DE WERELD NU

Aan een goede tegenpartij, daar heb je wat aan

tegenpartij

Als advocaat heb je graag een competente tegenpartij. In de eerste plaats bespaart je dat veel tijd, want niets is zo lastig als stelling te moeten nemen tegen de onzin die slechte advocaten produceren. In je beginjaren als advocaat kom je er van dat soort heel wat tegen.

Het verraderlijke van deze tegenstanders is dat er tussen de onzin van tijd tot tijd relevante feiten of stellingen zitten die je veel gemakkelijker over het hoofd ziet, dan wanneer ze onderdeel zouden zijn geweest van een geordend betoog.

Rechters hebben de neiging de cliënten van dit soort advocaten tegen hun raadsman in bescherming te nemen en voor je het weet procedeer je niet meer tegen een confrère maar tegen de rechter, die, zonder dat zelf te beseffen, diens rol heeft overgenomen. Ook als je zo’n zaak wint is het nog niet afgelopen. De tegenpartij krijgt dan meestal in de hogere instantie een betere advocaat en dan merk je vaak dat je je in eerste instantie hebt laten verleiden tot een stellingname die je tegen een betere tegenstander niet zo goed uitkomt.

Nee, geeft mij maar een competente tegenstander. Liefst een die daarnaast een beetje prettig is in de omgang, maar in elk geval competent.

Ik had een keer een zaak tegen de deken van een naburig arrondissement, die aan alle voorwaarden voldeed die je aan een tegenpleiter stellen kunt. Kende zijn zaken , kon fraai en kort formuleren en was een alleraardigste vent. We schikten die zaak en stuurden elkaar naderhand wel eens zaken door, tot hij me een keer opbelde, omdat hij me iets persoonlijks wilde vragen. Of ik me zijn secretaresse nog herinnerde en wat ik van haar vond.

Hij vertelde wat ze allemaal deed en dat was onder meer de processtukken maken, zodat hij alleen het corpus hoefde aan te leveren en zij deed dan de rest. Simpele familiezaken deed ze helemaal zelf en ze bespaarde hem geweldig veel tijd. Nu, zei ik, dat lijkt me de ideale secretaresse, die zou ik nooit laten gaan als ik jou was. Ik heb er ook eens zo een gehad, die ik een ton[1] betaalde, maar die zoveel voor me deed dat ik daar toch nog aan verdiende.

Nee zei hij, dat is juist het punt. Ze wil graag inspecteur worden bij de belastingen en daarvoor studeren aan de UvA. Maar dan wilde ze graag werk doen waarbij ze overdag in de praktijk kon brengen wat ze ’s avonds leerde. Ik weet dat jij zo’n soort praktijk hebt en zou je een plek voor haar hebben?
Kijk, dat is het soort tegenstanders waar advocaten wat aan hebben. Het was inderdaad de beste secretaresse uit mijn carrière die hij me stuurde en ik hoorde later dat men daar in de belastingdienst net zo over dacht.


  1. Guldens toen nog

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

3 reacties

  1. Carthago schreef:

    Leuk artikel.Klopt!De beste tegenpartij voor mij is de partij die al heel snel begrijpt en erkent dat ik gewoon gelijk heb.😁

  2. Dick H. Ahles schreef:

    Niet alleen voor het gemak het je wat aan goede tegenstanders; goede tegenstanders dwingen je je eigen argumenten en vooroordelen beter in te schatten en naar waarde te beoordelen en leiden dus vaak tot kwaliteitsverbetering.

    Tegen de ondernemingsraden waar ik de bestuurders van was zei ik altijd dat ik graag over alles open wilde discussiëren , omdat dat de uiteindelijke beslissingen die de directie neemt zal verbeteren. Ondernemers zijn van nature natuurlijk mensen die weten wat ze willen en dus wat slecht tegen kritiek kunnen. Daarom je zelf dwingen, à la Popper, kritiek uitlokken en opzoeken.

    Zouden politici ook moeten doen. Geen cordon sanitair maar elke politieke tegenstander serieus nemen en in debat gaan en vooral vragen waarom hij/zij de stellingen heeft die men heeft. Dat dwingt respect en kwaliteit van de besluitvorming af en dwingt je zelf je argumenten voor je standpunten te scherpen.

  3. LT schreef:

    Slechte, ondermaatse juristen zullen wellicht doen wat veel ondermaatse professionals doen. Die compenseren en verhullen hun ondermaats zijn via achterdeurtjes zoals; achterbakse sluwheid, irritant zuigen, bluffen met gebakken lucht, e.d. Die tactieken hebben ze vaak hun hele leven toegepast en daar zijn ze zeer geslepen in geraakt. Vaak zijn het de ratten van de samenleving; bovenmatig intelligent, veel capaciteiten, maar niet voldoende voor de echte top. De echte top kan ze doorzien en meestal wel aan.

    Bij varkens is het bekend; hoe lager ze in de pikorde staan, hoe gemener ze vechten.