Aboe Nono
Er is weer spanning en sensatie rond de toekomst van de PvdA. Die laat zich nog het beste samenvatten met de constatering dat het Nederlands journaille zich maar niet kan voorstellen dat de partij inderdaad terugvalt naar een zetel of acht in de Tweede Kamer.
Veel van de paniek wordt op dit moment aangezwengeld door AD-journalist Jan Hoedeman. Zo ook afgelopen zaterdag, maar dat journalistiek Nederland er desondanks braaf achteraan hobbelt toont dat het sentiment binnen deze beroepsgroep diep zit. Want hoewel media elkaar altijd een beetje napraten, zijn er maar weinig die er daarop ook kritische noten bij zetten in de trant van: Hoed U voor de berichten van dit mannetje.
Enfin, Hoedeman slaagt er voor zijn krant opnieuw in haar spraakmakend te maken op een vlak waar het AD voorheen slechts een volger was. Is de PvdA hiermee geholpen? Dat valt nog te bezien. Ongetwijfeld gaat het bij deze berichten van Hoedeman over het eeuwige dilemma tussen de eigen fixaties en de hoop en verwachtingen aangaande de zoveelste comeback van de partij van de, nu ja, in ieder geval nog van sommigen in journalistiek en onderwijs. Maar een comeback werkt het best vanuit het niets – als iemand dat bewezen heeft was het Diederik Samsom in 2012. Als we in 2016 uitgebreid gaan zitten wachten tot de PvdA zoals altijd weer uit de as herrijst, kun je betwijfelen dat het ook echt gebeuren zal. Wèlk gezicht je ook als lijsttrekker op de verkiezingsposters plakt.
Best mogelijk dat meer mensen op Aboetaleb zouden stemmen dan op Diederik Samsom, maar in Nederland stemmen we op een partij, niet op een premier. Niet alleen is het leiden van een oppositiepartij in de Kamer iets geheel anders dan een gemeenteraad, maar PvdA-burgemeesters van de grote steden die terug kwamen in de nationale politiek hebben een afgrijselijk trackrecord. Niet alleen Job Cohen, maar ook Bram Peper en Ed van Thijn kwamen binnen de kortste keren in grote problemen. André van der Louw – ooit een gevierd Rotterdams burgemeester – verloor al zijn glans als minister. Het is een overweging die Aboetaleb zou moeten maken aleer hij ja zegt tegen een verzoek van de landelijke PvdA om hen te leiden in de strijd tegen Rutte, Wilders en Buma. Want een baantje als burgemeester van Rotterdam krijgt hij nooit meer.
Aboetaleb zwijgt. Of dat verstandig is kan niemand voorspellen nu, maar omdat elke ontkenning kan worden gezien als van iemand die zijn tijd beidt valt er iets voor te zeggen. Of de PvdA hem wil? De bezwaren die in het artikel van zaterdag al werden geopperd zijn realistischer dan het artikel. Bovendien is Diederik Samsom nog niet weg, zoals Joost Niemöller zaterdag al direct met een grappige bewerking van een oud artikel over het vertrek van Wouter Bos liet zien.
Het is een heel naïeve gedachte eigenlijk dat een nieuw gezicht de PvdA redden kan, telkens maar weer. Dat veel mensen politici tegenwoordig sneller zat zijn dan vroeger is een feit. Het waarom daarvan blijft onderbelicht, maar is minstens zo belangrijk: omdat ze niet leveren wat betreft die hoop de ze wekten. En daarin beschouwen meer en meer mensen de PvdA als partij en haar voorlieden als instrumenteel, in plaats van het gedachtegoed te verketteren. Linkse politiek is tegenwoordig vooral de hoop het eigen ongelijk alsnog te kunnen rechtbreien. Desastreuze resultaten worden genegeerd. Zie opkomst en geblaat van Jesse Klaver – het gaat nergens over, je weet dat zijn oplossingen niet zullen werken, maar in je hart… Enfin, meer dan hoop die een perpetuum mobile genereert is het niet, maar ondertussen zitten we er maar mooi mee.
Voor de PvdA is het overigens te laat. Voor sommige PvdA’ers niet, maar voor de partij van Drees en Spekman – om maar eens twee uitersten te noemen – zeker. Dat is niet van vandaag of gisteren, maar werd zekerheid bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. In 2014 verloor de PvdA (haar aandeel in) de macht in veel gemeenten, en kan daardoor haar cliënten niet meer leveren waaraan dezen gewoon waren. De landelijke PvdA was nooit meer dan het vehikel dat de macht van de partij in de gemeenten moest zien te behouden. In 2014 veranderde dat, en het gewoonterecht dat de PvdA zich in veel bestuurslagen had toebedacht wordt sindsdien in hoog tempo afgebroken – zonder kans op herstel.
Naar mijn idee was dat ook de belangrijkste reden dat Wouter Bos in 2010 Balkenende IV op blies: er kwamen kort daarna gemeenteraadsverkiezingen aan, en regeringsdeelname werd een blok aan het been. En inderdaad wist de PvdA het verlies toen voldoende te beperken. Om alles in 2014 tijdens Rutte II alsnog overboord te kiepen.
Maar de les van 2010 is dus niet dat een nieuw gezicht redding brengt, maar dat een nieuw gezicht de aandacht afleidt van de weerzin tegen het oude. Dat steeds nieuwe gezichten de verrotting achter dat maskertje niet langer verhullen kunnen is de essentie van het probleem van de PvdA, en ik zie er geen remedie voor. Wàt figuren als Hoedeman ook proberen op gang te brengen.
Ik vind dat een ieder die de koran als leidraad in zijn leven kiest niet geschikt is als bestuurder in een westers land. Er staat in dat een ieder die geen lid is van de club dood moet, wat moet je daar nou mee?
Als het er op aan komt kun je daarop niet vertrouwen.