te laten staan. Van deze gelegenheid hebben we gebruik gemaakt om collectief ons ontslag te nemen en af te studeren.
De latere avonturen van Heertje in de studentenhuisvesting heb ik niet meer precies gevolgd, maar iedereen uit die tijd wist van de jarenlange ellende met die huisvestingsboot en dat er na een paar jaar een faillissement voor de SSH dreigde. De Stichting Studentenhuisvesting is toen gered doordat de universiteit haar heeft overgenomen, zodat zij voortaan als Dienst Studentenhuisvesting door het leven ging.
Een paar jaar later kwam ik Heertje nog een keer tegen op een verkiezingsbijeenkomst van de nieuwe sociaaldemocratische partij DS70 in Krasnapolsky. Hij had, zei hij, de Partij van de Arbeid met dégout verlaten en zag een grote toekomst weggelegd voor Drees jr. en zijn partij. Ik was er uit nieuwsgierigheid om eens te zien welk soort mensen zich tot een conservatief progressieve partij voelden aangetrokken. Opportunisten dus, want toen de nieuwe partij na korte tijd geen succes bleek was Heertje ook weer snel terug bij de PvdA.
Een paar jaar later hoorde ik van een vriend uit het Gelderse hoe hij in een discussie over MTC Valburg – het grote nieuwe industrie- en overslagterrein voor de Betuwelijn in het gebied Arnhem-Nijmegen – op ouderwetse manier iedereen voor ondeskundig of onbetrouwbaar had uitgemaakt. En hoe hij, toen hem daar verwijten over werden gemaakt, er meteen een vermoeden van antisemitisme aan ontleende. Zo kennen we Heertje weer dacht ik. Wat jammer toch van zo’n talent.
Dit artikel over Arnold Heertje verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp
J.E. Andriessen, A. Heertje
Economie in theorie en praktijk
In 1994 HET leerboek, kwaliteit van de oude stempel.
Zal in deze tijd van Piketty wel niet meet gelezen worden…..
Heertje was zo rood als een kroot. Een Den Uyl blindganger. Andriessen was ook rood, had echter wel het besef dat geld niet gratis is en was tegen de loonspiraal.